1 den, en by weigering daar van aan eenige ftraffen onder. Maar al konde men zelfs onderstellen, dat de zo even gemaakte reflexie ongegrond was, dan noch zyn 'er naar myn inzien geene gepaste termen, om het Decreet van den January laastleden op den. Burger Caperus toe te pasfen.. Men kan tog niet regenfpreken, dar merr met de adphi 29 )) Wanneer men nu deze gelegde gronden, welken eene gezonde Staatkunde billykt, moet admitteeren, dan mag ik eerbiedig vragen, is hier het geval voorhanden, dar 's Lands welzyn volstrektelyk vordert, dat de Burger, die tot de bediening van Agent van Juftitie gefchikt geoordeeld is, daar toe geroepen wordt zoo ja, dan zoude het Vertegenwoordigend Lichaam die noodzakelykheid volgens den duidelyken letter van het zoo dikwyls gemelde Decreet, het zy uit eigene motiven, Het zy op voor. dracht van het Uitvoerend Bewind, moeten erkennen. Uit eigene motiven kan het Vertegenwoordigend Liehaam zulks naar myn inzien niet doen, dewyl aan hetzelve niet gebleeken is, dat 'er geene andere gefchikte voor werpen zyn, die dezen Post ten nutte van hier Vaderland zouden kunnen bekleeden en daar toe geroepen wor dende denzelven vrywillig zouden willen aanvaarden; ja men kan dit zelfs niet onderftellen, daar in ons Vaderland verfcheidene Mannen gevonden worden, die eene Solide rechtskennis vereenigen, met gezond verftand, braafheid van character, rechtfchapene wysbegeerte, en oprechte verkleefdheid aan de jegenswoordige orde van zaken, zonder dat ik daar door aan de uitmuntende verdiensten van den Burger Cuperus, aan welken ik met myn ganfche hart hulde doe, iets zoude willen onttrekken. En wat het Uitvoerend Bewind betreft. Heris waar, dat hetzelve den Burger Cuperus niet alleenlyk heeftaangefchreeven om dien post dadelyk te aanvaarden, maar ook denzelven heeft geintimeerd, om ingevalle hy daar nan niet onverwyld voldeet, als dan ingevolge Het Decreet van het Vertegenwoordigend Lichaam van den r9 Janu ary 1799 zoude worden gehandeld, maar wy moeten naar myn inzien hier niet in aanmerking neemen, wat er tusschen den Burger Cuperus en het Uitvoerend Bewind is verhandeld, maar wat het gemelde Bewind by deszelfs Misfive,onder de Bylage van het gedrukt Kapport te vinden, heeft te kennen gegeven.. Immers het Decreet van den 19 January vordert eene erkentenis der noodzakelykheid op voordracht van het Ùit-voerend Bewind. Dat het dien Post op de gewoone wyze niet kan vervullen. Het Uitvoerend Bewind avanceert wel, dat de Burger Cuperas, een der gefchiktste voorwerpen tot dien onderhavigen post is, maar niet dat hy de eenige daar toe gefchikte man zoude zyn; en gevolgelyk moet men daar uit afleiden, dat zelfs naar het begrip van dat Bewind 's Land's Welzyn niet volftrektelyk vordert, dat de gemelde Burger tot het aanvaarden dezer bediening genoodzaakt wordt. Het gemelde Bewind erkent al verder, dat hetzelve an dere Mannen, misfcifien even gefchikt, als zulks van den Burger Cuperus onderfterd wordt, tot den. genfelden. Post zoude kunnen vinden.. En dus mag ik veilig befluiten, dar ook het tweede vereischte by het zo dikwyls gemelde Decreet geftatueerd, om Hetzelve op den Burger Cuperus van adplicatie te ma ken, ten eenenmale in her onderhavig geval ontbreekt.. Ten befluite moet ik nog alleen aanmerken; dat he D 33 f med og de ASD mea KY ROPA 、 Act Bergen, love week, as hy so, ou dig weeeer 1, oca ander gekozen konde, da mea eindeoozes zoude kaunen vine wwwca, noch ook in het byzon. buke ge‘bogesamt hageert, 1. niet 2. s ia de dsad te veel zoude eva, na zoade volgen, dat het Decreet koby us getä Lächtem van dea 19 January jores coven og de e de geceen, welke tot bedieningen van wow we dea geroepen, toepastelyk zoude moewowowo goat, het welk echter nimmer deszelfs in. waar by men nog moet overzien, Cimadocet verscheidene Perfoonen daar toe aangezogt wonlode Pica Post weigeren, daar uit geenzints volgt, en dea leatstbeuoesiden juist zoude moeten noodzą 2. Het fringeert niet in het onderhavig geval om dat het Bewind niet te kennen geeft, andere tot dien Past getchikte Perfoonen daar toe aangezogt te hebben, met zoodanig gevolg, dat dezelven dat aanzoek van de hand geweezen hebben. Om alle de geallegueerde redenen moet ik dan ook concludeeren tegens het Rapport, Van Leyden zegt: Ik zal de vryheid neemen, Burgers Vertegenwoordigers! zo kort mogelyk eenige redenen by te brengen, tot weder legging van zommige gemaakte bedenkingen, en tevens de gronden opgeven, op welke ik my als Lid der Com mislie, die het Rapport heeft uitgebragt, en als dezer Vergadering, met hetzelve kan conformeeren. Ik heb hooren zeggen, dat door het decreet, dat uwe Commisfie heeft voorgeflagen, de verantwoordelykheid van den Agent zoude verminderen. Ik kan wel begrypen, dat het Uit voerend Bewind huiverig is geweest een ftellig advis uit te brengen, daar hetzelve zelfs de benoeming van den Agent gedaan heeft; maar ik ken niet nagaan, welken invloed dusdanig een decreet hebben zou op de verantwoordelyk heid van den Agent. Zyne verpligting vloeit voort uit de Eed welke hy allegt op de Inftructie, door het Wetgevend Lichaam gearresteerd. Deze verpligting vinde ik zo fterk, dat ik niet na kan gaan, dat iets dezelve zoude vermin. deren. Ik heb hooren fpreeken van het nadeel, dat aan den Burger Cuperus zoude worden toegebragt, byaldien het de creet van den 19 January op hem toepasfelyk wierd gemaakt, uit hoofde dat het decreet niet kan werken, dan zo lang de nood duurt. Ik kan geenzints zien, hoe daar uit zoude volgen, dat wanneer de nood ophoud, de Burger Cuperus van zynen post zoude worden verlaten; inte gendeel, hoewel het Uitvoerend Bewind het recht heeft, zyne Agenten aan en af te ftellen, houde ik my verzekerd, dat hetzelve daar van geea gebruik zal maken op gene wil lekeurige wyze, en de Agenten zonder voldoende redenen met zai ofzetten. Men zegt, dat de Commissie, ingevolge het decreet van het Vertegenwoordigend Lichaam, eene fchadeloosstelling had moeten voorftellen; dan ik verbeelde my dat negen duizend gulden eene genoegzame fchadeloos ftelling is. 展 De Staatsregeling legt aan alle de Agenten dezelfde jaar> wedde toe. Derzelver voorfchrift moeten wy volgen, maar het is ons geoorloofd na te gaan, dat niet alle de Agenten tot dezelfde uitgaven verpligt zyn. Het is, by voorbeeld zeker, dat de Agenten van Buitenlandfche Betrekkingen, van Marine, van Oorlog meer nodig hebben, dan de Agent van Juftitie. Daar de negen duizend gulden dus naar myu inzien genoegzaam zyn, maak ik geen zwarigheid, my ook met dat gedeelte van het Rapport te confor meeren. Ik kan mede niet zien, dat het befluit, dat uwe Commissie u voorstelt, eene terugwerkende kracht zoude geven aan het decreet van den 19 January. Het befluit toch van het Uitvoerend Bewind van den 21 January kan niet anders worden befchouwd dan als eene inhæfie van de aanstelling, reeds in October gefchied, en als eene verklaring van het Bewind, dat het decreet van den 19 January op den Burger Cuperus in dat geval toepasfelyk kon wor den gemaakt... Als nu overgaande tot de gronden, op welke ik my met het Rapport kan conformeeren, en die ontleend zyn uit de aart der zaak en den perfoon, moet ik vooraf aanmerken dat, naar myn inzien, verkeerd door zommige Leden fchynt te worden begrepen, dat de woorden van het decreet van den 19 January uit eigen motiven alleen toepas felyk zyn zouden op keuzen, door het Vertegenwoordigend Lichaam zelfs te doen. Het Vertegenwoordigend Lichaam kan zich zelfs niet hebben ontnomen de magt, om zelfs na te gaan, of de aart der zake, ter zyner deliberatie ge. bragt, niet zoude opleveren genoegzame motiven om het decreet te doen werken, en wanneer ik dan het gewicht van den post van Agent in de tegenwoordige omstandigheden nagaa, wanneer ik in aanfchouw neem, van hoe veel belang het is, dat het Uitvoerend Bewind met den meesten fpoed zyne Conftitutioneele Agenten hebbe, zoude ik geen zwarigheid maken, om het decreet van den 19 January, voor zo veel des noods, toepasfelyk te verklaren op alle de eerfte benoemingen der Agenten. Het is toch zeker, dat het Uitvoerend Bewind in de volstrekte onmogelykheid is, die mocilyke en menigvuldige werkzaamheden, aan het zelve door de Staatsregeling opgelegd, te vervullen, zo het daar toe niet in staat wordt gefteld door de hulp van die Agenten, welke de Staatsregeling aan het Bewind toekent. Het aanstellen der, Agenten is een volfire!t vereischte, om alle de declen der Startsregeling in werking te brengen. Het Uitvoerend Bewind moet in deze benoemingen door het Vertegenwoordigend Lichaam worden geruggesteund; en ik zoude niet gaarne op myne verantwoordelykheid willen nemen, cenigzins aanleiding te geven, tot vertraging in de aangelling der Agenten. Wanneer ik daar by let op den perfoon, over weiken gelproken wordt, wordt ik 3.1 I Het is zeker, dat het aanftellen van Agenten alleen be, hoort tot het Uitvoerend Bewind, maar wanneer door cene aanleiding, gelyk deze, de zaak ter kennisfe van het Vertegenwoordigend Lichaam wordt gebragt, voegt het hetzelve op alles behoorlyk te letten. En daar my de keus van het Uitvoerend Bewind allergelukkigst voorkomt, reken ik my verpligt mede te werken, dat dezelve effect forteere. Het is toch van het hoogst belang, dat het Uitvoerend Bewind to: deszelfs Agenten mannen kiest, die altyd getoond hebben doordrongen te zyn van die grond.. beginfelen, op welke de Staatsregeling gebouwd zyn, die altyd voorstanders der Een en Ondeelbaarheid van de Republiek geweest zyn. Tot de zodanigen behoort de Burger Cuperus. Ik wil wel geloven met het Uitvoerend Be wind, dat 'er, nog andere manuen in ons Vaderland, mede tot dien post gefchikt kunnen gevonden worden. Dan het is even zeker, dat het Uitvoerend Bewind zich reeds in October op den Burger Cuperus heeft bepaald, en geduurende meer dan drie maanden heeft ftil gezeten, in afwachting van een decreet, door het welk die Burger zou de worden genoodzaakt dat Ampt aan te neemen. Het is dan uit overtuiging van onze verplichting, om het Uit voerend Bewind in ftaat te ftellen, zich van zodanige Agenten, als het verkiest, te bedienen, dat ik my met het Rapport conformeere. Van Hall zegt: Dat men veelal dan, wanneer men uit onderfcheiden grondbeginzelen redeneert, dezelfde zaak, uit verschillende oogpunten befchouwt, bewyzen de onderfcheiden Adfen der vorige Spreekers. "Onderfcheiden waren de Wapenen, met welke men het voorhanden zynde rapport heeft beftreeden. Zommige bewysredenen tegen hetzelve aangevoerd, hadden alléén hunne betrekking tot het Decreet van den 19 January; anderen betroffen meer van naby dit rapport, terwyl men daar mede poogde aan te toonen, dat het gemelde Decreet, in het geval van den Burger 4. J. Cuperus niet kondenog Wehoorde te worden toegepast. Wat de eerfte betreft! (en deeze zyn voornamentlyk door den Reprefentant van Zonsbeek aangevoerd) deze te we derleggen, zoude eene verdediging zyn van een wettig geDamen Staatsbefluit, welkers handhaving niet my, of een onzer, maar het geheele Vertegenwoordigend Lichaam is aanbevolen. De overige Spreckers, en daar onder de Reprefentanten Yan Galen en Vitringa, hebben zo wel tegen het Rap port, als tegen het voorgeflagen befluit onderfcheiden, be denkingen geopperd, waar van zommigen door een myner mede Rapporteurs, op eene allezints voldoende wyze zyn wederlegt; en waar van de anderen, zo ik meene, voornamentlyk hier op neder komen: Vooreerst, dat de voor geflagen maatregel is ontydig: ten tweede, dat zy is onnodig en onftaatkundig; en eindelyk: ten derde, dat in dien het meergem. Decreet op den, Burger A. J. Cuperus wierde toegepast, hetzelve eene terugwerkende kragt heb ben zoude " Dat de maatregel ontydig zoude zyn, heeft men daar mede pogen goed te maken, dat de Burger Cuperus nog niet zoude hebben geweigerd, den hem opgedragen post te aanvaarden, terwyl dezelfde Spreeker weinige ogenblik ken, na deze allegatie, heeft getracht aan te toonen, dat de Burger Cuperus te vroeg op was, en zich buiten noodzaake, hy deze Vergadering excufeerde. Ik zal by deze onderfcheiden, zich zelfs vernietigende tegen werpingen niet ftille ftaan, maar alleen der Vergadering doen opmer ken, dat na dat het Vertegenwoordigend Lichaam,op den 19 January dezes (niet uit zich zelfs, maar naar aanleiding van het Uitvoerend Bewind) het Decreet in quæstie had genomen, het Uitvoerend Bewind op den 21 January daaraanvolgende, by zyne vorige aanftelling van den 20 October, en deszelfs befluit van den 8 November 1799. niet alleen heeft geperfifteerd: maar daarenboven den Burger Cupe rus, NB. heeft geintimecrd, om ingevalle hy niet onver wyld zyn post aanvaarde, hy alsdan, conform den inhoud van het meegenoemd Decreet van den 19 January zoude worden behandeld: kan men dan nu nog zeggen, dat de Burger Cuperus zich op den 28 daaraanvolgende, by des ze Vergadering, om zyn ontflag adresfeerende, zulks buiten noodzake deed: dat hy, om my van de woorden van een voorigen Spreeker te bedienen, te vroeg op was? Of dat deeze Vergadering, na het Adres des. ben, nog zoude kunnen begrypen, dat de Burger Cuperus gemelden Burgers van den 28 January 1. 1. gelezen te heb den hem opgedragen post nier geweigerd had? Het ongerymde van zodanige ftelling loopt te zeer in het oog, dan dat ik hier op één oogenblik zoude durven til tann. van den 19 January 1. 1. op den Burger Capurus, is, zo ik Het noodzakelyke van de toepassing van het Decreet vertrouwe, by het Rapport boven alle bedenking gefteld: en dit vermindert in geenen deele daar door, dat 'er in ons` Vaderland meer Rechtsgeleerden, ja zelfs Staatkundige Rechtsgeleerden gevonden worden. Indien het Befluit hier uit te trekken, doorging, dan kwame het Decreet zeker overtuigd zyn, dat 'er voor alle vakken van Bestuur, van den 19 January nimmer te pas, om dat wy allen zeer voor alle bedieningen onderfcheiden Perfoonen in ons Vaderland gefchikt zyn: ongelukkig ons Gemeenebest, indien het anders ware! dan, niet alle Rechtsgeleerden zyn, naar het inzien uwer Commisfie, welke dan ook hunne bekwaamheden zyn mogen, berekend voor den post van Agent van Juftitie; vooral nu niet, zo lang de bekwaamheden van een groot Man aan den dooden letter zyner Inftructie geen geest en leven gegeeven heeft; vooral nu niet, daar by de invoering der Staatsregeling, meer dan immer Burgers nodig zyn, die, zelfs niet ter goeder trouwe, van het Republikeinsch Staatsftelfel, en van het groot beginfel van éénheid afwyken. Dan hoe veele Man. en ons Vaderland ook oplevere, indien de Burger Cuperks outflagen wordt, heeft elk ander het zelfde recht oma om zulks te vorderen. Zal men dan voor den eenen wei gerenden, den anderen kiezen, waar zal het einde zyn? Zal men dan eerst, wanneer alle gefchikte Perfoonen zyn benoemd, en geweigerd hebben, het Decreet van 19 Ja nuary ter executie leggen? en zo ja: op wien, op wien van hun, die geweigerd hebben? allen hebben het zelfde recht. Maar indien al eens hieromtrent bepalingen te maken waren, zal dan het Agentschap van Juftitie zo lang blyven onvervuld? zal men met dit gedeelte der Conftitutioneele organifatie zo lang wagten? duurt dan dedavoe ring der Conftitutie niet reeds lang genoeg? ik beken, dat het gewigt der onderwerpen aikwerf laugwylige deliberatien vordert; maar daar, waar wy dezelve vermyden kun men, is het onzen plicht: door haar gingen de meeste Gemeenebesten der Oudheid verlooren. Men zegge niet, dat het Decreet eene terugwerkende kragt hebbe: het is waar dat de Burger Cuperus vóór het nemen van 't zelve, tot Agent van Juftitie is benoemd; maar t is niet minder zeker, dat't Uitvoerend Bewind, na dat het zelve krag van wet had, by deszelfs gedane keuze ten opzigte van den Burger Cuperus heeft geperfifteerd: gelyk blykt uit deszelfs befluit van den 2 1 Jan 1.1.;de applicatie van het Decreet van den 19den bevoorens, heeft derhalven geene vroegere werking gehad, dan hetzelve behoorde te hebben: en de imtimatie, by het meergemelde befluit voorkomende, gefchiedde alléén, en in dat geval, waar in de Burger Cu peras, niettegenstaande hy kennis droeg van het Decreet van den 19 January 1. 1. langer weigerig bleef, om den hem opgedragen post te aanvaarden. En het is om deze en anderen reeds door den Burger van Leyden aangevoerde redenen, dat ik, overtuigd, dat het heil des Volks altyd, met voorbyzien van de belangen van byzondere Perfonen, de hoogste Wet zyn moet, my verklaare voor het Rapport. Lewe zegt: Burgers Reprefentanten! naar myn inzien, zal de hoofd zaak hier op neer komen, of bedieningen welke vervuld moeLen worden, op de gewone wyze kunnen worden vervult, dan niet? Zo ja? dan komt geen ander onderzoek te pas: want het decreet, het welke thans tot een richtfnoer aan de Verga deringe moet verftrekken, zegt met uitdrukkelyke woor den, dat alleen in dat geval de middelen van dwang mo gen worden bewerkstelligt. Dit is derhalven het voornaamste point, hetwelk evidentelyk moet geblyken, en door het geheele Vertegen woordigend Lichaam moet worden beoordeeld. waar door de Vergaderinge mag bewogen worden, om hem van dien port excuferen Dog deeze laatfte vrage koomt dan eerst te pas, wanneer de onmogelykheid tot de gewone manier van vervaltinge buiten allen twyffel is dit zyn de uitdrukkelyke woorden van het Decreet, waar naar men thans deze zaak moet beoordeelen. Immers het spreekt van; zelfs, dat men thans niet moet onderzoeken of het beter zoude geweest zyn te bepaalen, dat een iegelyk zon verpligt zyn, den aan hem opgedragen post te aanvaarden, ten zy hy wettige redenen van verfchooning had, zo als by de Staatsregelinge ten aanzien van andere posten is vastgefteld. Ce Vervolg van dit Advis en Zirting in ons volgend TWEEDE KAMER. Een besluit der eerste Kamer, waar by eene door de Mụ❤ nicipaliteit van Broek, Thuil en 't Wegje, mitsgaders Broekuizen, ingezondene quonifatic tot foutien der armen aldaar, wordt geapprobeerd, met authoritatie, om de weigerigen, by parate executie, for de voldoening daarvan te conftringeereu: met verklaring van onverwylde noodzakelykheid gefanétioncord, en Een befuit derzelfde Kamer, daarnevens inzerdende de door haar geformeerde nominatie ter verkiezing van Leden -voor het Gerich shof van het departement van de Delf: -wordt de electie daar van bepaald op aanstaande Dingsdag. Wanneer het genoegzaam klaar is, dat de post in quesVoords wordt tot Ltd in 't Collegie van Justitie van Bergtie, niet op de gewone wyze kan worden vervuld, on- beim en eenige andere omliggende plaatsjes in het voormalig Gewest van Batuafsch Braband, benoemd de burger Roks. flaat 'er eene tweede vrage, te beoordeelen door de eerste Kamer; namentlyk, of de perfoon, welke tot den post-En daarmede wordt de Vergadering gescheiden tot morgen geroepen wordt, zodanige redenen kan voorbrengen, op het gewoone uur. Ter Drukkerve van I. I. STUERMAN, in den Hage. ervolg van het Advis van den Burger Lewe over het Rapport, by monde van den Bnrger van Hall, namens de Commisfie tot de Rechterlyke Magt. uitgebragt, daarby advifeerende, om den Burger Cuperus, benoemd als Agent van Justitie, en by voortduuring weigerig blyvende, om dien Post te aanvaarden, voor altyd van zyn Stemregt vervallen te verklaaren, en voorts bannisfement ait deeze Republiek voor den tyd van vyf jaaren. De Vergaderinge heeft dit zoo ampel niet gewilt, maar flegts in het geval van de hoogfte noodzakelykheid willeti gebruik maken van de middelen van dwang; en wil in dat geval alleen, waar in de nood des Vaderlands zulks vor dert, aan het algemeen belang hebben opgeoffert die natuur lyke vryheid van een enkeld Lid, waar aan zy, buiten dat geval niet bevoegd is, de minfte atteinte toe te brengen. Is dan nu de onmogelykheid, om buiten den Burger Cu perus, aan wiens uitmuntende hoedanigheden ik alle hul de doe, een gefchikt voorwerp tot het Agentfchap van Jusitie te bekomen, derwyze gebleken, dat daar aan geen twyffel overig blyft? Immers neen. Uit het bericht van het Uitvoerend Bewind confteert het tegendeel, dat het zelve aan niemand anders deezen post heeft aangeboden;" en ten tweeden erkent het Uitvoerend zelfs, dat het niet IV. DEEL. ontbreekt aan Mannen welke men daar voor bereekend hond n. Hoe kan men dan nu met grond stellen, dat deeze Post niet kan vervult worden buiten dwang? daar 'er nog ande re voorwerpen zyn, van wier onwilligheid niet gebleeken is, dewyl men dezelve niet gevraagt heeft. -: Het komt voor als nog niet te pas, om te onderzoeken of de redenen door den Requestrant ter verfchooninge bygebragt, voldoende zyn, dan niet; daar eerst en vooral het Vertegenwoordigend Lichaam moet verklaaren, of de noodzakelykheid, by haar Decreet gewilt, aanwezig is. Zoodra dit door een gefanctioneert befluit is erkend, kan de eerfte Kamer over de redenen van verfchoninge oorde len; doch ook eerder niet. Dan, ik meen dat uit het aangehaalde ten duidelyksten blykt, dat die noodzakelykheid niet gezegt kan worden perfoon, buiten den Burger Cuperus, deeze Post geweidáár te zyn, zo lange het niet gebleken is, dat één éénig gerd heeft. Ik wil echter hier door in geenen deele te kennen geven, alsof ik van advis zoude wezen, dat men den Bur ger Cuperus, nu reeds zoude moeten excufeeren; maar eerder voor myne meening uitbrengen, dat voor en aleer hier over finaal te erkennen, het Uitvoerend Be wind zoude behooren te worden aangeschreven, om te beproeven, of hetzelve de Post van. Agent van Justitie door een ander gefchikt perfoon, aan wien dezelve veilig zonde kunnen worden toebetrouwd, zoude kunnen vervullen, en concludeer overzulks, my met het Rap-, port voor als nog niet te kunnen conformeeren. |