페이지 이미지
PDF
ePub

het licht nog niet gereed, maar werd een aanvang gemaakt met de werkzaamheden. Zie jaargang 1889, blz. 344, No. 289.

577. Licht van Mahé gebluscht. W.kust. Volgens mededeeling van den Franschen consul te Bombay, is het licht van Mahé, W kust, tijdelijk gebluscht.

SUMATRA EN STRAAT MALAKKA.

O.-I.Archipel. 578. Niet bestaan van de bank ten N. van het eiland Berhala, Straat Malakka. Volgens mededeeling van den Commandant van Zr. Ms. opnemingsvaartuig „Melvill van Carnbee", is uit een nauwkeurig onderzoek gebleken, dat de bank van 2 vaam zich om de West uitstrekkende, ten N. van het eiland Berhala (Varela), Straat Malakka, O.kust Sumatra, niet bestaat. Naar aanleiding hiervan is deze bank van de kaarten geschrapt.

579. Lichtschip voor de Deli-rivier, O.kust Sumatra. Het lichtschip voor de Deli-rivier, straat Malakka, O.kust Sumatra, is vervangen door een stalen gaslichtschip, 15 M. lang, voorzien van een toren, 5 M. hoog, die met 4 ijzeren pooten op het dek rust. Schip en toren zijn grijs geschilderd, terwijl op beide zijden van den toren het woord "Deli" in groote witte letters is geschilderd. In dezen toren bevindt zich een bel. Het ligt op dezelfde peiling als het voormalige lichtschip en toont een wit vast licht, 6.8 M. boven water, zichtbaar tot op 8 zeemijl. Lichtoestel: gaslantaarn. Zie jaarg. 1889, blz. 426, No. 372.

BORNEO EN ARCHIPEL TUSSCHEN SUMATRA EN BORNEO.

Borneo. 580. Bank ten O. van de Marchesu-baai, N.O.kust Borneo. Volgens mededeeling van „Commander" G. A. Giffard, Commandant van het Engelsche oorlogsschip „Wanderer", ligt ten O. van de Marchesa-baai, N.O.kust Borneo, eene uitgestrek te ondiepte, welke zich ten Z.W. van de op blz. 352, No. 445, sub 3 van deze jaargang genoemde bank bevindt. Ligging ongeveer van de ondiepste plaats met 36,6 d.M. water: 6° 42' 15" N.b., 118° 6' 0" 0.1.

JAVA, MADOERA EN KLEINE SOENDA EILANDEN.

Oost-Indische Archipel. 581. Klip ten Z. van het eiland Sapoedi, Straat Madoera. Volgens mededeeling van den gezag

voerder van het Nederlandsche stoomschip „Pekalongan” heeft zijn schip gestooten op een klip ten Z. van het eiland Sapoedi, straat Madoera, op de peiling: Z.W.punt Sapoedi N. 34° W., Z.punt Sapoedi N. 60° O. Peilingen: rechtwijzend.

CHINEESCHE ZEE; JAPAN; PACIFIC EN AUSTRALIE. N.-Amerika, W.kust. 582. Mistsein bij den lichttoren van Point Reyes, Californië. Den 30sten September a.s. zal bij den lichttoren van Point Reyes, Californië, de sirene, welke thans bij dik of mistig weder gebruikt wordt, vervangen worden door een stoomfluit, welke elke 70 sec. een geluidstoot van 5 sec. duur zal doen hooren.

Australië. 583. Rots be W. Booby-eiland bestaat niet. Ligging van lichtschip „Proudfoot Shoal", Torresstraat. Volgens mededeeling van Commander" L. S. Dawson, Commandant van het Engelsche opnemingsvaartuig „Rambler", werden op ongeveer 15 zeemijl O. ten Z. van Booby-eiland,

of op

ongeveer

10° 32' 30" Z.b, 141° 40' 0" O.1., zijnde de opgegeven ligging van een rots met 55 d.M. water, regelmatige diepten van 13,7 tot 16,5 M. water gevonden. Deze rots wordt daarom van de kaarten geschrapt. De ligging van het lichtschip „Proudfoot Shoal" is thans: 10° 32' 30" Z.b., 141° 28′ 25′′ 0.1. Miswijzing: 4° N.O. Zie jaargang 1890, blz. 391, No. 506.

584. Ligging van eenige eilanden en ondiepten, N.W.kust. Volgens mededeeling van Commander" W. U. Moore, Commandant van het Engelsche opnemingsvaartuig „Penguin" is de ligging van eenige eilanden en ondiepten op de N.W.kust van Australie de navolgende:

1. Cartier-eiland en Woodbine Shoal. Ligging W.punt Cartiereiland: 12° 31' 56" Z.b. 123° 32′ 46′′ 0.1.

Hierdoor is de plaats van dit eiland 5 zeemijl W.lijker dan op de kaarten staat aangegeven, en komt de, in het jaar 1873 aangegeven ligging van de Woodbine Shoal, 7 à 8 zeemijl N.W. van Cartier-eiland, overeen met de opgave van den gezag voerder van de „Sree Pas Sair" betreffende eene door hem ontdekte ondiepte op: 12° 25' Z.b. 123° 27 0.1. N.B. Daar er bij matigen wind van af 2 uur voor tot 2 uur na hoog water geen branding staat op het rif rondom Cartier-eiland, dit niet aangelood kan worden en de richting en kracht der stroomen in deze

vaarwaters onbekend zijn, moeten de gezagvoerders in deze vaarwaters de meeste voorzichtigheid in acht nemen.

[ocr errors]

2. Het wrak van de bark Anna Millicent" werd op de Z.W.punt van het rif rondom Cartier-eiland gevonden, waardoor het Millicent-rif, waarvan de ligging was opgegeven: 12o 35 Z.b. 123o 16' O.l. van de kaarten kan geschrapt worden.

3. Voor de ligging van Troughton-eiland werd gevonden: 13° 45' 1" Z.b., 126° 8' 44" O.1. of ongeveer 412 zeemijl ten W. van de, op de kaarten aangegeven plaats.

4. Op de aangegeven plaats der Northern Holothuria-banken werd door de „Penguin" tot tweemaal toe 46 M. water gelood. Door de veranderde ligging van Troughton-eiland liggen deze ondiepten vermoedelijk op: 13° 10' Z.b., 120° 53/ O.l. of op 4 zeemijl te W. van de aangegeven plaats op de kaart.

5. De ligging van de hoogste punt van Baudin-eiland, tusschen Condillac-eilanden en kaap Voltaire, is 14° 7' 51" Z.b. 125° 36′ 26′′ O.1. of op 3 zeemijl ten W. van de op de kaarten aangegeven plaats.

6. Ten Z.Z.W. op 2 zeemijl van de W.punt van South Heywood-eiland ligt een rif, 2 zeemijl groot, met 55 tot 73 d.M. water. Ligging N.punt: 15° 24/ Z.b., 1240 15 45" 0.1.

585. Vaartuig gezonken in het vaarwater naar Port Phillip. Victoria. Volgens „Notice to Mariners", Melbourne 1890, is den 13den Augustus j.l. in het vaarwater naar Port Phillip, Z.kust Victoria, het jacht „Albert" omgeslagen en gezonken. Het ligt op het merk: bakens op Swan-eiland en Nepean-rots inéén", op 31 zeemijl Z. 12 O. van Lonsdale-punt.

4

[ocr errors]
[ocr errors]

Nieuw Zeeland. 586. Klip bij den ingang van Bluff-Harbour, Nieuw-Zeeland. Volgens mededeeling van de Bluff Harbour Board", ligt bij den ingang naar Bluff Harbour, Middel-eiland, Nieuw-Zeeland, een klip van geringe uitgstrektheid met 59 d.M. water, op de peiling: Z.punt van de Tewaewae-rots O. N.O. 3 0. De zwarte streep op het O.einde van Starling-Point Z. t. O. 0. N.B. De rots ligt slechts 37 M. ten Z.W. van het merk: Bakens op de Middle-banken ineen.

1

4

2

Pacific. 587. Vruchteloos onderzoek naar eenige ondiepten, Samoa-eilanden. Volgens mededeeling van Commander" E. M. Shepard, Commandant van het Amerikaansche oorlogsschip

[ocr errors]
[ocr errors]

„Mohican", is een vruchteloos onderzoek ingesteld naar twee ondiepten met 73 d.M. en 110 d.M. water, Samoa-archipel, waarvan de ligging was opgegeven: 14° 42 Z.b. en 170° 31' W.1., 14° 16 Z.b, en 170° 22' W.1. In de nabijheid van de ondiepte met 73 d.M. water werd 1213 M. diepte gevonden, terwijl bij de andere met 100 M. geen grond werd gelood. Beide ondiepten staan als twijfelachtig (P.D.) op de kaart aangeteekend. Verder werden nog op de navolgende plaatsen loodingen verricht: 14° 13 Z.b., 170° 57′ W.l. 59 M.; 14° 11' Z.b., 171° 3' W.1. 3378 M.; 14° 2' Z.b., 171° 13′ W.1. 3033 M.; 13° 55' Z.b., 171° 21 W.1. 1487 M.

588. Klip in de haven van Matautu. Samoa-eilanden. Volgens mededeeling van den gezagvoerder van den Duitschen schoener „Neptun" ligt op ongeveer 270 M. N.W. 12 N. van het uiteinde van het rif aan de O.zijde van de haven van Matautu, eiland Savoi, Samoa-eilanden, een klip met 43 d.M. water.

Varia.

Binnen kort is eene

Loodsdienst in het Engelsche Kanaal. belangrijke wijziging te wachten in den loodsdienst in het Engelsche Kanaal tusschen Dungeness en Gravesend. De „Trinity authorities" besloten in het station te Dover twee stoomvaartuigen te plaatsen ter vervanging van de vier kotters, die den dienst tot nog toe vervulden. De vaartuigen zullen worden ingericht voor een grooter aantal loodsen en uitgerust worden met alles wat noodig is om hunne belangrijke plichten naar behooren te vervullen. (Merc. and Sh. Gaz.)

Kanaal van Liverpool naar Manchester. Dit Kanaal, dat grootendeels evenwijdig loopt aan de rivier de Mersey, natuurlijk zonder haar talrijke bochten te volgen, en dat de rivier op

2

verschillende plaatsen snijdt, heeft een totale lengte van 351, Eng. mijl. Hiervan is een gedeelte, lang 21 mijl, toegankelijk voor het getij. Het overige gedeelte is door sluizen afgesloten.

De minste breedte op den bodem is 120 voet, op den waterspiegel bedraagt zij 150 à 300 voet.

Behalve de sluizen aan den ingang, die omstreeks hoog water open staan en anders gesloten zijn, doch ten allen tijde gelegenheid geven om te schutten, zijn er nog vier stel sluizen te Latchford, Irlam, Barton en Mode Wheel, die te zamen de schepen 60 voet doen stijgen. Op elk dezer plaatsen zijn twee schutsluizen, een lang 600 voet, breed 65 voet en een lang 350 voet, breed 45 voet.

2

De diepte van de sluizen bij den ingang is bij hoog water in de doode getijen 30 voet en bij springtij 40 voet. De minimumdiepte van het kanaal is bepaald op 26 voet en van de sluisdrempels op 28 voet teneinde later zoo noodig het kanaal te kunnen uitdiepen.

Over het kanaal gaan vier hooge spoorwegbruggen en zes draaibruggen. De nauwste doorgang is 75 voet.

« 이전계속 »