Z. 36° O. tot Z. 52o O. en N. 89° O. tot Z. 64° O. Ligging: 62° 52′ 45′′ Nb, 6° 56′ 45′′ Ol. De brandtijd van beide lichten is van den 1sten Augustus tot den 15den Mei.

Op denzelfden datum is op Bukö in de Karm-sond, een wit vast licht met verduisteringen ontstoken, zichtbaar tot op 6 zeemijl, tusschen de rechtw. peilingen N. 12° W. door W. en Z. en Z. 38° O., met een rooden sector tusschen de peilingen N. 19° W. en N. 50° W. BeN. Salhus is het licht beO. het rechtw. Z. 200 O. door het hooge land onzichtbaar. Ligging: 59° 21′ 10′′ N.b., 5° 18′ 50′′ O.1. Brandtijd van 1 Augustus tot 1 Mei. Zie jaarg. 1889 No. 208 (2), (3), en (6).

Zweden. 46. Geleidelicht veranderd op Klein-Varholmen. Kattegat. Het Z.lijkste geleidelicht op Klein-Varholmen, toonende een rood vast licht, wordt zoodanig veranderd dat het een wit vast licht toont. De beide geleidelichten zijn dus wit. Zie jaarg. 1889 No. 173 en 438.

Denemarken. 47. Mededeeling betreffende het rif ten N.W. van Anholt. Kattegat. Volgens de laatste opname strekt het rif ten N.W. van het eiland Anholt zich verder uit dan op de kaarten staat aangegeven. De grens van 37 dm. ligt nu op ruim 1500 m. afstand van het baken, dat nog niet verplaatst is. NOORDZEE.

Nederland. 48. Lichtschip aangekondigd be W. de Haaksgronden. Het voornemen bestaat in de maand Februari van dit jaar, een lichtschip in station te leggen in de Noordzee, be W. de Haaksgronden en wel N. 287° O. op 15.5 zeemijl van de lichttoren van Kijkduin. Komt volgens dien, a geographische ligging: 52° 58' N.b., 4° 18' 0.1., b. diepte 16 à 161⁄2 vaam, gewoon laagwater, c. koers en verheid tot lichtschip Terschellingerbank N. 49 O. 834 geographische mijl, tot lichttoren Eierland N. 72° 0. 6 geographische mijl, tot boei Noorder Haaks N. 98° O. 212 geographische mijl, tot boei Zuider Haaks N. 1230 O. 234 geographische mijl, tot lichtschip Noord Hinder N. 234° O. 253, geographische mijl, tot lichtschip Schouwenbank N. 220° O. 1912 geographische mijl, tot lichttoren IJmuiden (Hooge) N. 1760 O. 81 geographische mijl.

4

8

Het lichtschip zal een draaienden lichttoestel voeren, toonende twee opvolgende witte schitteringen, daarna eene verduistering van ongeveer 10 seconden, gevolgd door eene roode schittering,

4

alles om de halve minuut zichtbaar tot op 23 geographische mijl (11 zeemijl). Het vaartuig voert aan den grooten mast den lichttoestel en een rooden bol in top als dagmerk, achterop een druilsmast voor seinen. De romp van het vaartuig is rood geschilderd met een breeden witten gang waarop aan beide zijden in zwarte letters Haaks". Als ankerlicht wordt een wit lantaarnlicht getoond voorop aan stag.

Het mistsein, door middel van een sirene met verwarmde lucht gedreven, bestaat uit twee snel opvolgende geluidstooten, gevolgd door pauze, alles om de twee minuuten. Ingeval de sirene niet dadelijk gereed is, wordt het mistsein met de klok gegeven, zooveel mogelijk elke halve minuut twee opvolgende slagen, gevolgd door eene pauze.

Wanneer het draailicht niet getoond kan worden, door averij aan den lichttoestel of anderzins, zal in de plaats een wit vast lantaarnlicht in top gevoerd en buitendien om de 10 minuten een rood flambouwlicht even boven de verschansing worden getoond.

Wordt aan boord van het lichtschip gezien, dat eenig schip gevaar loopt door het sturen van verkeerden koers, dan zal van het lichtschip gewaarschuwd worden met een zoo noodig herhaald kanonschot en met de seinvlaggen J. D. van het internationale seinboek („Gij zijt in gevaar") te laten waaien tot contra-sein gedaan is.

Een helder lichtgevende vuurpijl, onmiddellijk voorafgegaan door een kanonschot, is het sein bij nacht, dat aan boord van het lichtschip hulp van den wal wordt verlangd.

Tot blijvende aanwijzing van de, voor station van het lichtschip gekozene plaats, zullen twee ankerboeivormige tonnen dienen, beiden rood geschilderd met een witten horizontalen band, waarop in zwarte letters H No. 1 en 2, gelegd N.-Z. 3 kabellengten van elkander.

49. Stoomschepen gezonken in de Noordzee. In de Noordzee zijn twee stoomschepen gezonken. naar gissing N. N.W. W. op 20 zeemijl van het lichtschip Schouwenbank", in 32 m. water. Volgens het Eng. bericht liggen deze wrakken op 52° 10 N.b. en 3o 14' 0.1. en op 52° 11' N.b. en 3° 13' 0.1. Engeland. 50. Belboei Longscar, Hartlepool baai verlegd. O.-kust. De belboei Longscar is in dieper water gelegd en

ligt nu in ongeveer 91 dm. water op de peiling: Lichttoren Hartlepool Heugh N. t. W. W., Lichtopstand op N.O. pier West Hartlepool N.W. W., Lichttoren Seaton Low W. t. Z. Schotland. 51. Mistklok geplaatst bij de haven van Aberdeen. O.-kust. Op den N.lijken havendam van Aberdeen is eene mistklok geplaatst, welke bij dik of mistig weder drie slagen zal doen hooren met 2 sec. tijdsruimte tusschen iedere slag, opgevolgd door eene pauze van 10 sec. N.B. De stoommisthoorn bij den lichttoren van Girdleness, blijft dezelfde seinen doen als vroeger.

WESTKUST VAN ENGELAND EN SCHOTLAND, IERLAND. lerland. 52. Ontsteking aangekondigd van geleidelichten te Queenstown. Haven van Cork. Den 1sten Januari 1890 zouden te Queenstown twee groene vaste geleidelichten ontstoken worden, welke inéén gehouden vrij voeren van Bar-rots. Het O.-lijke licht staat op het O.-lijk uiteinde van Deep Water quay; het W.-lijke licht ligt in de richting W. N.W. W. op 329 m. van het O.-lijke.

KANAAL, ATLANTISCHE KUST VAN FRANKRIJK, SPANJE EN PORTUGAL.

Frankrijk. 53. Lichten bij de nieuwe voorhaven van Calais. N.-kust. Op het W.lijk uiteinde van den N.lijken havendam der nieuwe voorhaven van Calais, brandt een groen licht. Bij het W.lijk uiteinde van den Z.lijken dam is eene lichtboei gelegd.

54. Ontsteking aangekondigd van het electrieke licht van Goulfar baai. Belle Ile. Tijdelijk licht gebluscht. W.kust. Den 5den Januari is het electrieke licht van Goulfar-baai ontstoken en het tijdelijke licht gebluscht. Zie jaarg. 1889 No 181, 321 en 398.

MIDDELLANDSCHE EN ADRIATISCHE ZEE.

Italië. 55. 55. Verandering in lichten en boeien in de Golf van Napels. W.-kust. Het vaste licht op het N.O.lijk uiteinde van het hoofd S. Gennaro is vervangen door een rood vast licht met verduisteringen, dat iedere 5 sec. zichtbaar is. Ligging: 40° 50′ 20′′ N.b., 14° 15′ 42′′ O.l.

Op den kop van het Z.O.-lijk gedeelte van het Oostelijk hoofd worden twee groene lichten onder elkaar geheschen. Bij het

uiteinde van dat hoofd ligt een lichtboei, toonende een vast groen licht. Ligging: 40° 50' 18" N.b., 14° 16' 16" 0.1.

Op het uiteinde van den O.lijken dam zullen voortaan in plaats van één rood vast licht, twee roode vaste lichten aan een opstand vertikaal onder elkander worden geheschen. Zie jaarg. 1890 No. 9.

56. Verandering van het licht op het houten hoofd der haven van Senigallia. O.-kust. Den 1sten Januari jl. is het witte vaste licht op het houten havenhoofd van Senigallia, veranderd in een rood vast licht. Is echter de Misa-rivier zoo gewassen, dat men niet kan binnenloopen, dan zal evenals vroeger in plaats van dit roode, een groen licht worden getoond.

Oostenrijk. 57. Boei gelegd bij de haven van Fiume. Bij de haven van Fiume is, ter aanduiding van het hoofd No. IV op 400 m. ten W.N.W. van het Rudolf-havenhoofd een boei gelegd, overdag voorzien van een roode vlag, en toonende bij nacht een wit vast licht.

58. Zichtbaarheid van het licht op Glavat-eiland. Lagostinieilanden. Het licht op Glavat-eiland is verduisterd tusschen de rechtw. peilingen: Z. 66° O. en N. 67° 0.

NOORD ATLANTISCHE OCEAAN EN GOLF VAN MEXICO. Canarische-eilanden. 59. Mededeelingen betreffende de Gandoklip. O.zijde Groot Canaria. Uit eene opname, in 1886 op last der Spaansche Regeering gedaan, betreffende de ligging der Gando-klip, is het navolgende gebleken. Zij ligt op 870 m. rechtw. N. 70° O. van de N.O.punt van het schiereiland Gando en op 800 m. ten Z. 71 O. van de rots Gando, welke op 350 m. beN. het schiereiland van dien naam ligt. heeft een zeer scherpen vorm, rijst steil van den bodem der zee op en heeft drie punten, welke bij laagwaterspringtij 3 dm. boven water uitsteken. Er zijn reeds verscheidene schepen op verongelukt, en er is sprake van haar door middel van dynamiet tot op eene diepte van 10 à 12 m. op te ruimen. Zie jaarg. 1887 No. 288 en 1888 No. 53 en 212.

De klip

Azoren. 60. Ligging van een belboei in Horta-baai. Z. W.zijde eiland Fayal. In Horta-baai ligt ter aanduiding van het onafgewerkte gedeelte van het breekwater, een belboei, waar men beN. en beO. langs moet gaan.

Canada. 61. Geleidelichten ontstoken bij Haszard-punt. Haven

ingang van Charlottetown. Z.kust Prince Edward-eiland. Bij den haveningang van Charlottetown zijn twee roode vaste geleidelichten ontstoken. Het buitenste of voorste licht staat bij Haszard-punt, Bellevue-Farm, op 11 m. afstand van den oever, en is slechts over een kleine boog zichtbaar tot op 8 zeemijl. Ligging: 46° 11/ 50" N.b., 63° 4' 5" W.1. Het binnenste licht staat achter Bellevue Farm, op 684 m. ten N.O. N. van het buitenste licht en is zichtbaar tot op 12 zeemijl.

Binnenkomende schepen kunnen ter hoogte van Prim-punt deze geleidelichten in elkander brengen en ze met den koers N.O. N in één houden totdat zij dwars van de ton St. Peter Spit zijn; daarna moet worden aangestuurd op het licht van Blockhouse-punt. De geleidelichten in één houdende heeft men 91 dm. minste water.

62. Licht aangekondigd op Cold Spring Head. N.-kust Nieuw Schotland. In het begin der lente, bij de wederopening der scheepvaart, wordt op Cold Spring Head, Bay Verte, een wit vast licht ontstoken, zichtbaar tot op 13 zeemijl. Ligging: 45° 58/ 5" N.b., 63° 52' 0" W.1.

63. Licht aangekondigd te Fort Folly-punt. N.-zijde Fundybaai. Nieuw Brunswijk. Den 1sten Maart a.s. wordt op Fort Folly-punt, bij de samenvloeing der Petitcodiac en Memramcookrivieren, een wit vast licht ontstoken, zichtbaar tot op 14 zeemijl. Ligging: 45° 52' 5" N.b., 64° 33' 52" W.1.

V.-S. Noord-Amerika. Oostkust. 64. Tijdelijk licht ontstoken op den in aanbouw zijnden lichttoren bij het Z.einde van Lubeck Narrows. Fundy-baai. Maine. Op den in aanbouw zijnden lichttoren bij het Z.einde van Lubeck Narrows, is tijdelijk een wit vast licht ontstoken. De lichttoren staat op de rechtw. peiling: Lichttoren Mulholland's Point N. 6° W. op 14 zeemijl, Liberty Point Ledge Z. 65° O. op 2 zeemijl.

65 Licht op Deereiland. Haven van Boston. In het laatst der maand Januari 1890 zoude op de Z zijde van Deer-eiland, een wit vast licht worden ontstoken, toonende iedere 30 sec. ééne roode schittering, zichtbaar tot op een afstand van ongeveer 13 zeemijl van ZW. t' W. W. door W., Z. en O. tot ZO. t'O. Ligging ongeveer 42° 20' 24" Nb., 70° 57/ 18" Wl. Bij het binnenkomen der haven moet dat licht aan S. b. worden gehouden,

8