페이지 이미지
PDF
ePub

genoemde ondiepten het dieptecijfer 63/4 staat aangegeven. Ligging Banjoewangi ongevoer: 8° 12′ Z.b. en 114° 23′ 0.1.

Kleine Soenda-eilanden. 102. Telegraaflicht gebluscht. Dagmerk weggenomen. Boeleleng. Bali N.-kust. Aangezien het landeinde van den telegraafkabel naar Makasser, verlegd is naar het O.-lijk telegraaf kabelhuisje, zullen de verbodsbepalingen om te ankeren ter reede van Boeleleng, nabij het W.-lijk telegraafkabelhuisje, vervallen. Het roode telegraaflicht, getoond in dit W.-lijk kabelhuisje is gebluscht en de witte kegel op den O.-hoek van het dak weggenomen. De witte kegel op den W.-hoek en de witte bol op het dak zullen blijven, daar zij de W.-lijke grens der reede aangeven. Ligging kabelhuis ongeveer: 8° 5′ 48" Z.b. en 115° 5' 6" O.l. (volgens Ned. krt." No. 117.)

"

CELEBES, MOLUKKEN EN PHILIPPIJNEN.

Philippijnen. 103. Licht ontstoken. St. Nicholas bank. Van het baken op de NW.-punt van St. Nicholas bank, baai van Manilla, is een wit electrick schitterlicht ontstoken, toonende iedere 60 sec. ééne schittering van 20 sec., gevolgd door eene verduistering van 40 sec. duur, zichtbaar over den geheelen horizon, uitgenomen in 8 sectoren elk van 3° tot op 4 zm. Lichtopstand: Steenen, afgeknot kegelvormig voetstuk met een zwart geschilderden ijzeren toren. Ligging ongeveer: 14° 26' 41" N.b. en 120° 45′ 15′′ 0.1.

CHINEESCHE ZEE, JAPAN, PACIFIC EN AUSTRALIË. Azië, O.-kust. 104. Ondiepte ontdekt. Yang Tse Kiang. China. Volgens mededeeling van den kommandant van het Duitsche oorlogsschip „Kaiser", ligt tusschen het lichtschip „Kiu Toan" en de ton nabij Blockhouse shoal, eene ondiepte met diep water er omheen, op de peiling: lichtschip „Kiu Toan" Z. 45° O. op 920 M., of op ongeveer: 31° 17' 30" N.b. en 121° 47' 0" 0.1. Deze ondiepte ligt juist in de aangegeven stoomlijn en was bij de loodsen niet bekend.

105. Mistseinen worden gedaan. Kaap Notoro, Skrypleff en St. Nicolas point. De mistseinen op Kaap Notoro (Krilon), Z.-punt van het eiland Saghalin, La Perouse straat, op het eiland Skrypleff, Eastern Bosporus en op St. Nicolas point, Golf van Tartarije, worden thans met de sirene gedaan als volgt: toonen van 7 sec., gescheiden door tusschenruimten van

1 tot 2 min. en niet zooals vroeger vermeld is: toonen van 7 sec., gescheiden door tusschenruimten van 1 tot 2 sec. Wanneer de sirene onklaar is, worden de mistseinen met de klok en door middel van kanonschoten gedaan. Ligging Kaap Notoro ongeveer 45° 54′ N.b. en 142° 2' 0.1. Ligging Skrypleff ongeveer 43° 1' 40" N.b. en 131° 56′ 30′′ O.1. Ligging St. Nicolas point ongeveer: 48° 56' 30" N.b. en 140° 23' 30" 0.1.

Japan. 106. Licht Oyama gebluscht. Nipon. Het roode vaste licht van Oyama, dat vroeger tijdelijk was gebluscht, wordt niet weder ontstoken en is daarom van de „Eng. Adm. krt". geschrapt. Ligging ongeveer: 34° 36' N.b. en 137° 9' 0.1.

N.-Amerika W.-kust. 107. Lichten ontstoken. William head. Britsch Columbia. Op William head, Vancouver eiland, Straat Juan de Fuca, zijn 2 roode vaste lichten ontstoken, zichtbaar tot op 4 zm. Het N.-lijkste licht wordt op de uiterste punt van William head en het Z.-lijkste op 9 M. Z. 16° W. van het N.-lijkste getoond. Lichtopstanden: Lichtopstanden: lantaarnpalen. lantaarnpalen. Ligging N.-lijkste licht, op ongeveer: 48° 20′ 25′′ N.b. en 123° 31′ 45′′ W.1. Deze lichten dienen tot aanduiding van de quarantaine ankerplaats, beN. William head, eerst wordt N. gestuurd totdat de lichten achterlijker dan dwars zijn, waarna de koers W. wordt totdat de lichten in elkaar komen, alwaar dan geankerd wordt. Deze ankerplaats wordt ook aangeduid wanneer het witte schitterlicht Race islands blind raakt achter William head.

108.

Ton gelegd. Peacock spit. Columbia rivier. Washington. Nabij de Z.-punt van Peacock spit, N.-zijde van het vaarwater aan den mond van de Columbia rivier, is in 30 vt. water, eene zwarte stompe ton No. 11, gelegd, op de peiling: lichttoren Cape Disappointment N. 5° 30′ W. op 1.2 zm., lichttoren Adams point Z. 65° O., of op ongeveer: 46° 15′ 30′′ N.b. en 124° 0′ 45′′ W.1.

[ocr errors]

Zuid-Amerika. W.-kust. 109. Gevaar aanwezig in het vaarwater van Pacasmayo. Peru. Volgens mededeeling van den gezagvoerder van het s.s. ,Sarmiento", stootte dit schip den 21 November 1897 op een voorwerp van geringe uitgestrektheid, met 22 vt. water en 512 vm. onmiddellijk daaromheen, op de peiling lichttoren op het havenhoofd van Pacasmayo N. 77° 0.

op 3 zm., wrak nabij Pacasmayo punt ongeveer Z. 4° W. Ligging ongeveer: 7° 24′ Z.b. en 79° 34′ W..

110. Mededeelingen omtrent het vaarwater naar Arauco bay. Chili. Volgens mededeeling van den kommandant van het Eng. opnemingsvaartuig „Egeria", valt het navolgende op te merken omtrent de gevaren in Boca Chica. 1e. Hall rock, gerapporteerd in 1859 door den gezag voerder van het s.s. „Cloda", is een klip met 4 vm. water en 13 tot 20 vm. onmiddellijk daarom heen ligt op de peiling: Lavapie point N. 46° O. op 3,6 zm. Loberia rock Z. 29° O., of op ongeveer: 37° 9′ 55′′ Z.b. en 73° 39′ 35" W.1. Bij slecht weder breekt de zee op deze klip. 2e. Naar de rots die in 1892 gerapporteerd is door den gezagvoerder van het s.s. Pilcomago", als liggende op de peiling: kaap Rumena N. 74° O. op 2.75 zm., is tevergeefs gezocht. Ligging ongeveer: 37° 13′ 10′′ Zb. en 73° 43′ 50′′ W.1. 3e. Naar Cockatrice rock, die in 1849 gerapporteerd is door den commandant van het Eng. oorlogsschip Cockatrice", als liggende op de peiling: Cadenas point N. 11° O., Cochinos point N. 67° O., is te vergeefs gezocht en daar ook de plaatselijke autoriteiten niets van het bestaan dier rots afweten, is zij van de Eng. Adm. krt." geschrapt. Ligging ongeveer: 37° 4′ 45′′ Z.b. en 73° 35′ 35" W.1. 4e. Meteor rock, gerapporteerd in 1866 is een klip met 21 vt. water, ligt op de peiling: Cochinos point N. 22° W. op 0.8 zm., Delicada point N. 27° O., ongeveer: 37° 5' 10" Z.b. en 73° 31′ 30′′ W.1. 5e. Naar Hector rock, liggende middenvaarwaters tusschen Lavapie point en het eiland Santa Maria, is tevergeefs gezocht en daarom van de Eng. Adm. krt." geschrapt. Gedurende de opneming beN. Lavapie point werd eene ondiepte gevonden met 6 vm. water, op de peiling: Lavapie point Z. 22° 0. op 1.9 zm., Cochinos point N. 39° O., of op ongeveer 37° 6′ 30′′ Z.b. en 73° 35′ 20′′ W.1. Bij later nauwkeurig onderzoek is deze laatste ondiepte niet meer teruggevonden, de minste diepte ongeveer op die plaats was 15 vm. Waarschijnlijk is dit de Hector rock, waar vroeger het s.s. „Araucania" op gestooten heeft, het is dan een kleine rots, waar de zee niet op breekt en het is op de „Eng. Adm. krt." aangebracht met het teeken van minder dan 6 vm.

[ocr errors]

of op

Ontwerp van wet betreffende de examens voor Stuurlieden en Machinisten.

[ocr errors]

Bij de Tweede Kamer is een ontwerp van wet ingekomen, regelende de toelating als schipper op koopvaardijschepen en het aan boord daarvan in dienst hebben van stuurlieden en ,machinisten." Onze lezers weten hoeveel jaren reeds naar zulk een wet werd verlangd, hoe dikwijls reeds van verschillende zijden hierom werd gevraagd. Zij zullen het dus op prijs stellen, dat de tegenwoordige regeering er toe overging, dit ontwerp in te dienen.

Bij de samenstelling van het ontwerp heeft men zich blijkbaar op het standpunt geplaatst, dat de wet alleen mag eischen wat Voor de veiligheid volstrekt noodzakelijk en onmisbaar is en dat alles, wat bovendien wenschelijk wordt geacht, aan de belanghebbenden zelf moet worden overgelaten. Dit is zeker een standpunt dat zuiver consequent gehandhaafd kan worden; men kan met vrij groote zekerheid aangeven wat bepaald onmisbaar is, terwijl alles wat men meer verlangt, eenigszins willekeurig is en door den een overbodig, door een ander ontoereikend zal worden gevonden. Als een natuurlijk gevolg van deze opvatting zijn de eischen, in het ontwerp gesteld, uiterst bescheiden, zoo bescheiden zelfs, dat ze vermoedelijk bij velen eenige teleurstelling zullen wekken.

Als strikt noodzakelijk wordt beschouwd, dat de gezagvoerder de noodige bekwaamheid heeft, blijkende uit het bezit van een diploma voor eersten stuurman en dat bovendien op elk schip iemand aanwezig is, in staat en bevoegd om hem af te lossen of te vervangen. Het wetsontwerp bemoeit zich natuurlijk niet met de regeling van den inwendigen dienst aan boord, maar blijkbaar is er bij aangenomen, dat deze beide in staat zullen zijn om, zoo noodig, te zamen het schip bij korte trajecten veilig over zee te brengen. Voor langere trajecten acht men

9

het noodig, dat er nog een derde persoon aan boord is, aan wien men althans een wacht kan toevertrouwen en die dus in

het bezit moet zijn van een diploma voor tweeden of derden stuurman. Overbodig kan men dit zeker niet noemen, daar anders de dienst voor gezag voerder en eersten stuurman te afmattend zou worden en geheel onmogelijk voor den overblijvende als de andere ziek mocht worden.

Wat het machinekamer-personeel betreft, acht men het noodig dat er voor kleine trajecten één persoon aan boord is, bevoegd en in staat om het toezicht te houden en in bijzondere gevallen handelend op te treden, wat moet blijken uit het bezit van diploma B. Voor grootere trajecten moet er nog een persoon zijn, die eerstgenoemde kan vervangen en het diploma A bezit. Op mail- en passagiersschepen, bestemd voor grootere trajecten, worden in plaats van de diploma's B en A gevorderd C en B.

Tot de kleinere trajecten worden gerekend alle reizen naar en van Europeesche havens, waarbij alle Middellandsche Zeeen Zwarte Zeehavens als Europeesche worden beschouwd en tot de grootere trajecten alle reizen naar en van plaatsen buiten Europa.

Op schepen van 100 ton en kleiner zijn deze bepalingen niet toepasselijk.

Zooals men ziet, zijn de eischen zeer laag gesteld en het is niet waarschijnlijk, dat het voldoen hieraan zwarigheden zal opleveren; vermoedelijk zullen veel schepen blijven varen met een grooter aantal, dan het wettelijk gestelde minimum, maar dit minimum kan, als het noodig is, het schip over zee brengen. Dat zich hierbij wel eens moeielijkheden zullen voordoen, is zeker. We laten nog in het midden in hoeverre het wenschelijk is, dat de gezagvoerder geregeld mede wacht doet, maar stellen het geval, dat een schip met het wettelijke minimum vertrekt naar een Spaansche haven en dat in het begin van de reis de gezagvoerder of de eerste stuurman (de eenige stuurman) een ongeluk krijgt of ziek wordt. De andere heeft dan de keus, dagen achtereen onafgebroken aan dek te blijven of in een noodhaven binnen te loopen. Intusschen moet erkend worden, dat hij het in zijn macht heeft een van deze wegen te volgen en dat dus het ongeluk, aan één man overkomen, niet het geheele schip in gevaar brengt. Dit zou wel het geval zijn,

« 이전계속 »