페이지 이미지
PDF
ePub

Ligging ongeveer: 28° 55′ 55′′ N.b. en 95° 17′ 20′′ W.1. (volgens „Eng. Adm. krt." No. 2831.) Nabij den lichtopstand worden mistseinen gedaan met de klok, elke 20 sec. eenige slagen. Het licht vroeger getoond door een particuliere onderneming aldaar, (Brazos River Channel and Dock Company) is thans gebluscht.

WEST-INDIË EN ZUID-ATLANTISCHE OCEAAN.

Puerto Rico. 54. Licht ontstoken. Morillo point. N -kust. Op Morillo point O.-zijde van de ankerplaats te Arecibo, is een wit vast licht ontstoken, zichtbaar tot op 18 zm. Lichtopstand: witte, achtkante steenen toren, met witte, vierkante wachterswoning. Ligging ongeveer: 18° 29′ 36" N.b. en 66° 41′ 56" W.1.

Zuid-Amerika. O.-kust. 55. Licht wordt ontstoken. Dungeness. Straat Magellan. Chili. In den loop van het jaar 1898, wordt van een nieuw te bouwen lichttoren op kaap Dungeness, O.-lijke ingang straat Magellan, een wit schitterlicht ontstoken, toonende iedere 60 sec. eene schittering van 8 sec., gevolgd door eene verduistering van 52 sec. duur, zichtbaar tot op 15 zm. Lichtopstand: ronde ijzeren toren op steenen voetstuk, met vierkante wachterswoning. Ligging ongeveer: 52° 23′ 55" Z.b. en 68° 25' 40" W.1. Ook wordt van denzelfden lichttoren, beneden het bovengenoemde licht een wit vast licht ontstoken, zichtbaar in Z. 50 W. tot in Z. 54° W. (4°), over de rots Nassau.

INDISCHE OCEAAN.

[ocr errors]

Golf van Aden. 56. Mededeeling omtrent de geleidelichten van Jibuti. Volgens mededeeling van den gezagvoerder van het S.S. Cachar", wordt het lage geleidelicht naar de haven van Jibuti zeer gemakkelijk verward met de lichten van de op de reede liggende schepen en moet het hooge licht zoo nauwkeurig mogelijk op de peiling Z. 8° W. gebracht worden, om het in die peiling te houden naar de reede. Ligging ongeveer: 11° 33 N.b. en 43° 8' 0.1.

SUMATRA EN STRAAT MALAKKA.

Straat Malakka. 57. Ton van topteeken voorzien. Reede Singapore. De roode spitse ton „Man of war Anchorage", op de reede van Singapore, liggende op de peiling: vlaggestok fort ,Canning" N. 55° W. op 1.75 zm., obelisk Tandjoeng Katong

[ocr errors]

N. 42° O., of op ongeveer: 1° 16' 28" N.b. en 103° 52′ 16′′ O.1., is voorzien van een bol als topteeken.

BORNEO EN ARCHIPEL TUSSCHEN SUMATRA EN BORNEO. Lingga Archipel. 58. Licht ontstoken. Lingga. Op de ZO.-punt van het eiland Lingga (hoek Djang), is een draailicht ontstoken, toonende iedere 30 sec. 2 schitteringen elk van 2 sec., gescheiden door verduisteringen van 2 en 24 sec. duur. Dit licht raakt blind in Z. 4° 0. achter hoek Djang, in N. 66° O. achter hoek Goebang, achter het eiland Selentang en gedeeltelijk achter de eilanden Kaka en Singsa. Ligging ongeveer: 0° 15′ 20′′ Z.b. en 104° 57′ 40′′ O.1.

JAVA MADOERA EN KLEINE SOENDA-EILANDEN.

Java. 59. Ton gelegd. Struisvogelklippen. N.-kust. Op de plaats van het baken op de Z.-kant der Struisvogelklippen (Karang Besar), is eene zwarte spitse ton met bol, gelegd. Ligging ongeveer: 5° 53' 32" Z.b. en 106° 28′ 15′′ Ó.I.

60. Minder diepte op het Ommen rif. Reede Banjoewangi. O.-kust. Op het Ommen rif staat slechts 3 vm. water. Ligging Ommen rif op ongeveer: 8° 11′ 56′′ Z.b. en 114° 24′ 0′′ 0.1. Keine Soenda-eilanden. 61. Licht ontstoken. Ampenan. Lombok. W.-kust. Op ongeveer 62.5 M. N. 33° 42′ O. van den vlaggestok te Ampenan, is een wit vast licht ontstoken, zichtbaar tot op Lichtopstand: opengewerkte, witte ijzeren opstand, witte lichtwachterswoning met rood dak. Ligging ongeveer: 8° 34' 15" Z.b. en 116° 4' 1" O1. (Volgens „Ned. krt." No. 117.)

11 zm.

62. Tonnen gelegd reede Laboean Hadji. Lombok. O.-kust. Op de reede van Laboean Hadji, zijn ter betonning eener geul voor lichte vaartuigen de navolgende tonnen gelegd:

1e. eene kleine zwarte spitse ton, op de peiling: vlaggestok Laboean Hadji N. 61° 30′ W. op 450 M., of op ongeveer: 8° 42' 6" Z.b. en 116° 34′ 12′′ O.1.

2e. eene kleine witte spitse ton, op de peiling: vlaggestok Laboean Hadji N. 57° 30′ W. op 770 M. of op ongeveer: 8° 42′ 14′′ Z.b. en 116° 34′ 21′′ 0.1.

3e. eene kleine witte spitse ton, op de peiling: vlaggestok Laboean Hadji N. 69° 30" W. op 500 M. of op ongeveer: 8° 42' 5" Z.b. en 116° 34′ 15′′ 0.1.

63. Mededeeling omtrent de ligging van de eilanden Komba en Kalao. Flores zee. Volgens mededeeling van den kommandant van het Oostenrijksche oorlogsschip „Albatros", ligt het eiland Komba 3′ 22′′ O.lijker dan op de kaart staat aangegeven en het in de nabijheid liggende eiland Kalao, 4' W.lijker. De hoogste top van laatstgenoemd eiland, op het W.lijke gedeelte, op ongeveer van de geheele uitgestrektheid van het eiland, moet liggen op 120° 49′ O.1, waar volgens de kaart de W.lijke punt van dat eiland ongeveer ligt.

CELEBES, MOLUKKEN EN PHILIPPIJNEN.

Celebes. 64. Rif ontdekt. Z.-kust. Volgens mededeeling van den gezag voerder van het Ned. Ind. ss. „Japara", heeft hij een losliggend rif met 16 vt. water ontdekt, op de peiling: hoek Malasoro in hoek Djeneponto en Slangenberg in hoek Petang of op ongeveer 5° 42′ 50′′ Z.b. en 119° 44′ 25′′ O.l. (volgens Ned. krt." No. 121.)

[ocr errors]
[ocr errors]

65. Rif ontdekt. Golf van Tomini. O.kust. Volgens mededeeling van den gezaghebber van het Gouvernements S.S. Raaf", ontdekte hij een rif met 3 voet water, op de peiling: eilandje, liggende, volgens „Ned. krt." No. 141 (1892) op ongeveer: 0° 22′ N.b. en 120° 37′ O.1., N. 83° O., hoek Palasa N. 6° W., hoek Tenombo N. 80° W., of op ongeveer: 0° 21' 0" N.b. en 120° 25′ 45′′ O.l. (volgens „Ned. krt." No. 141.) Het rif heeft eene middellijn van 30 M. en is bedekt met koraal en zand. Op 40 M. afstand van het rif werd geen grond gelood met 70 vm.

CHINEESCHE ZEE, JAPAN, PACIFIC EN AUSTRALIË.

Azië. O.-kust. 66. Mistseinen worden gedaan. Liau Ti Shan. China. Nabij den lichttoren Liau Ti Shan, straat Pe Chi Li, zullen bij het naderen van schepen welke een mistsein doen hooren, drie kanonschoten met tusschenruimten van 60 sec. gedaan worden. Zoolang de naderende schepen hun mistseinen herhalen wordt iedere 15 min. het bovengenoemde sein gedaan. Ligging ongeveer: 38° 43′ 15" N.b. en 121° 8′ 15′′ 0.1.

N.-Amerika. W.-kust. 67. Roode sector aangebracht. Licht Berens Island. Britsch Columbia. In het witte vaste licht met verduisteringen Berens Island, is eene roode sector aangebracht,

zichtbaar in N. 31° W. tot in N. 36° W. (5°), over Brodchy ledge. Ligging ongeveer: 48° 25′ 20′′ N.b. en 123° 24' 5" W.l.

Z.-Amerika. W.-kust. 68. Licht wordt veranderd. Antofagasta. Chili. Het witte vaste licht Antofagasta, zal veranderd worden in een wit vast licht met verduisteringen, toonende iedere 10 sec. eene schittering van 7 sec. gevolgd door eene verduistering van 3 sec. duur. Ligging ongeveer: 23° 38′ 55′′ Z.b. en 70° 25' 20" W.1.

69. Licht veranderd. Curaumilla point. Chili. Het tijdelijke witte schitterlicht Curaumilla point, is gebluscht en vervangen door een wit schitterlicht, toonende: iedere 60 sec. eene schittering van 8 sec. gevolgd door eene verduistering van 52 sec duur. Ligging ongeveer: 33° 6' 0" Z.b. en 71° 44′ 40′′ W.l.

Pacific. 70. Onderzoek naar Diana shoal. Volgens mededeeling van den kommandant van het Eng. opnemingsvaartuig „Penguin", heeft hij over eene uitgestrektheid van 80 zm. in lengte en 40 zm. in breedte, tevergeefs gezocht naar de Diana shoal. Deze ondiepte met 6 vt. water is gerapporteerd in 1852 als te liggen op ongeveer: 8° 40′ N.b. en 157° 20′ W.1. Gedurende 5 dagen werden om de 7 tot 10 zm. loodingen gedaan en de diepten varieerden tusschen 2560 en 2946 vm. In verband met het bovenstaande en met de omstandigheid dat vele schepen, varende tusschen Honolulu en Fanning eiland menigmaal over die plaats zijn gevaren zonder iets van de ondiepte gemerkt te hebben, is zij daarom van de „Eng. Adm. krt." geschrapt.

N.-Amerika. W.kust. 71. Licht veranderd. Cape Disappointment. Washington. Het witte vaste licht Cape Disappointment, N.zijde van den mond der Columbia-rivier is veranderd in een wit en rood wissellicht, waarvan de periode 15 sec. is. Ligging ongeveer: 46° 16' N.b, en 124° 3' W.1.

Een en ander omtrent de middelen tegen aanvaring.

Door den heer J. C. de Roever wordt in de December-aflevering van dit tijdschrift, onder het opschrift „Uitwijken bij mist" op een middel gewezen tegen aanvaring bij dik weer, en komt Z.Ed., hoewel in den aanhef erkennende het met mij eens te zijn (zie het nummer van ,de Zee" Aug. 1897) omtrent het lichtpunt ontstaan door Art. 15b, tot de volgende conclusie:

[ocr errors]
[ocr errors]

Dat het hoogst wenschelijk is in de bepalingen op het uitwijken thans nog worde ingelascht een voorschrift waarbij aan het ééne stoomschip wordt opgelegd om te stoppen (stil te gaan liggen) en aan het andere om uit te wijken.

Dat art. 15b zooals de bepalingen thans zijn, slechts bestemd is voor stoomschepen die moeten stoppen, hetzij voor een loods voor machine-aangelegenheden enz., doch voor de navigatie in het algemeen geenerlei waarde bezit."

De wijze waarop Z.Ed het nieuwe artikel wenscht ingekleed, komt in het kort hierop neer:

„Een stoomschip dat vermeent voorlijker dan dwars het mistsein van een ruimen wind zeilend zeilvaartuig of beoosten zijn Noord-Zuidlijn een stoomfluit te hooren, moet stil gaan liggen en het signaal geven uit Art. 15b.

Bevinden beide stoomschepen zich nagenoeg Noord-Zuid van elkaar, dan moet het Zuidelijkste stoppen enz. Het andere stoomof zeilschip moet dan voorzichtig uitwijken."

Nu is er reeds onnoemelijk veel van gedachten gewisseld omtrent de vaart bij mist enz., de aandacht gevestigd ook op verschillende stelsels, als daar zijn:

10. Den kop naar het geluid te keeren en zoo steven op steven elkaar tegemoet te treden.

« 이전계속 »