ten doel heeft de afbeelding van den afgelegden weg te geven, ter eventueele contrôle.

Bariumperoxyde.

(Shipp. Gaz. Weekly Summary 2 Oct. 1914).

Door de Board of Trade werd een rapport uitgegeven over het verbranden van het s.s.,,Columbian" van de Leyland-line, groot 5100 ton reg. gross, welk schip in volle zee verbrandde, *) waarbij de brand zoo snel om zich heen pakte, dat het schip binnen een half uur verlaten moest worden.

Bij het rapport is een bijlage gevoegd, waarin ééne soort der goederen die aan boord van de „Columbian" zich bevond, n.l. barium peroxyde, in het bijzonder besproken wordt.

Mr. Steinmann van Antwerpen had verklaard dat sedert 10 jaar een sterk toenemend vervoer van deze stof plaats vindt en dat zijn firma drie tot vierduizend ton per jaar verscheept.

Deze stof genoemd bariumbinoxyde, dioxyde, peroxyde of superoxyde, werd vroeger veel gebruikt voor de vervaardiging van zuurstof, doch sedert meer moderne methoden worden toegepast, wordt bariumperoxyde veelvuldig gebezigd tot het vervaardigen van bleekmiddelen.

Mr. Rollin van de Hedworth Barium Cy. zeide dat zij sedert 1891 vervaardigden 48,000 ton.

In verband met verbrande schepen werd zoowel in Engeland als in Duitschland bijzondere aandacht aan bariumperoxyde gewijd. In 1897 verbrandde de Rialto", een schip van 2100 ton, van South Shields naar New York. Het schip had

op reis

*) 4 Mei 1914 op 40° 30′ N.B. en 59o W.L.

De bemanning verliet het schip in 3 booten. Negentien personen zijn omgekomen, één door brandwonden, twee door ontploffingen en elf door uitputting bij langdurig verblijf in de boot, mede in verband met het drinken van zeewater; vijf werden vermist.

De booten werden opgepikt resp. op 5 Mei, 6 Mei en 17 Mel.

5 ton bariumperoxyde aan boord. De stof was verpakt in eikenhouten vaten met ijzeren hoepels In het vat was een katoenen zak en de stof was omgeven door een papieren zak. Bij slecht weder werkte het schip zwaar en spoedig ontstond de brand.

Hevige ontploffingen hadden plaats, waarbij een bruin of geel poeder op de hoofden der opgeblazen luiken achterbleef. Eene dikke kleverige massa was op het hoofd van den eersten officier neergekomen, die daardoor letsel bekwam.

Voor de firma Bessler, Wächter & Co. werd verklaard dat zij ruim 3000 ton bariumperoxyde in 400 schepen had geladen zonder eenig nadeelig gevolg.

Een volgend verbrand schip, de . Cygnet" had 23 ton bariumperoxyde aan boord, in 57 vaten overeenkomstig die van de „Rialto" en ook hier ontstond de brand nadat zwaar weder was ondervonden.

Bij het onderzoek werd gedemonstreerd dat de stof kon ontbranden wanneer door wrijving de fijne houtdeelen gemengd konden worden met de barium peroxyde. Dit kan het geval zijn wanneer hout zeer zacht of wel ruw van oppervlak is.

(Van deskundige zijde werd ons medegedeeld, dat op bariumperoxyde in blikken verpakt voor laboratoria, meermalen de aanwijzing wordt aangetroffen, dat de stof niet met houten lepels mag worden uitgeschept.) Red.

In geen van bovengenoemde 2 gevallen kon uitgemaakt worden. dat de brand tengevolge van de ontvlamming der bedoelde stof was ontstaan.

In het eerste geval werd waarschijnlijk geacht dat de stof onder de gevaarlijke lading der Merch. Shipping Act gerangschikt moet worden; in het tweede geval werd een conclusie van het tegendeel getrokken, daar de Hedworth Cy. in 13 jaar 25,000 vaten had verzonden, zonder dat brand was ontstaan. In het geval van de Volturno" werd echter barium peroxyde als de meest waarschijnlijke oorzaak van den brand vastgesteld, (Zie bldz. 250.)

In dezelfde maand, dat de Volturno" verbrandde, ontstond brand op het Duitsche stoomschip ,,Kalymnos" en het Seeamt

te Hamburg schreef het ontstaan toe aan ontbranding van barium-oxyde.

Ook dit schip ondervond slecht weder en werkte zwaar, waarbij spoedig rook uit het luik opsteeg, terwijl na korten tijd het luik door een ontploffing opgeblazen werd.

Het Duitsche Gouvernements Laboratorium verklaarde, dat barium-peroxyde, hoewel op zich zelf niet gevaarlijk, door geringe wrijving met brandbare stoffen, als zakken, brand kan doen

ontstaan.

Het Seeamt onderzocht ook de gevallen van de Cassius" en de Sephora Worms".

In de zaak van de, Cassius", behandeld in 1901, werd abusievelijk gezegd, dat bariumperoxyde alleen door zuren kan ontvlammen. In het geval van de Sephora Worms" werd echter bij het lossen herhaaldelijk ontvlamming geconstateerd. Dit is het eenige geval dat de ontvlamming door ooggetuigen werd geconstateerd en in het rapport wordt de hoop uitgesproken, dat die getuigenissen zoo noodig later nog wel verkregen kunnen worden.

Bariumperoxyde wordt in Duitschland niet als een gevaarlijke stof beschouwd, noch in de officieele voorschriften, noch in die der Reedersvereeniging.

Verder wordt melding gemaakt van een uitgebroken brand bij vervoer van bariumperoxyde per spoor.

De bariumperoxyde wordt volgens Mr. Rollin gedurende langen tijd in Amerika door de handelaars in droge en verwarmde magazijnen bewaard, ten gevolge waarvan de duigen der houten vaten krimpen. Indien de hoepels dan niet behoorlijk worden aangebracht, kan doorstuiving plaats vinden.

Bij het vervoer kan door de wrijving der niet geheel vastliggende vaten in den wagon de kleine hoeveelheid bariumperoxyde ontvlammen.

Het Amerikaansche bureau voor het veilige vervoer van ontplofbare stoffen en andere gevaarlijke artikelen heeft aangedrongen op verpakking in stalen bussen en heeft voorschriften gegeven voor de beproeving er van.

Deze beproeving heeft plaats door de bus te vullen met zand, waarna men ze achtereenvolgens van hoogten van een, twee,