de men hem nog om zo te fpreeken, zyn brood vraagen; Vitringa zegt: Dat, gelyk deeze last naar evenredigheid der tegenwoordige waarde, zo wel van de vaste Gcederen, als van andere Effecten, door ieder moet gedragen worden, de jaar lykfche revenuen der eerstgemelden, althans volgens de · berekening by hèt 9 Articul van de wet by het besluit der eerfte Kamer voorgefteld, te weeten vyf guldens zuivere opkomften tegens honderd guldens Capitaal enz., niet kunnen zyn de algemeene maatstaf van derzelver tauxatie met betrekking tot de gearresteerde voorbetaaling, ----terwyl deeze bepaaling zelfs tusfchen de respective Eige haeren van vaste Goederen eene, ongelykheid zoude te weege brengen. Dat hy voor het overige als nog den aandacht van de Vergadering moet bepaalen by de re. flexie door hem gmove.rd, ten opzichte van de voor geftelde poenaliteiten, tegens de geenen, die zouden mogen worden bevonden, zich te laag te hebbengequo❤ tifeerd, welke door niemand der Leden is beantwoord. gekend noch gevolgd in de Lasten op vaste Goederen; zyn niet alle Verponding en foortgelyke Lasten naar de Huuren berekend. Is 'er wel eene andere maatstaf bekend by, de ontwerpers der Conftitutioneele Lasten, thans by de eerste Kamer in deliberatic? Men zoude kunnen zeggen, 'er is geen andere maatftaf, die gelykelyk en op dezelve voet werk; ook was de onzekere cous der Koopprys, die van zo veele eigenzinpige omstandigheden afhangt, voorheen zelfs opzigtens de Obligatien, nimmer de voet, waar naar de Lasten van dezelven werden gevorderd, maar het volleCapitaal. De redelykheid heeft egter gevorderd, dat men by onder. fcheide Heffingen daarvan is afgegaan, en ter gemoetkoming aan die geenen, wier voornaamste inkomften uit rentegee vend Papier beftaan, bepaald, dat zulks tegen Pryscourant zoude berekend worden. Ik heb 'er niets tegen, dat die billykheid nog worde gevolgd, maar men moet zich niet veroorloven, na dat eene fchikking algemeen is aange. nomen, ftrekkende ten faveure der houders van Obliga tien, 'er geene andere hoegenaamd te willen volgen, ten faveure der Land - Eigenaars; en men moet, terwyl men den laatsten zyn geheel revenu aan den Lande doet op: fchieten, den eerften met nog drie vyfde van zyn revenu overlaaten. Ik heb dan nog geene genoegzaame overtui gende redenen hooren aanvoeren, om van advis te veran deren. Ik herhaal dan andermaal myne conclufie tegen het Rapport. Wenthol zegt: Dat naar zyn inzien de conclufie van den Burger Res prefentant. Vitringa, daar heenen leid, dat misfchien de 5 pCt. ten regel van tauxatie gefield, mogelyk met een vierde of een half pCt. zoude kunnen verminderd wor derd. De Prefident inftitueert het appel nominal: en wordt conform het rapport geconcludeerd, en alzo het befluit der eerfte Kamer niet bekragtigd. De Leeuw doet rapport, namens de Commissie, in wier handen by befluit van den April 1. 1. was gefteld het besluit der eerfte Kamer, relatief de Kerkgefchillen te Haarlem: Advifeerende om aangevoerde redenen, tot niet bekrag tiging van hetzelve befluit. De Prefident brengt in onvraage, of de Verga dering zich met dit rapport kan conformeeren? ! wat de Requestranteu hebben befoofd, of willen doen, is buiten my, maar de zaak, die door eene verkeerde handelwyze is buiten haar geheel gebragt, moet vereffend wor den. De alleen Rechthebbenden moeten hier worden erkend, en geen Priesters, die daar last of recht toe hadden, of dere clame blyft leeven, en de zaak kan niet worden gehouden als afgedaan. Het Vertegenwoordigend Lichaam heeft het in andere gevallen ook alzo begreepen, en de onderhandeling en afloop van dien, met wettig daar toe gequalificeer de Perfoonen, als voldoende befchouwd. Ik vinde dus het Rapport, fchoon tot niet bekragtiging van het Befluit der eerfte Kamer ftrekkende, onvoldoende; en ben en blyf van oordeel, dat deeze zaak weder moet worden gebragt in haar geheel, dat is het Uitvoerend Be wind gelast, de Municipaliteit van Haarlem te gelasten, om het gedaane te houden voor nul en van geen waar de, om het Roomsch Catholyk Kerkgenco:fchap van Hear lem op te roepen, ten einde Gevolmagtigden te ben ocen daar mede de zaak in verfchil te termince men, ren... wyze van Fournisfementen der jongstgedecreteerde Heffing op de Bezittingen en Inkomften: en wordt dit decreet van weigering ten fine van confideratien en advis gesteld in henden van de Burgers Reprefentanten Appelius c. f. Eene Missive van de tweede Kamer, daarby om geallegueerde redenen infteerende op eene befpoediging van de deliberatien omtrent het nieuw algemeen Finantieel Stelfel: en is mede deeze Misfive gefteld in handen der zelfde Commisie, om te dienen van derzelver confideratien en advis. Een Extract uit 't Register der Decreeten van de tweede Kamer, van den 8 deezer, op de daarby geallegueerde gronden onbekragtigd terug zendende 't befluit der eerfte Kamer, van den 14 Maart, waarby aan den Raad van Zie. rikzee wordt geaccordeerd, het toekennen aan den Bur ger J. Fitzner van het exclufief recht tot het oprichten van eene Leerloyery: en wordt dit fluk gefteld in handen van de Burgers Reprefentanten Hartevelt c.f., om confideratien en advis. 1 Waarna de Vergadering wordt geadjourneerd De Commissie houde het my ten goede, dat ik niet voor tot Woensdag ochtend ten half elf uuren. dat palliëeren ben. t EERSTE KAMER. Voorzitter: N. J. OKHUYSEN. Woensdag, den 16 April isco. Even na half elf uuren de Vergadering geopend en de Notulen geretumeerd: en gearresteerd zynde, worden de navolgende aan de orde van den dag zynde ftukken in deliberatie gebragt, als: Eene Misive van Prefident Raaden in den Hove van Justitie over de voormalige Gewesten Holland en Zeeland; favorabel advifcerende, op de Requeste van Pieter El. ders en Margaretha Sibilla Schoonenbosch, Echte Lieden, in gemeenfchap van Goederen getrouwd, woonende te Amfterdam; daarby verzogt hebbende; dat 't het Vertegenwoordigend Lichaam mogte behaagen, uit den band van Fidei Commis te willen ontflaan, zekere ten Reques te omschreven Obligacien, ten einde die over te brengen op eenige Perceelen van Huizingen, mede ten Requeste vermeld, waarop zy Requestranten Geld opgenomen hadden, en welk Capitaal hen toen opgezegd zynde, zy het zelve niet aflosfende, met ex cutie bedreigd worden: gehouden in advis tot aanstaanden Vrydag. Eene Missive van Prefident en Raaden in den Hove van Justitie over de voormalige Gewesten Holland en Zeeland; favorabel advifeerende op de Requeste van Albert van Klaverwyde; daarby verzogt hebbende brieven van Creatie als Notaris, in communi formâ : conform geconcludeerd. Eene Eene Missive van denzelven Hove, favorabel adviseeren de op de Requesten van Clafinus van Diggelen, Staas van Diggelen en Gerardus van Hattem; alle verzogt hebber de, dat aan hun respectivelyk mogten worden verleend, Brieven van Creatie als Notaris, in ordinaria forma: en wordt conform geconcludeerd. Eene Missive van denzelven Hove, favorabel advifee. rende op de Requeste van Pietertje Kroon, woonende te Amfterdam; daarby verzogt hebbende, dat 't het Verte genwoordigend Lichaam mogt behaagen, zeker Huis en Erve, geheel te ontslaan van den band van Fidei Commis, daar op by de Testamente van wylen Magteld van Jut. faas, gelegd: gehouden in advis tot Vrydag. Het favorabel Rapport van de Burgers Reprefentanten de Sonnaville en verdere Gecommitteerden, ten examen eener Missive van het Uitvoerend Bewind, advifeerende op de Requeste van J. H. Beukers, geweezen Kamerbe waarder en Concierge op 't Landhuis in voormaalig Gewest Friesland; daarby verzogt hebbende, met eenen anderen Post, of wel met een Penfioen, begunstigd te mogen worden; en tendeerende het rapport, om aan den Requestrant een Penfioen van ƒ 400: toe te leggen. De Prefident brengt in omvrage, of de Vergadering zich met Rapport kan conformeeren? len door de confiderens van het befluit, dat de Request rant oud is, en den Lande meer dan 37 Jaaren heeft gediend. Hettema appuyeert dit ten fterkten.. De Sonnaville zegt: Op de twee byzonderfte reflexien, de cen door den Re. prefentant Huber en de andere op die van d n Burger van den Braak, tegen dit Rapport in 't midden gebragt, moet ik, wat de eerstgemelde betreft, de Vergadering doen opmerken, dat het meerendeel van alle voorige geaccor deerde Penfioenen aan Kamerbewaarders wel meerder. maar my niet herinneren kan, dat dezelven minder dan 40 Guldens bedraagen hebben, alle welke onevenredigheid te meer dagelyks de hoge noodzakelykheid doet zien, tot het spoedig daarftellen van eenen beteren en algemeened maatilaf, omtrent alle politicque gepenfioneerden; en wat de andere reflectie betreft, zo doet het my leed te moe en hooren, dat een zodanige verdienftelyke Burger, als den Reprefentant van den Braak hier affchetst, mede van zyn Post is vervallen, zonder naderhand in eenige andere te zyn hersteld; echter komt het my voor, dat een zoda nig geval niet ten nadeele van dit onderhevig geval kan ftrekken; dewyl deeze man niet alleen by de veertig jaaren den Lande trouw gediend heeft, maar daar en boven alle mogelyke merites bezit tot het bekomen van dit Penfioen. Huber vermeent, dat, wanneer het penfioen aan dee. zen R.ques rant opf 300 bepaald wordt, zulks genoeg. De Prefident herhaalt zyn voorstel, om overeen zaam is. komitig het Rapport te belluiten : en con Van den Braak zegt: dat hy zeer verwonderd is, dat men ten opzichte van dit verzoek favorabel heeft geHet favorabel Rapport van de: Burgers Reprefentanten advifeerd, daar men te vooren, met betrekking tot andere Amptenaaren, die door de veranderde orde van zaayan den B aak en verdere Gecommitteerden, op de Re ken hunne posten verlooren hebben, declinatoir heeft queste van P. de Ruiter, daarby verzogt hebbende, dat befloten. Dat hy dus, hoe zeer van de ongelukkige Franfche Troupes van den 27 Juny tot den 5 Augustus de daarby opgegeeven pretenfie voor het overva ren van fituatie van deezen man overtuigd, om der gevolgen wille, en' om den een op gelyke wyze te behandelen als 1795, aan hem mogte worden voldaan: conform geconcludeerd. den anderen, zich tegen het accordeeren van dit verzoek moest verklaaren. en wordt Het favorabel Rapport van de Burgers Reprefentanten Verhees en verdere Gecommitteerden, ten eximen van ene Missive van het Uitvoerend Bewind, adviseerende op de Requeste van Pieter van Mill en Arnoldus Kerk• hof, daarby verzogt hebbende remis der Pachtpenningen van de novaale Tienden, geheven wordende onder Nuland, in het Departement van den Dommel: en wordt con form geconcludeerd. Kramer vereenigt zich met het Rapport, vermits de Requestrant den Lande zeer lang en gerrouw gediend heeft. Dat, wat het geallegueerde van den Burger van den Draak betreft, dat namelyk in voorige gevallen de clinatoir befloten is geworden, hy dien Burger zoude herinneren, het geval, met een Hollandfchen Kamerbewaarder, aan welken een penfioen van f6oo is toegelegd., geworden, en waaromtrent hy destyds voorbedagtelyk Voorts was aan de orde van den dag het Rap. had gezwegen, op dat men het penfioen ook aan deeport van de Burgers Reprefentanten Appelius, en zen man niet onthouden zoude. verdere Gecommitteerden, (uitgebra t den 13 Maart laatstleden,) ten examen van eene Missive van het Ui voerend Bewind, daarby voorgedragen hebbende eene Concept O donnantie op het Klin Zegel, binnen de Bataafiche Republik; en ten tweeden: van de Adresfen der Gemeentebestuuren van Dordrecht en de Merwede, Medemblik, Eukhaizen, Hoorn, Edam, Monnikendam, Purme R 3 ren. En de weinigte Ingezetenen in deeze bittere en kommerlyke tyden van Penningen voorzien zyn. Dar dit een en ander, zelfs zommige dier Perfoonen heeft afgefchrikt en terug gehouden, om die Brieven in hunne handen over te geven, zodanig dat zy zelfs gerich lyk daartoe hebben moeten genoodzaakt worden. re: huuner kennisfe was gekomen, alle mogelyke middeDat zy niet hebben nagelaaten, dadelyk, zo dra hetzel. en te beraamen en alles te excogiteeren, 't welk maar ee. den zoude kunnen ftrekken. En dat zelfs 'cuitzetten van nigzins tot ontdekking van zulke hoogst ftrafbaare daa. Wachten en doen gaan van flille Patrouilles." tot nog tee niets tot ontdekking heeft kunnen opleveren. rende, Alkmaar, Haarlem, Muiden, Weesp, wordt. Woerden Oudewater, Schoonhoven, Gouda. Leyden, Delft, Schiedam, Brielle, Rotterdam, Gorinchem en Heusden; allen in fubftantie verzogt hebbende, te mogen worden gemaintineerd by het recht, om de Collecteurs van het Klein Zegel aan te teilen, of hetzelve voor Stads Rekening te latem collecteeren: -- doch op voorstel van den ve Burger Reprefentant Appeltus, wordt deeze vaak gehouden in advis tot aanstaanden Dingsdag. Voorts wordt in deliberatie gebragt het Rapport van de Burgers Reprefentanten van Galen, en verdere Gecommitteerden, (uitgebragt den 7 April jongstleden,) ten examen cener Mislive van het Uitvoerend Bewind, advifeerende op eene Misfive van de Burgers J. E. Sanders van Well en A. Schouten, Richters des Ryks van Nymegen en van tus fchen Maas en Waal; daarby eenige Middelen aan de hand gevende, welke tot ftuiting, van het Jeggen van Brandbrieven, ter voorzegde Plaatsen, zouden dienen te worden in het werk gefteld: zyndit Rapport van navolgenden inhoud: BURGERS REPRESENTANTEN! Op den 20 der afgeloopen maand, fteldet Gyl. ten fine van confideratien en advis in handen van uwe Medeleden van Galen, Werner er Bannier, eene Missive van het Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, gefchree ven alhier den 17 dito, fub No. 2; houdende een declinatoir advis op eene Mistive van de Burgers 3. E. San. ders van Well en A. Schouten, respective Rechters des Ryks van Nymegen, en des Ambis van tusfchen. Maas en Whaal. Daarby te kennen gevende, dat het leggen van Brandbrieven, de yslykite dreigementen van Brandfligting en Moord behelzende, zeedert eenigen tyd binnen de hun aan. bevoolen diftricten zodanig de overhand genomen heeft, dat zedert eenige weeken binnen 't Ryk van Nymegen elf, en binnen 't Ambt Maas en Whaal agt gevonden, en in handen der door die Booswigten bedoelde Inwoonderen gekomen zyn. Dat de veiligheid: der goede. Ingezetenen en de gerustheid van den nyveren Landman, daar door niec weinig belaagd en gestoord wordt, door dien hy op eenmaal van zyn i -Have en Vee beroofd, en met zyne beklagenswaardige Huisvrouwen onoozele Kinderen, tot de uiterste Armoede kan gebragt worden. Dat hy by dag en by nagt in die angstvallige vrees blyft voortduurea, en nimmer zyn vermoeide Leden herstellen of gerust op zyne Bedftede door de Slaap kan verkwikt wor den. Dat ingeval 't gevorderde Geld by dusdanige Brieven. ter benoemde plaatfen zoule gelegd worden, aan het oogmerk van zulke Boosdoenders geheel en al voldaan Dat zy in alles communic if hebben te werk gegaan, en zelf onderling zyn overeengekomen, dat in cas van onthoofde der nauwe aangrenzing in de Districten, aan hunl. waarwording van zulk een Boosdoender, denzelven, uit toevertrouwd, van 't een tot op 'tander territoir te mogen vervolgen, apprehendeeren, en als dan gezamentlykte han. delen, als zy volgens de Wetten zouden geraaden vinden, doch alles to vergeefsch. Geevende uit dien hoofde in overweging: 1. Oft niet dienlig en raadzaam zoude zyn, de heil. zaame Placaaten van de voorige Staaten van emaneerd, do dato 10 April 1721, en 13. Mey 1757, Gewest Gelderland, tegen 't leggen van Brandbrieven get geweezen op nieuw by renovatie te doen publiceeren en affigeeren, ten einde aan de goede Ingezetenen, van derzelver inhoud meestal onkundig, de nodige kennisfe te doen toekomen, en door de algemeene bekend making de daaders van zulk een fait veelligt aftefchrikken. van het leggen dier Brandbrieven, te raade geworden, 'c yolgende Art. te amplieeren: a. b. Dat het leggen van eenig Geld by dusdaanige Brand- Dat 't Huis, Schuur, Heoy of Koorenberg, of ander Gee Geevende in confideratie, of dat Fonds, alt hoofde derde in den mart van de zaak gelegen is, om de Donders dringende presfance, provifioneel uit 's Lands Kas, of oit de Domeinen van dat voormaalig Gewest, of uit eene mb dique contributie der Inwoonderen binnen ieder District, (de fchamele Gemeente nogthats afgezonderd) zoude kunnen gevonden worden. Dat in 't nabaurig Cleefsland reeds federt langen vydi daarin was voorzien, door eene zogenaamde Brand Rover. of Brandkas, waar van de inrichting hierop zoude nee derkomen. Dat een ieder Ingezeten, daar toe genegen, zyn Huis, Schuur, by of toegehoorend doct tauxeeren, en volgens die tauxatie, in die Cas wordt ingeschreever, waar voor hy jaarlyks een zeker gering pCt. betaald, en dat die per Cents penningen een Fonds hebben uitgemaakt, uit het welk hy, ingeval zyn Huis wordt afgebrand, dazdelyk wordt gededomageerd.. En dat deeze en foortgelyke overdenkingen, reeds in den jaare 1785 de toenmalige Staaten des Quartiers van Nymegen hadden bewoogen, daar over eene propofitie te doen. En eindelyk 3. Of het niet nuttelyk en dienßig zoude zyn, aan elk Richrer te permitteeren niet alleen, maar zelfs te gelasten, om den ontdekten Daader of Deaders van dit gruwelyk fait buiten zyn territoir te mogen vervolgen en apprehenseeren, mits daar van dadelyk aan den Ollicier van Justitie, in lo co kennis gerende. Wy moeten Ulieden, betrekkelyk het eerfte gedeelte van deezen Voordragt, doen opmerken, dat, zoo lang er geene alteratie in de Wet wordt gemaakt, dezelve in haar volle kracht en waarde moet verblyven, zonder dat de Souverain door eene fimple renovatie, indirect het Volk in den waan behoort te brengen, als of de in viridi obfer vantia zynde Wetten, alleen door tydverloop, buiten eenige ausfchenkomst van den Wegever, zouden komen te vervallen; en is het noodzaaklyk, dat aan dezelve eene meerdere publiciteit wordt gegeeven, is zulks eerder eene daad van uitvoering, dan wel van wetgeving, het geen de Supplianten ook reeds facto, (door van den voomam ken inhoud derzelve aan hunne ingezetenen, by Notifia catie kennis te geeven,) hebben getoond van hunne com petencie te zyn, en uit welken hoofde dus ook in 200 verze bannen Voordragt kan gehouden worden voor ver Vailen. En wat betreft het tweede gedeelte, om die Placaaten, met de door hun voorgeftelde Articulen, te ampliceren, hebben wy ons de volgende poincten ter beschouwing voorgefteld. 1. Of'er genoegzame gronden door de Supplianten zyn geallegueerd, om de voorgeflagen mefures caar te ftel. len, en 2. Of de vigeerende Placaaten in de tegenswoordige tyds omstendigheden eenige alteratie vorderen. Quo ad Primum, penetreer en wy ten vollen, dat het vermenigvuldigen van dit enorme fait, en moeyelykheid daar van be ontdekken, eene unbošle ditemtie combat Vers tegenwoordigend Lichaam vordert, on air Ingezetenra zoo veel mogelyk, legen deeze. Boosdoenders te bevorlie gen. Dan de motiven, tot het daar@tellen van de voorgefl gen mann og ten, ayn niet voldoende. Wamwi aungano, dint door 't leggen van 't gevorderde geld, aan het oogmerk der Boosdoenders zoude worden valdian, on dot de ongerustheid en vrees der Ingezetenen min veelal heeft afgetchrikt, om daar van de noodige aan-' gifte te dova. Flieromtrent dient, dat, de ten dien einde mede aangeveerde. pamarie van penningen, de meeste Ingezetenen voor het tegenwoordige buiten faat ftelt, aan die alleszing gruwelyke en ftrafvaardige vorderingen, en dus aan het oogmerk dier Booswigten te voldoen, het geen de drangreden tot her arresteeren van het voorgesteld verbod, mine der noodzaaklyk maakt; bovendien zyn zy by de estee rende Piscamén tot die aangifte verplicht, en vordert Hun belang, zo zy al die penningen voorhanden hebben, de zelve niet burren concurrentie der respective Officieren, ter gefixeerde plaats te deponeeren, dit is byna het eenige en voorname middel, om door de vigilantie en adfiftentie dier Officieren, hubne schade te hoøden, on die Boosdoeners. te ontdekken, en het zoude, (zo als door het Bewind te recht is aangemerk,), de groothe hardigheid involveeren, om zonder verzekering van schadevergoeding, de Ingezere nen te verplichten, hun goed en leeven in de waagfchaaf te ftellen. Het middel om deeze fchaevergoeding te vinden, en het voorbeeld ten dien einde aangehaald, hebben wy mede niet voldoende gevonden. Want het voorbeeld dat in Cleefsland met zo veel fucces zoude zyn, in werking gebragt, is, ingevolge het gepofeerde by de Missive van het Uitvoerend Bewind, niets anders dan eene particuliere Brand - Societeit, war in de deelneemers, haar mate zy zich hebben laten taux eeren en daarin fourneeren, onverschilig op welk ee wyze de brand is veroorzaakt, daar voor worden g ngeÏndemniferd. Het middel om die fchade, naar gedaane tauxatie, door eene contributie op de Ingezetenen te vinden, en by pro visie uit 's Lands Kas voor te fchieten, oordeelen wy met het Bewind, te gevaarlyk in de executie, en in het geheel niet gefchikt om by eene wet vastteftellen. Quo ad fecundum, of de vigeerende Placaaten in de tegenwoordige tydsamftandigheden eenige alteratie vor deren. Om dit naar behooren te beoordeelen, hebben wy de vigeerende Placaaten, de dato 10 April 1721 en 13 Mey 1757 nagegaan, en bevonden, dac, zoo veel mooglyk, by dezelven, tegens het ontdekken van zodanige Boosdoen. ders en het straffen derzelven is voorzien. Ieder die van die misdaad eenige kennisfe draag wordt daar by ten sterksten verpligt, hier van de noodige aangifte |