페이지 이미지
PDF
ePub

Ov., dat nu vaststaat als feit, dat meergemeld schip te 3 uren 's namiddags op de bank Bragen is vastgezeild en gestrand, te 7 uren 's morgens, van denzelfden dag, Hirtshals was gepasseerd, en bijgevolg, in 8 uur tijdsverloop, ongeveer 10 Duitsche mijlen in nagenoeg ZW ten W. richting per kompas is afgelegd, volgens de nieuwste zeekaarten, zoodat de gemiddelde afgelegde verheid op nagenoeg 1 Duitsche mijl per uur is te schatten;

Ov., dat van af 2 uur, toen zij Hansholmen zagen, tot 3 uur van denzelfden namiddag, toen zij het schip op de bank Bragen vastzeilden, WEST per kompas is gestuurd, en bijgevolg vaststaat, dat het schip te 2 uren, toen zij Hansholmen zagen, nagenoeg 1 Duitsche mijl (zijnde het gemiddelde der afgelegde verheid per uur) Oostwaarts per kompas van de bank Bragen verwijderd moet zijn geweest, of wel in ongeveer 57° 12' Noorderbreedte en 9° 6' Oosterlengte van Greenwich, op slechts à Duitsche mijl afstand van het naaste strand der kust, in de diepte van ongeveer 7 vademen, volgens de nieuwste zeekaarten ;

Ov., dat daar ter plaatse te 2 uren 's namiddags Hansholmen op circa 4 Duitsche mijlen afstand in 't gezicht hebbende, er zeer zeker geen beletsel zal hebben bestaan om het slechts à mijl verwijderde strand te zien, en niettegenstaande die onmiddelijke nabijheid van het strand, geen gebruik van het dieplood in het journaal of de scheepsverklaring staat vermeld;

Ov., dat onder deze omstandigheden van nabijzijnde gevaren, de koers van West per kompas, van af 2 uren, het gevaar van stranden onvermijdelijk immer meer en meer vergrootte en te 3 uren, één uur later, reeds tot werkelijkheid bracht;

Ov., dat de zeilaanwijzingen (Veening) der Noordzee waarschuwen dat men, van af Hansholmen tot Hirtshals, minstens 2 Duitsche mijl van de kust moet blijven, omdat binnen dezen afstand eenige klippen onder water liggen, met vele diepte rondom ;

Ov., dat in de scheepsverklaring en het journaal niet vermeld is, dat misleiding van stroom of kompas of andere oorzaken invloed op den gestuurden koers hebben gehad;

Ov., dat uit bovenstaande blijkt, dat er een koers is gestuurd welke het meergemeld schip niet langs het vaarwater maar wel naar het strand voerde;

Ov. ten slotte, dat de redenen van afwijking van den koers of streek langs het vaarwater van Hirtshals naar Hansholmen in het journaal of de scheepsverklaring niet zijn gemotiveerd, en dus de gestuurde koersen, willekeurig gekozen, als de aanleidende oorzaken van het stranden en verlies van gemeld schip moeten worden beschouwd, te meer nog, omdat de windrichting ZZO. was en van het strand naar zee woei.

Overwegende, dat nu ten derde zal moeten worden beslist over de verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid van den reeder voor de handeling van den schipper in dit geding";

Ov., dat volgens Art. 24 der Statuten,,ieder belanghebbende of verzekerde die, wegens verlies of schade, zooals in Art. 18 en 19 der Statuten is omschreven, vergoeding vordert, verplicht is, door behoorlijk opgemaakte schriftelijke akten, de deugdelijkheid van het verlies of der schaden te moeten bewijzen, en zoolang hieraan niet is voldaan, de Directie (der Maatschappij) tot geene uitbetaling zal gehouden zijn";

Ov., dat volgens Art. 28 der Statuten, de hierboven genoemde Directie bevoegd is,,de uitbetaling voor verliezen en schaden uit te stellen, indien er eenigen twijfel omtrent de deugdelijkheid der verliezen, schaden of ingeleverde stukken bestaat, ten einde inmiddels een onderzoek kan worden ingesteld";

Ov., hieruit blijkt, dat in de aangehaalde artikels 24 en 28 der Statuten geen sprake is van reeders of schippers, maar alléén van belanghebbenden of verzekerden, die vergoeding kunnen vorderen onder bepaalde voorwaarden, en daarvoor hehoorlijke en deugdelijke bewijzen moeten leveren;

Ov., dat volgens Art. 321 W. v. K., de eigenaar of medereeder, ieder naar evenredigheid van zijn aandeel, aansprakelijk is voor de handelingen en verbintenissen van den schipper;

Ov. ten slotte, 1o. dat de verzekeraar niet gehouden is te betalen bij willekeurige verandering van koers of streek (Art. 638 en 639 W. v. K.);

2o. dat het overgelegd journaal geen journaal is volgens den eisch of de matige opvatting van Art. 358 W. v. K. en niet

overeenstemt met de beëedigde scheepsverklaring daarbij overgelegd;

3o. dat in de scheepsverklaring de datums van het stranden van gemeld schip met elkander in strijd zijn, en dit bewijsstuk, naar alle waarschijnlijkheid, niet binnen 24 uren ten overstaan van den bevoegden beambte zal zijn afgelegd;

4o. dat door den verzekerde geene overeenstemmende bewijsstukken van het sinister en alzoo geen deugdelijk of wettig bewijs daarvan is geleverd.

Gezien Art. 3, 18, 21, 22, 24, 28, 31 der Statuten van meergemelde Maatschappij; Art. 638, 639, 358, 359, 362, 363, 381, 383, 384 en 276 van het Wetb. v. Koophandel; -Art. 1923 en 1926 van het Burgerl. Wetboek; - Art. 56 van het Wetb. van Burgerl. Rechtsvordering;

Recht doende in het hoogste ressort ;

Ontzeggen aan den eischer den ingestelden eisch, met veroordeeling in de kosten, enz.

H. P. HAZEWINKEL.

BIJLAG E.

Statuten van de Onderlinge Verzekeringmaatschappij E.

ART. 3. Wordt, bij deelneming in de verzekering, de opgave van den naam van den schipper verlangd.

ART. 18. Een schip wordt voor verloren gehouden: 1o. Ingeval het zonder naricht wordt vermist. 2o. Als hetzelve door storm, onweer, inslaan van bliksem, brand, ontploffing der lading, aanzeiling, overzeilen, aanvaren, aandrijving, schipbreuk, zinken of stranden totaal is verongelukt, waardoor zoowel het schip als de opgoederen geheel zijn verloren gegaan, enz. ART. 19. 1o. Alle schaden, door rampen ontstaan, zooals in het vorig artikel sub 2o. vermeld, zullen door dit compact worden vergoed, doch alleen voor zoover die schaden meer

bedragen dan vijf ten honderd van het betrokken schip als nieuw getaxeerd, enz. — 2o. De Maatschappij (compact) vergoedt al de schaden, verliezen en onkosten ten gevolge van avery-gros of van bijzondere avery, enz.

ART. 21. De gezagvoerder van het schip zal met het aanwezige scheepsvolk, na het verlies of der bekomen schade, ter plaatse waar het schip zich bevindt of waar zij na het verlies het eerst zullen zijn aangekomen, voor de bevoegde autoriteit en naar de wetten des lands eene behoorlijke, met eede gestaafde scheepsverklaring afleggen, houdende de oorzaken van het verlies of van de schaden, en in het laatste geval met opgave waarin dezelve bestaan met het aangehouden journaal. Deze verklaring zal bovendien worden bevestigd door den bevoegden beambte en opgemaakt binnen den termijn bij het Wetboek van Koophandel voorgeschreven, enz.

ART. 22. Alle andere dan in Art. 18 en 19 omschreven verliezen en schaden worden door deze Maatschappij (compact) niet vergoed en zijn diensvolgens daarvan verstoken, enz.

ART. 24. Ieder belanghebbende of verzekerde, die wegens verlies of schade, zooals in Art. 18 of 19 is omschreven, vergoeding vordert, is verplicht zulks vóór of op den 10 December aan de Directie ter kennis te brengen en volgens Art. 21, door behoorlijk opgemaakte schriftelijke akten, de deugdelijkheid van het verlies of der schade te moeten bewijzen, de opbrengst van de verkochte goederen aantoonen en bovendien in de gevallen bij Art. 19 bedoeld; ') de rekening van de reparatie en herstelling, met aangehouden journaal, desgevorderd met de bouwacte, laatsten meetbrief, een bewijs van pretentie, aandeel of eigendom moeten overleggen, enz. - Zoolang hieraan niet is voldaan, zal de Directie tot geene uitbetaling gehouden zijn.

ART. 28. Indien, bij het beoordeelen der plaats gehad hebbende verliezen of schaden, eenige twijfel omtrent de deugdelijkheid daarvan of over de ingeleverde stukken bij de Directie mocht ontstaan, is zij bevoegd de uitbetaling voor de verliezen

1) Dit is de kommapunt in het reglement, misschien verkeerd geplaatst, welke eene groote rol in deze procedure heeft gespeeld; de bedoeling zal zeker alleen een kommateeken geweest zijn, zoodat het in verband met de volgende woorden moet worden gelezen.

en schaden uit te stellen, ten einde het noodig onderzoek daaromtrent te kunnen bewerkstelligen, zonder dat de Directie gehouden zal zijn de gronden harer twijfeling open te leggen.

ART. 31. De scheidslieden bepalen aan partijen een termijn ter overlegging van de stukken en spreken in alle gevallen, binnen ééne maand na de benoeming, recht op de stukken die zij zullen hebben ontvangen, en wel in het hoogste ressort, met vrijstelling van de vormen en termijnen bij het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, aan scheidsmannen voorgeschreven, volgens bepaling dezer Statuten, en bij onvolledigheid dezer, volgens het algemeen recht.

Examens voor Stuurlieden.

In de Staatscourant van 17 December 1878 werd het re jaarverslag geplaatst der Rijks-Commissie, belast met het afnemen der examens ter verkrijging van een diploma als stuurman ter koopvaardij. Ook in de ze aflevering van dit tijdschrift werd dat opgenomen. Te recht zegt de commissie daarin, dat op den uitslag dier examens, het re jaar door haar afgenomen, niet valt te roemen. Van de 92 personen, die zich aanmeldden, ontvingen slechts 36 een diploma, terwijl 56 moesten afgewezen worden; en onder die 36 gelukkigen waren nog 9, die bij eene vroegere zitting in hetzelfde jaar reeds afgewezen waren. De commissie schrijft dezen ongunstigen uitslag niet toe aan de wijze van examineeren, maar aan het zeevaartkundig onderwijs, dat, in verband met de nieuwere eischen der zeevaart, zeer veel te wenschen overlaat; terwijl zij uit de gedane ondervinding afleidt, dat de gebrekkige theoretische kennis der stuurlieden het gevolg is der eerste opleiding, die niet ver genoeg is voortgezet, om daarop met vrucht het zeevaartkundig onderwijs te enten, dat toch een zekere wiskunstige ontwikkeling vereischt. Als bewijs daarvoor haalt de commissie aan, dat vele candidaten op de eenvoudigste vragen over

« 이전계속 »