ÆäÀÌÁö À̹ÌÁö
PDF
ePub
[merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][ocr errors][ocr errors][merged small][ocr errors][ocr errors][merged small][ocr errors][ocr errors][ocr errors][merged small][ocr errors][ocr errors]
[ocr errors][ocr errors]

Adm.

[ocr errors]
[ocr errors]

M. J. P. Westveer. Luit. t/z. 2e kl.

Idem.

Idem.

Idem.

Idem.

Idem. w/s. Hellevoetsluis.

H. J. van der Meer. O.v.Adm.3e kl. Ult. Mei. v. Z. M. w/s. Helle

[ocr errors][ocr errors][merged small][ocr errors][ocr errors][merged small][merged small][merged small][merged small][ocr errors][merged small][merged small][merged small][merged small][ocr errors][ocr errors][ocr errors][ocr errors][ocr errors][ocr errors][ocr errors][merged small][merged small][merged small][merged small][ocr errors][merged small][merged small][ocr errors][ocr errors][ocr errors][merged small][ocr errors][merged small][ocr errors][ocr errors][ocr errors][ocr errors][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small]

voetsluis op n. a.

1 Juni v. n. a. op Z. M. w/s. Hellevoetsluis.

1 Juni op Z. M. Adm. v. Wassenaer.

Plaats. a/b. Z. M. Stier ingetr.
6 Juni gepl. op Z. M. Stier
(als Ie Off.)

O.v.Adm 2ekl. Op verz. eerv.ontsl. (in O.-I.)
Luit. Kol. d. Benoeming tot lid d. Comm.
Mariniers.

Idem.

t/h. ex. v. Adelb. 2e kl. ingetrokken.

Benoemd tot lid der Comm. t/h. ex. der Adelb. 2e kl. Kapt. Luit. t/z. Op verz. e. o. (in O.-I.) Off.v.Gez. Iekl. Uit O.-Indië terug en op n. a O.v.Adm.3e kl. 1 Juni v. Z. M. w/s. Willemsoord op Z. M. w/s. Helle

Idem.

voetsluis.

1 Juni op Z. M. w/s. Willemsoord.

Luit. t/z. 2e kl. Ult. Mei v. Z. M. w/s. Helle

Idem.

voetsluis op n. a. 11 Juni op Z. M. w/s. Hellevoetsluis.

O.v.Adm.3e kl. 1 Juni op pens. (t/z. v. lich. gebr.)(f 400 +ƒ300.) Scheepsklerk. 1 Juni bev.t.Off.v.Adm. 3e kl. Off.v.Gez.1e kl. 1 Juni in rol Z. M. w/s. Willemsoord en ged. a/b. Urania.

Luit. t/z. 2e kl. Ult. Juniv.Z.M. Het Loo o. n.a.

Idem.

[ocr errors]

Evertsen op

2. M. Het Loo.

1 Juli

Idem.

[ocr errors]

Idem. Ie kl..

Juli op Z. M. Evertsen.

van ged. b. Torpedo

dienst op n. a.

[blocks in formation]

Van o tot 30 d. M.

[ocr errors][merged small]
[ocr errors]

40

[ocr errors][merged small][merged small]

50 "" 60

[ocr errors]

61 d. M. en

hooger.

139 195.503 127 171.530 266 367.033

18

7.984 15

89 119.123

22 42.782

7 14.789

[ocr errors]

7.929 33 15.913 48 41.453 137 160.576 35 42.335 57 85.117

22 55.320 29 70.109

3. 10.825 7 24.493 10 35.318

Totaal.. 139 195.503 127 171.530 266 367.033

De hoogste waterstand was 84 d. M.

,, laagste

,, grootste diepgang

kleinste

[ocr errors]
[ocr errors]
[merged small][merged small][merged small][ocr errors]

†) Waaronder 5 inspectievaartuigen en 1 pleizierjacht.

§) Waaronder 1 oorlogsschip.

Over den Stuurman, zijn onderwijs in de Zeevaartkunde en Examen.

Wanneer wij een blik slaan op het vroegere tijdperk onzer geschiedenis met betrekking tot de zeevaartkunde als wetenschap en die vergelijken met onze kennis in dezen tijd, dan bewonderen wij onze voorvaderen, die met hunne, naar onze tegenwoordige opvatting, gebrekkige kennis en nog veel gebrekkiger hulpmiddelen, de groote zeeën bevoeren, landen ontdekten en in kaart brachten en waarnemingen deden, waarvan wij de nauwkeurigheid nog heden ten dage met verbazing aanstaren, wanneer wij onze tegenwoordige aan volkomenheid grenzende werktuigen vergelijken met hun graadstok en kompas.

En toch, zij hebben ons den weg gewezen naar Oost en West, naar Noord en Zuid, terwijl de tocht van Heemskerk en Barendsz naar het kille Noorden niet het minst voor de waarheid dezer stelling spreekt.

Ondernemend in den handel en onverschrokken op den Oceaan, werden door hen eenerzijds de middelen niet ontzien en anderzijds de gevaren getrotseerd om den nabuur de loef af te steken. Nederland werd de grootste zeevarende natie, boezemde ontzag in aan nabuur en vreemdeling en was de wegwijzer in kennis en ervaring. Het bleef dit lang, in weerwil van naijver en concurrentie, en is het nog op het gebied der zeevaartkundige wetenschap tegenover andere natiën.

De lust tot het doen van waarnemingen en onderzoekingen op het gebied van den Oceaan schijnt den Nederlandschen zeeman nog aangeboren, is hem meer eigen dan den vreemdeling; de ondervinding der laatste twintig jaren. De Zee 1879.

19

heeft die waarheid bevestigd; getuige de internationale belooningen, uitgegaan van de Académie des Sciences de France, waarmede de Nederlandsche gezagvoerders voor ruim drievierde bekroond werden.

Men zou dus, oppervlakkig beschouwd, den Nederlandschen zeeman over het algemeen aanmerken als den persoon die in theoretische en practische kennis zoodanig onderricht heeft genoten, dat dit de voorkeur verdiende boven elk ander. In geenen deele. De moeielijkheid waarmede hij te kampen heeft om het zeevaartkundig onderwijs geregeld en klassikaal te kunnen ontvangen, is oorzaak dat velen met moeite en niet dan na lange tusschentijden hunne diploma's kunnen behalen.

Wij spreken hier alleen van hen, die op zoogenaamde collegies of zeevaartkundige scholen zich moeten bekwamen en afgescheiden van de met roem bekende Kweekschool voor de Zeevaart, die, in 1784 opgericht, in het bijna honderdjarig tijdperk van haar bestaan, zoovele uitstekende mannen heeft voortgebracht. Het groote deel echter van hen, die niet op de K. v. d. Z. kunnen geplaatst worden, is alzoo genoodzaakt door eigen middelen, waarvan velen het nog moeten verdienen, in hunne toekomst te voorzien. Zij zijn genoodzaakt eerst als jongen en lichtmatroos te varen, om door zuinigheid zooveel over te winnen, dat zij hunne studiën in de zeevaartkunde kunnen aanvangen. Reeds terstond ontdekt men bij velen, dat, door te lange afwezigheid van de lagere school, een groot deel van dat onderwijs, hoofdzakelijk „het rekenen", is vergeten, althans zoo gebrekkig geworden, dat die in te halen schade veel hunner overgespaarde penningen verslindt. Zoo tobben zij vaak jaren achtereen, met groote tusschentijden, om opnieuw te verdienen alvorens zij het diploma als eersten stuurman kunnen behalen, terwijl bij de meesten de kennis van eene of meer vreemde talen ontbreekt.

Vroeger, vóór 1856, toen nog maar zeldzaam eenig examen gevorderd werd, maakten de meesten zich op eenig stuurmans-collegie meester van zooveel hun benoodigde zeevaartkunde, dat zij verder langzamerhand zich voortwerkten en eindelijk tot gezagvoerder opklommen. Bestendig aan boord

in den drukken tijd, werden zij flinke, practische zeelieden, al konden de meesten het bewijs hunner handeling niet leveren, en toch waren onder hen degelijke mannen te vinden, grijs in practische kennis, bezield met den meesten ijver, zeelieden in hun hart.

Die tijden zijn voorbij. De wetenschap is vooruitgegaan en terecht vraagt men tegenwoordig het waarom van elke handeling. Geen stuurman van eenige beteekenis meer, die theorie en practijk niet aan elkander weet te verbinden en als een edel echtpaar doet samengaan. Geen machtspreuk meer van voorvaderlijke ondervindings wijsheid, maar van alles de reden waarom, het bewijs. Geen stuurman meer, die niet in minstens ééne vreemde taal zich verstaanbaar weet uit te drukken en die als aanstaand gezagvoerder niet zijn reeder in den vreemde behoorlijk kan vertegenwoordigen en de belangen van het hem toevertrouwd schip kan behartigen en bepleiten.

Immers den reeder voor wien hij vaart moet hij winsten trachten te bezorgen, en in geval van avarijen, niet alleen de belangen van den reeder, maar ook die van den koopman en assuradeur weten te handhaven.

Dat moet worden de toekomst van den stuurman.

Daartoe moet hij worden opgeleid en die opleiding kan niet anders worden verkregen dan door zijn onderwijs zoodanig in te richten, dat hij geregeld en goedkoop onderwijs geniet.

Het onderwijs, zooals het tot heden is gegeven, is moeielijk, lastig en vervelend voor den leeraar, die 't niet anders kan geven, wijl hij ze beurtelings moet onderrichten en helpen, terwijl het voor den leerling moeielijk en langdurig wordt, omdat hij 't niet anders dan broksgewijs kan genieten. Zoo daarin geene verandering wordt gebracht zullen onze naburen ons spoedig voorbijstreven.

Vijf en twintig jaar geleden (in 1854) was de handel te Rotterdam er reeds ор bedacht om van den stuurman een examen te vorderen en werd door de Kamer van Koophandel aan den Gemeenteraad aldaar voorgesteld, eene inrichting tot het examineeren van varenslieden in het leven te roepen.

« ÀÌÀü°è¼Ó »