페이지 이미지
PDF
ePub

De bodem van eene ijzeren platboom sloep (z. g. vlieger) werd, na behoorlijk te zijn schoongeschraapt, verdeeld in onderscheidene vakken elk van één M2 oppervlakte. Op een drogen dag werd elk dezer vakken bestreken met eene verschillende soort van verf, waarbij de gebruiksaanwijzing, door de verschillende leveranciers zelf aangegeven, getrouw werd opgevolgd. Twee der vakken, het ééne zoodanig gekozen dat het geheel, het andere dat het gedeeltelijk onder water zou komen, werden ongeschilderd gelaten, om ook den invloed van water en weder hierop, in vergelijking met de geschilderde vakken, te leeren kennen.

Nadat de verschillende vakken goed droog en, ter betere onderscheiding bij het eventueel ophalen, afgezet waren met dunne randen koolteer, werd de sloep den 31sten Mei van dit jaar zoo voorzichtig mogelijk te water gelaten in de zoogenaamde „Pijp" van het Oosterdok alhier. Na aldaar gedurende nagenoeg 32 maand volkomen rustig te hebben gelegen, werd zij den 12den September jl. opgehaald en kwamen wij tot de navolgende bevinding:

[merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][ocr errors][merged small][merged small][merged small][merged small]
[merged small][merged small][merged small][ocr errors][merged small][merged small][ocr errors][merged small][merged small][merged small][ocr errors][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small]

Engelsche- of Roode Loodmenie (in gekookte lijn-olie)

2 maal.

Beneden en op de waterlijn nog al roestig en enkele dorens en mosselen. Boven water uitmuntend gebleven.

Zonder eenigen twijfel heeft de Rathtjen's verf hier het. best voldaan. Wel komt de Heyl's-compositie deze nabij, als middel tegen aangroeien, maar het verschil op het punt van roesten was te zeer in het nadeel van deze laatste om zelfs een oogenblik te aarzelen welke verfstof de beste moest worden genoemd. Als behoedmiddel tegen roest verdiende zelfs het Lood- en Zinkwit met Talk nog de voorkeur boven de Heyl's verf; men mag hierbij evenwel niet vergeten, dat èn de aanzetting van slijm bij het eerste smeersel een ongunstig verschijnsel was, èn het schilderen daarmede, in vergelijking met de Rahtjens en Heyl's-verven, die terstond droog zijn, veel langer tijd kost.

Opmerking verdient het zoo sterk-aangegroeid zijn van het vak Black-Varnish met Potlood. Indien men overweegt, dat de Oostzee-stoomers der Kon. Nederl. StoombootMaatschappij, welke met deze stof zijn geschilderd, en in den regel slechts éénmaal per jaar dokken, nooit dergelijke sporen van aangroeiing hebben vertoond, en slechts zelden kenmerken dragen van roest, dan kan het hier verkregen resultaat moeielijk ergens anders worden toegeschreven dan aan de bijzonder zware proef waaraan de verfstoffen zijn blootgesteld geweest. Een stil-liggen gedurende 3 maand. in het sterk-aanzettend Oosterdok-water, en dat juist in den tijd waarin die aangroeiing het sterkst schijnt te wezen, mag toch vrijelijk met dien naam bestempeld worden.

[ocr errors]

De drie, in de rangschikking het laatst opgenoemde, verf soorten werden meer speciaal beproefd met het oog op een gebruik voor den zoogen.,,me nie-," of water en wind"rand. Het is toch een erkend feit, dat dit gedeelte der huid, dat, bij een leeg schip boven, en wanneer het geladen is, weder beneden de waterlijn komt, het meest is blootgesteld aan beschadigingen van allerlei aard. Of dit de reden is dat de ijzeren schepen dáár ter plaatse dikwijls sterk zijn aange

groeid of door roest aangedaan, dan wel de oorzaak hiervan moet worden gezocht in de krachtige, afwisselende inwerking van water en lucht op de waterlijn, durven wij niet beslissen; in elk geval heeft de genomen proef het bewijs geleverd dat, moge men al een vrij afdoend, hoezeer nog steeds kostbaar middel hebben gevonden tegen aangroeiing en roesten van ijzeren bodems geheel beneden de waterlijn, van de beproefde verfsoorten nog geene voldoet, om, zelfs in een geval als het hier aanwezige, waarin van beschadiging geen sprake heeft kunnen zijn, den,,water- en windrand" behoorlijk tegen een en ander te beveiligen.

Amsterdam, Nov. 1878.

J. V. WIERDSMA.

Correspondentie.

Mijnheer de Redacteur!

Vergun mij een enkel woord in het midden te brengen over de ziekenverpleging aan boord onzer koopvaardijvloot.

De laatste jaren hebben zich schier overal gekenmerkt door verschillende maatregelen in het belang der gezondheid; het is hier de plaats niet daarover uit te weiden, wij kunnen volstaan met de verklaring dat ook ons Vaderland daarin niet geheel ten achter is gebleven. Alléén de koopvaardijschepeling deelt niet in dien vooruitgang, integendeel hij is er hard op achteruit gegaan. Vóór de wet van 1865 toch voeren de meeste Oost-Indie-vaarders,,scheepsdokters", terwijl de kleinere schepen zoogenaamde papieren dokters" aan boord hadden. Ná de invoering der bedoelde wet evenwel, waarbij in het vervolg slechts ééne soort van geneeskundigen wordt toegelaten, is het eene feitelijke onmogelijkheid geworden scheepsdokters thans artsen voor de schepen te krijgen. Het gevolg

hiervan is dat thans nagenoeg alle schepen zich met een papieren dokter" moeten tevreden stellen.

Waren deze laatsten nu nog met hun tijd meêgegaan dan zouden wij ons nog, hoezeer noode, neêrleggen bij het onvermijdelijke, maar, waar het een feit is dat deze handboeken allen verouderd zijn, over tal van doelmatige geneesmiddelen van den lateren tijd het stilzwijgen bewaren, met ééne enkele uitzondering nagenoeg niets bevatten omtrent de dáárin juist zoozeer gewenschte verbandleer, ja eigentlijk zelfs in volkomen strijd zijn met de bepalingen der wet, aangezien de daarin voorkomende recepten in het thans verboden medicinaal gewicht zijn opgegeven, dan meenen wij met nadruk op dien treurigen, onnoodigen achteruitgang te mogen wijzen en den oprechten wensch te mogen uiten dat er spoedig een onzer bevoegde geneesheeren opsta, door wien de Nederlandsche Koopvaardij worde verrijkt met een nieuwen, practischen, papieren dokter, die met zijn tijd is meegegaan. Met de plaatsing dezer regels zult gij zeer verplichten: Uw Dienstw. Dienaar,

A. Z.

Amsterdam, Nov. 1878.

Heeft reeds iemand in ons Vaderland eenige ondervinding opgedaan omtrent het gebruik van staaldraad touwwerk, niet alleen als sleep-, maar ook als verhaaltrossen?

Kan het onderzoek naar kleurenblindheid al dan niet aan een leek in de oogheelkunde worden overgelaten?

Bestaan er reeds eenige gegevens omtrent de doelmatigheid van zink als voorbehoedmiddel tegen het inwendig verteeren van stoomketels?

Is het plaatsen van een vuurschip in de Noordzee, vóór de haven van IJmuiden, wenschelijk en mogelijk?

« 이전계속 »