ÆäÀÌÁö À̹ÌÁö
PDF
ePub

den gekozen, vrijgesteld vån de nationale militie, mits zij het bewijs leverden, vóór hunne loting twee jaren ter koopvaardij te hebben gevaren. Terecht had de Staat het belang daarvan begrepen, zoowel tot het vormen van flinke matrozen, waarvoor onze landaard altijd zoo geschikt is geweest, als in zijn welbegrepen eigenbelang, om goed geoefend zeevolk op de vloot te kunnen plaatsen in geyal van oorlog. Inderdaad wel vreemd dat die gunstige bepaling in 1868 bij de wet werd ingetrokken en de zeevarende jongelingschap dienstplichtig werd gemaakt.

Deze hoogst zonderlinge handeling der regeering heeft velen, zoodra hun diensttijd was verstreken, een ander vak doen kiezen; een groot deel werd in plaats van bij de marine bij de landmacht geplaatst en alzoo gerukt uit hun eenmaal gekozen vak.

De vloot verloor daardoor een aantal wakkere gasten en de staat won er niet bij; integendeel, hij nam de kern van een flink personeel weg, dat hem in tijd van nood betere diensten had kunnen bewijzen.

De voortreffelijke maatregel, indertijd door de N. H. M genomen, dat elk door haar bevracht schip, overeenkomstig de tonnenmaat, één of meer jongens ter opleiding zou medevoeren, werd op aanhoudend aandringen der reederijen later ingetrokken, op grond van de kostbaarheid tegenover de lage vrachten. Wij zouden de vraag durven stellen of de reederijen daardoor vóór of tegen hun belang hebben gehandeld; immers wat die jongens toen onzichtbaar kostten, moest later aan verhoogde gagiën voor zooveel meer benoodigde buitenlanders geboet worden.

't Moge vreemd klinken, maar ook verscheidene onzer gezagvoerders van groote schepen hebben medegewerkt om het aankweeken van nederlandsche zeelieden uit de hand te werken. Door de groote vereenvoudiging in de bewerking van tuig en zeilen in de laatste jaren is de bemanning der schepen van groot kaliber tot ongeveer de helft verminderd. Tengevolge daarvan zijn er velen die zoomin mogelijk lichtmatrozen varen, en volstrekt geene jongens wenschen mede te nemen, althans niet aankweeken.

Alzoo hebben wij getracht op te sommen op hoe velerlei wijze onze inlandsche jongelingschap aan het beroep van zee

man onttrokken werd, gaan wij thans na welke middelen er bestaan om in die leemte te voorzien.

a. De gezamenlijke reederijen moeten trachten zich onderling te verstaan dat elk hunner schepen slechts één jongen opleidt, door hem gedurende een of twee reizen geen loon, maar enkel eene uitrusting te geven.

b. Het Matrozen-instituut blijve bestaan en zijn bloei worde verzekerd door den krachtigen steun van reederijen en particulieren, de aanvankelijke opleiding dáár maakt de opgenomen jongens althans in zoover klaar, dat zij bij 't komen op een schip niet vreemd zijn en niet met verkeerde handen staan. c. De regeering, die door hare beide opleidingsschepen reeds toonde dat zij belang stelt in het vormen van flinke zeelieden, door honderden jongens eene uitstekende opvoeding en opleiding te geven, die met den tijd voor een gedeelte zeker der koopvaart ten goede komen, worde aangezocht om de kroon op het werk te zetten, door de wet van 1861 in te trekken en den zeeman onder het vroeger voorbehoud weer vrij te stellen. Zij schept zich daardoor het voordeel om, ingeval van oorlog, eene keurbende van goed geoefende matrozen voor hare vloot te verkrijgen, die zij nu door gedwongen dienst grootendeels verliest.

d. Indien er mogelijkheid bestond om in overleg met den minister van Marine (die zoozeer de belangen der Zeevaart kent en wil ondersteunen), evenals hier, ook in Groningen een schip te zien afgestaan om in te richten als Matrozen-instituut, zou rubriek a, die op zich zelf groote moeielijkheden heeft, kunnen vervallen en het doel gemakkelijker bereikt worden.

Wanneer op deze, en wellicht nog andere wijzen, door regeering en reederijen die belangrijke zaak wordt ter hand genomen, is het niet twijfelachtig of onze koopvaardijvloot zal er wel bij varen; zij verkrijgt een getrouwer personeel, is minder afhankelijk van den vreemdeling die dikwerf deserteert of wel in den vreemde het schip verlaat, en zal op den duur goedkooper zeevolk verkrijgen dan thans, terwijl de staat eene gemakkelijke contrôle verkrijgt om er in tijd van nood gebruik van te kunnen maken.

Amsterdam, Januari 1879.

D. VAN KETWICH.

Het Revolverkanon Hotchkiss.

[ocr errors]

Gedurende de maanden September en October was a/b van het Artillerie Instructie-schip,,Het Loo", te Willemsoord, het bovengenoemd kanon in beproeving; dit kanon is hoofdzakelijk bestemd, om a/b der schepen van oorlog, tot afslaan van aanvallen met torpedobooten, te worden opgesteld.

De verschillende proeven en verkregene uitkomsten, welke kortelijk zullen worden medegedeeld, hebben ons de overtuiging gegeven dat een dergelijk wapen, door een handig en bekwaam kanonnier bediend, inderdaad een moordtuig zal zijn voor vijandelijke torpedobooten; dat het defensief vermogen der oorlogsschepen aanmerkelijk wordt vergroot; terwijl voor onze Marine in het bijzonder, met het oog op de diensten in onze overzeesche bezittingen gepresteerd, bij offensief optreden, het als aanvalswapen zeer krachtig en van bijzonder groot nut kan zijn.

Door dit kanon toch is men in staat gesteld om, in betrekkelijk korten tijd, een overstelpend vuur te geven, terwijl de trefzekerheid, verkregen door oefening, niet aan de snelheid van vuur behoeft te worden opgeofferd. Niet zeker zijnde van den afstand waarop het vijandelijk doel zich bevindt, zal men zich reeds spoedig door inschieten van dien afstand kunnen overtuigen, terwijl alsdan na elk schot opnieuw kan worden gericht. De daarvoor benoodigde tijd, op zich zelf reeds kort, zal niet schaden aan het vlugge vuren, daar waar het laden en ontladen der verbruikte patroonhuls geen tijd vordert. Op een doel schietende dat steeds op denzelfden afstand verwijderd blijft, zoo kan men het kanon in horizontalen en verticalen zin vast klemmen, waardoor slechts kleine veranderingen in richting misschien noodig zijn. Door echter het kanon vrij in zijne tappen en in den pot te laten bewegen, kan men door eene eenvoudige inrichting, elk bewegend of zich verplaatsend doel volgen.

Eene naderende torpedoboot houdt men dus steeds in de vizierlijn, oordeelkundig zijne opzethoogte kiezende; bij twijfel

[graphic]
[ocr errors]
[ocr errors]
[ocr errors]
« ÀÌÀü°è¼Ó »