페이지 이미지
PDF
ePub

moer. Aan het boven of achtereinde dezer moer zijn vijf tanden aangebracht. Een schroefdraad zonder eind, op eene trommel rond eene as dwars door de kulas gaande, werkt op deze tanden der moer. Bij het draaien dus dezer dwarsas met trommel enz. zal één der tanden glijden langs het schroefvlak des draads, en alzoo draaiing der wentelingsas en dus der loopen veroorzaken. De draaing der dwarsas wordt verkregen door een zwengel rechts buiten de kulas aangebracht. Bij een vollen rondslag van dezen zwengel volbrengen de loopen slag. Aan genoemde trommel zit:

b. een' excentrische nok, werkende op een' uitstekenden arm der slagpen. Deze wordt daardoor bij draaiing van het mechanisme achterwaarts gevoerd en spant de slagveer, die tegen het achtereinde der slagpen blijft aangedrukt. De slagveer is bevestigd tegen de sluitklep der kulas. Op het oogenblik van vuurgeven laat het afgesneden gedeelte der nok den arm der slagpen vrij, en wordt deze laatste, door ontspanning der slagveer, met kracht naar voren gedreven. Op het einde der dwarsas is bevestigd:

c een kruk, vattende met eene pen in de kromlijnige sponning van:

d den patroon-trekker, aan het vooreinde voorzien van een klauw, die den bodem der verbruikte patroonhuls omvat. Deze klauw wordt gedragen door een getande plaat die, in het linkergedeelte der kulas, in eene geleibaan beweegt. De rondgaande beweging der kruk veroorzaakt, door het bewegen der pen in de sponning, eene heen en weer gaande beweging van den trekker. Door middel van:

e een tandrad, grijpende in de getande plaat van den trekker, wordt ook den aanzetter die links boven in de kulas, in den laadbak beweegt, eene den trekker tegenovergestelde heen en wedergaande beweging medegedeeld.

f. De aanzetter, ook voorzien van een getand plaatje, op het oogenblik van laden van den linker bovenloop teruggetrokken zijnde achter in den laadbak, zal bij draaiing des zwengels, de patroon, die uit de laadplaat in den bak gevallen is, naar voren en voor 4/5 gedeelte in de kamer schuiven.

Daar het midden gedeelte der schroef zonder eind, welke de draaiing der loopen daarstelt, o spoed heeft, beweegt dit

gedeelte verticaal tusschen twee tanden der moer aan de wentelingsas, in dien stand staan dus de loopen onbewegelijk vast; het is dus ook dán, dat één loop geladen, één loop ontdaan der patroonhuls, en vuur gegeven wordt. Draait men nu verder door, totdat dat gedeelte van o spoed der schroef gepasseerd is, dan zal het alsdan komende schroefvlak een tand der moer pakken en het stel loopen 1/5 slag doen draaiien; de aanzetter is intusschen weder teruggetrokken, terwijl de patroontrekker zich voorwaarts bewogen heeft en met den klauw een gebruikte huls omvat. De patroon, die nog voor 1/5 gedeelte buiten de kamer uitstak, wordt geleidelijk geheel in de kamer geschoven, doordat het voorvlak der kulas, waarlangs bij draaiing der loopen de bodem der patroon beweegt, tot aan het stalen stootplaatje, een hellend vlak is. Door het terugtrekken van den aanzetter valt eene volgende patroon uit de laadplaat in den bak, doordraaiende wordt deze weder in de kamer van den loop geschoven die te werk staat, er wordt één schot gelost, terwijl de patroontrekker de huls mede voert, die, vrij van de kamer zijnde, loslaat en op den grond laat vallen. Bij elken vollen slag van den zwengel wordt dus één loop geladen, één loop van de ledige huls ontdaan en één loop afgevuurd. Hierdoor is het mogelijk een onafgebroken vuur te onderhouden.

Nog dient te worden vermeld, dat de laadbak, na ontvangst van een patroon uit de laadplaat, telkens door een klepje wordt afgesloten, waardoor de druk der overige patronen in de laadplaat, op eerstgenoemde wordt weggenomen. Dit klepje wordt opgelicht door den aanzetter, en valt weder neêr als deze geheel teruggetrokken is.

Aan de linkerzijde van de kulas wordt een houten kolf in de zijrib van het raam geschoven en door eene veer vastgehouden; onder aan de kulas bevindt zich een beugel tot handvat. De linker schouder wordt tegen de kolf geplaatst en met de linkerhand de beugel omvat, waardoor men zeer gemakkelijk het kanon in horizontalen en verticalen zin kan bewegen, terwijl de rechterhand vrij is, om den zwengel te draaien en het geheele mechanisme te bewegen. Één handlanger, die steeds zorgt dat de laadplaat van patronen voorzien is, maakt met den kommandeur de geheele bemanning uit.

Het gewicht van kanon, kolf en laadplaat is .215 kg., dat van den mik met pot 50 kg.

Richt middelen.

De opzetstang, verdeeld met trapjes, die elk 200 meter verschil in dracht geven, zoodat de daarop geplaatstecijfers200tallen meters aangeven, is geplaatst op het bovenvlak der kulas. Het vizier is geplaatst op een' koperen band, rond de voorste bronzen plaat, met schroefjes op de zijribben van het raam bevestigd.

Projectielen en munitie.

Zooals reeds is opgemerkt, kunnen gebruikt worden stalen en gewoon ijzeren puntgranaten.

De gewone granaat van gietijzer heeft aan den achterkant eene middellijn van 36, 6 m. m. eene lengte van 93 m. m. Rond de granaat bevinden zich tien groeven, ter plaatse waar een' geel koperen mantel wordt aangebracht, ter breedte van 30 m. m. bij eene middellijn van 37.7—37.9 m. m. Deze mantel wordt bij afgaan van het schot, door de spanning der buskruitgassen, in de groeven gedrukt; daardoor ontstaan als het ware evenveel koperen ribben waarin bij voortbewegen van het projectiel, de velden insnijden en als het ware nokken vormen, waardoor de wentelende beweging van het projectiel wordt verkregen. De springlading is ongeveer 22 gram buskruit No. 2, de granaat voorzien van buis weegt gevuld 0,455 kg. De stalen granaat is voorzien van eene scherpe punt, inwendig hol, om het projectiel op gewenscht gewicht te brengen, van onder gesloten door eenen schroeftap; springlading wordt niet gebezigd, de granaat weegt 0,475, kg. de lengte is 90 m.M. De koperen mantel is gelijk aan die bij de gewone granaten.

De buis is van geel koper, zoodanig uitgehold dat in den bodem eene vernauwing is, welke de ligplaats vormt voor het hoedje met wrijvingsas, dat geheel doorboord is en in de ligplaats eenigszins geklemd zit. Het aanbeeldje is een houten stopje, waarin de ijzeren naald geschroefd is, dat met een druk van 25 kg. in de buis geperst en door 2 koperen pennetjes vastgehouden wordt. Dit stopje sluit tevens de buis. Bij het treffen van het doel vliegt het hoedje met sas naar voren rond de gehakkelde ijzeren naald, waardoor ontsteking moet volgen.

Patroonhuls.

Deze is gerold van geel bladkoper, aan den onderkant naar binnen omgevouwen, uitgerold vormt zij een trapezium. De bodem wordt versterkt en gasdicht gesloten door 2 geelkoperen gasafsluiters, de een binnen de ander buiten de huls omgezet. Een schijf van plaatijzer komt bovendien nog tegen den buitenafsluiter uitstekende, waardoor den patroontrekker de gelegenheid wordt gegeven de huls vast te pakken. Met 3 klinkboutjes worden de ijzeren plaat, beide afsluiters en het omgevouwen gedeelte der huls onderling verbonden en tot een sterk geheel vereenigd. In dezen samengestelden bodem is een cilindertje geplaatst, van binnen kegelvormig en voorzien van twee gaatjes in de huls uitkomende, de vuurstraal van het, in het cilindertje geplaatste, slaghoedje ontsteekt de lading.

Het gewicht der lading is 0,08 kg. buskruit No. 1, dat der huls met ontstekingsmiddel 0,08 kg.

Tot het doen der proefschoten werd het revolverkanon eerst opgesteld aan de Hors, later a/b van Zr. M. Ramschip Guinea. In de eerste plaats werd de verheffingshoek gemeten, bij het horizontale schot, waarvoor eene waarde gevonden werd van 1' 12".

Opvolgend werden gemeten de snelheid aan de monding en op een afstand van 233 en 500 Meter, daartoe werd gebruik gemaakt van de chronograaf Le Boulangé.

Voor de aanvankelijke snelheid werd gevonden 406,1 meter. Voor de snelheid op 233 en 500 meter, respectievelijk 336.7

en 297,7 meter.

Vervolgens werd overgegaan tot het schieten van schijfbeelden, voor de in de tabel aangegeven drachten.

[blocks in formation]

De projectielen zijn zeer gevoelig voor invloed van den wind, niet alleen merkbaar door de zijdelingsche afwijkingen, maar ook door het verschil in dracht. Deze is bij genomen proeven in Frankrijk ook zeer merkbaar gevonden.

Het geven van snelvuur op verschillende afstanden gaf de hieronder volgende uitkomsten.

[blocks in formation]

Om het indringingsvermogen, de kracht en uitwerking der projectielen, na te gaan, werd met gevulde en ongevulde, met zand en zaagsel op gewicht gebrachte, gewoon ijzeren granaten gevuurd op eiken balken van 300 m. M. dikte, en op ijzeren platen van 8 m. M., deze laatste zoowel verticaal ge

« 이전계속 »