페이지 이미지
PDF
ePub
[blocks in formation]

N°. 1307. Zitting van Woensdag den 13 en Vrydag den 15 Mey 1801.

[blocks in formation]

Uitvoerend Bewind ingenomen, doch hetzelve hebbende geadviseerd, dat alle die Requesten, geen uitg zonderd, zouden behooren gedeclineerd te worden, zich daarme. de niet vereenigd: als zynde by haar besluit van deg 30 Maart laatst., met opzicht tot de eersgemelde Adresfen in zoo verre gunstig gedisponeerd, dat de respe&ive Requestranten binnen zodanigen tyd, en op zodanige wy ze, als door het Uitvoerend Bewind zal worden bepaald, zouden moeten opgeeven, en justificeeren het precife pro

Vervolgens wordt in deliberatie gebragt 't vol- oud van de Tienden over den Jaare 1800, het welk dar

gend op heden aan de orde van den dag zynde Kapport van den Burger Reprefentant Vitringa en verdere Gecommitteerden:

BURGERS REPRESENTANTEN!

In het verleden jaar 1800. is de eerfte Kamer geadieerd door verfcheidene Pachters van Graan, of koorntienden, aar het gemeene land behorende, om remisfie van der zelver verschuldigde pach penningen, gelyk mede door eenige Municipanteiten binnen deeze Republiek, om eene gedeeltelyke kwytschel ting van de verponding, en verdere 's Lands lasten, uit hoofde van de zeer aanmerkelyke fchade, die zy Requeftranten, of derzelver Gemeenten aan de te velde Aaande vruchten, byzonderaan de Boekweit zouden geleeden hebber, door den fellen vorst in den nacht tusschen den 14 en 15 July des gemelden jaars heb bende plaats gehad, welke op zommige, hoe wel wei nige plaatzen, door eenen hageiflag, en droogte gevolgd

was.

De gemelde Kamer heeft daarop wel het bericht van het XIL DEEL.

Dat voorts dit

van by iederen Pachter is genooten. provenu zoude worden afgetrokken van de fommen, waar ' voor aan denzelven de Tienden in het Jaar 1800 zyn ver. pacht geweest, en dat de helft van het geen, pa aftrek van dar provenu, aan de Pachipenbiogen ontbreekt, - aan elken Pachter van 's Lands wege zoude worden geremit. teerd, doch de overige verzoeken zyn daarby gewe.

zen van de hand.

Dit besluit aan deeze Vergadering ter fanctie aangaboo. den zynde, wierdt hetzelve reeds by de eerfte leezing op den 3 April laatstleden gefteld in handen van uwe Medele den Vitringa, Bacot en Linthorst, ten einde daaromtrent te dienen van derzelver confideration en advis.

Uwe Gecommitteerden thands aan deezen last zullende voldoen, moeten de vryheid neemen van voor af op te merken.

Dat, daar het alhier aankotne op eene remisie van Pach penningen, her buiten alien twyffel is, dat dezelve zoude moeten gegrond zyn, of op het klaarblykelyk recht der Pachters, of op eene zeer evidente billykheid, dewy! Hb

bet Vertegenwoordigend Lichaam, ingevalle op geene vol. doende wyze van het een of ander mogt blyken, de bevoegdheid niet zoude hebben, van op de verzoeken der Requestranten guntig te disponeeren.

De remi fie van Rechten, waar toe wy alzoo in de eerste plaats onze overweging moeten bepalen, en welke alhi.reigentlyk wordt verzogt, vermeenen de Requestran ten te kunnen fundeeren op de voorwaarden van verpach ting.

Daaromtrent is het nodig al aanstonds op te merken, dat, offchoon de Conditien in dit opzicht niet allen in gelyke bewoordingen vervat zyn, dezelven echter hoofdzakelyk daar in overeenkomen.

Dat zodanige remisfie niet zoude mogen gepretendeerd worden, dan alleenlyk, wanneer de Pachters binnen dea daar by bepaalden tyd, en wel, (gelyk in 'verfcheidene Pachtcedullen ftaat uitgedrukt,) zo lange de vruchten nog niet zyn afgemaaid, maar op den ftruik ftaan, eene aanmer kelyke fchade aan die hunne gepachte vruchten, of granen mochten lyden, door eenige heirkragt, of bagelflag: waar waarby nog in fommige Pachtconditien gevoegd wordt het doorbreken van dyken, en in anderen eene uitbreiding tot rampen van dienzelfden aart, welke begrepen is onder de woorden en diergelyken.

[blocks in formation]

Maar Uwe Commissie kan geenzins toestemmen, dat, wanneer by de Contracten als een algemeene regel is vastm gefteld, dat geene kwy flag of remisfie van Pachtpenningen zal plaats hebben, dan alleenlyk in zekere byzondere gevallen, welke als fpeciaale uitzonderingen bynamen zyn bepaald geworden, (gelyk in veele Pachtconditien met de daad gefchied is,) des onaangezien van die uitgedrukte gevallen op grond eener vooronderstelde intentie der Con. tractanten tot anderen, die niet zyn geexpresfeerd, naar de analogie van het recht eene uitbreiding zoude kunneu

Dat voorts de Pachters gehouden zullen zyn, om binnen Rekeren korten tyd, na dat de calamiteit heeft plaats ge. had, aan de Verpachters, of hunne Gecommitteerden, Rentmeesters, enz. behoorlyke wete te doen, ten einde de fchade op te neemen, en te tauxeeren, zodanig als daar by in verschillende maniere is vastgefteld: terwyl de Pachters daar van binnen den bepaalden termyn in ge-toegelaten worden. breeke blyvende, van alle aanfpraak op remisfie verftoo. ken zyn.

Belangende de wyze van vergoeding dier fchade ftem men de onderfcheidene Pachtconditien niet met elkander over een, als zynde by voorbeeld in zommigen bepaald, dat de kwytschelding zoude wordea gedaan, zodanig, als in redelykheid bevonden zal worden te behooren, en we derom in anderen, dat de vergoedinge zoude plaats heb ben naar advenante van de helfte der geledene fchade,

enz.

De Pachters der Thienden in het befluit der eerfte Kamer by nemen vermeld hebben, bycra allen hunne bevoegd heid, om remisfie van Pachtpenningen te verzoeken, in fa&to alleenlyk afgeleid uit de importante fchade, welke zy invoege voorfz. aan de te Velde ftaande Boekweit in den nacht insfchen den 14 en 15 July 1800 door den zoo fel len, als ongewoonen vorst hadden geleden, zynde door hun tot bewys van deeze omstandigheid nevens de zelve Adresfen overgelegd de Certificaten of Declaratoiren van de Municipaliteiten, of van Perfoonen door die Col. legien daar toe gemagtigd, welken deeze fchade kort na dat ongeval opgenoomen en getauxeerd hebben.

Doch al onderftelt men, dat de bescheiden tot bewys van dat fait in het afgetrokkene genoegzaam zuuden wee.

Het is daarentegen eene bekende waarheid, dat die uitzonderingen den algemeenen regel in de niet geëxci., pieerde gevallen versterken, en hier uit volgt ook van zeifs, dat de evengedagte Tiendpachters geene aanspraak kunnen maaken op eene remissie van rechten, waarmede uwe Gecommitteerden zich op dit point alleenlyk bezig houden, (zullende over de remisfie van gratie, waarom. trent de billykheid meerder dan het frikte recht in aan. fchouw komt, in het vervolg gehandeld worden) en dat mit dien de Requestranten, die zich in zodanig ge. val bevinden, als hun vermeeten niet kunnende bewyzen, daaromtrent moeten worden aangeweezen.

Maar hebben dan in allen gevalle die Pachters, aan wetken het vraagen van remisfie ie vrygelaten, niet flechts ter zaake van de by namen uitgedrukte Calamiteiten, maar ook wegens diergelyken uit hoofde van de blykbare intentie, der Contractanten, ja ook volgens den waren zin van dat beding geene bevoegdheid, om dezelve te mogen vorde ren wegens fchade door dien fellen vorst tusfchen den 14 en 15 July 1800 geleden?

Indien deeze vrage toeftemmend konde beantwoord wor den, zoo zoude daar uit nog geenzins volgen, dat 'er genoegzaam fundament is voor eenen algemeenen maate regel ten behoeve van alle de Requestranten immers niet

[ocr errors][ocr errors]

niet met betrekking tot de zulken, die geen beding, in de voorfz. termen vervat, kunnen reclameeren, maar boven dien zoude dan ten aanzien van de alhier bedoelde Pach, ters moeten vaststaan, dat de evengedachte vorst is geweest een ongeval van eene diergelyke natuur, als de calamiteiten, die bepaaldelyk zyn uitgedrukt.

Doch hier tegens komt in aanmerking, dat op die zelfde Contracten of Pachtconditien, niet legts de Tienden van de Boekweit, maar byn overal de Tienden van verschil lende foorten van Veldvruchten, en daar onder die van de Boekweit, respectivelyk ter gelyker tyd in die freeken, daar de heffing gefchied, verpacht wordende, en de Gegadigdens meest allen gewoon zynde, om de Tienden van onderfcheidene fpecien in pacht aan te flaan; -aen met grond mag veronderstellen, dat de Verpachteren zich al leenlyk tot eenen kwyıflag hebben willen verbinden ten aanzien van calamiteiten, welken van dieu aart zyn, dat daar door niet flegts het een of ander foort van Graan in het byzonder, maar die Veldvruchten, waarvan men de Tien den in maniere voorfz. verpacht; over het algemeen aan cene aanmerkelyke schade worden blootgesteld; gelyk veelal plaats heeft of kan hebben door heirkragt, fellen ha. gel, overstroming enz., terwyl dusdanige vorst wel verdervelyk is voor de Boekweit, maar niet zo zeer voor an. dere producten, als Rogge, Haver, Garst, Tarwe, Weit

enz.

Uwe Gecommi teerden kunnen zich dus geenzins conformeeren met de interpretatie, die by eene memorie,door - fommige Requestranten overgeleverd, aan de Pachtcondi. tien gegeeven wordt, dat men namelyk onder bagelslag zoude moeten begrypen, alle ongevallen zonder onder. fcheid, die van hooger hand, zonder medewerking van menfchen, aan de te velde ftaande vruchten te beurt vallen, doch door heirkracht de zulken, die door eenig menfchelyk geweld dezelve mogten overkomen; gemerkt het bloot voorstel, het verre gezogte en te veel gewaagde van dezelve uitlegging reeds genoegzaam fchynt aanteduiden.

Even weinig kunnen de Requestranten, paar 'tinzien van Uwe Gelastigden ten hunnen behoeve de dispofitie van het gemeene of Romeinfche Recht met goed fundament inroepen; want, zonder albier te treeden in een onderzoek, in hoe verre de remisfie van huur of pachtloon, welke daar by om verschillende redenen is vergund, in deeze Landen mede aangenomen of in practyk gebragt is, zal het genoeg zyn kortelyk op te merken, dat, wanneer by de Contracten, de gevallen, in welken dezelve remisfie zoude moeten plaats hebben, invoege voorfchreeven bepaald zyn, het alleenlyk daarop aankomt wat 'er bedongen of ge.ftipuleerd is, maar niet, op hoedanige kwytfchelding de Requestranten aanspraak zouden kunnen maaken, indien daaromtrent tusfchen hun en de Verpachters niets was ge. conditioneerd geworden.

[ocr errors]

Trouwens de eerfte Kamer heeft zelve begrepen, dat alhier geene remisfie van rechten te pas kwam, gemerkt

zy by 't onderhavig befluit heeft voorgefteld,,, dat door yderen Pachter het præciefe provenu van de Tienden, over het Jaar 1800, hetwelk by dezelve is genoten, zoude worden opgegeeven, dat men daarvan dan zoude aftrekken de fom, waarvoor die Tienden in het gemelde jaar zyn verpacht geweest, en dat de helft van het geen, na korting van het voorfz. provenu, aan de Pachtpennin gen ontbreekt, van 's Lands wege aan de refpective Pach· ters zoude worden geremitteerd."

Immers moet het aanftonds in het oog loopen, dat op die wyze niet zoude worden verleend eene remisfie van rechten, (onaangezien de redenen en gronden, vervat in het Rapport der perfoneele Commisfie, welke der eerfte Kamer heeft geadviseerd, meestal daarheen ftrekken;)— maar eene remisfie van gratie.

Want, zo de eerstgemelde remisfie mogt plaats heba ben, dan zoude aan de Tiendpachters over het alge meen niet een zodanig gedeelte der fchade, als in het onderhavig voorstel bepaald is, behoren vergoed te wor den, maar zo veel, als aan eenen ygelyken van hun naar dat fystema zoude bevonden worden te competee ren, uit krachte van het geconditioneerde by de pachte cedullen, welke daaromtrent met elkanderen verschillen, gelyk hier vooren is opgemerkt.

[ocr errors]

Het moet dus in de daad by de beoordeeling van het onderhavig besluit eeniglyk daarop aankomen, of in dit ge val gepaste termen voor eene remisfie van gratie bestaan? en dat zullen Uwe Gelastigden nu in de tweede plaatfe onderzoeken.

Zy willen gaarne toeftemmen, dat voorheen in buiten gewoone gevallen zodanige remisfien wel eens door den Souverain van 's Landswege aan eenige Pachters zyn vers leend, als mede, dat fommige Requestranten by de Tien den door hun in het Jaar 1800 gepicht offchoon men alles, wat zy uit dien hoofde genoten hebben, by elkander berekend · zouden kunnen bevonden worden niet te zyn gebaat, maar door den meergemelden fellen vorst in de maand July schade geleden te hebben.

En eindelyk, dat dezuiken, die hunne huure of Pacht loon niet in comptante Penningen, maar in vrugten of producten, en fpeciaal in Boekweit moeten opbrengen, nu de zelve in voege voorfz. tot eenen meer dan gewonen prys gekeegen is, van ergere conditie konde geworden zyn dan de geenen die zich verbonden hebben, om in Geld te betaalen.

Doch het zy aan Uwe Gecommitteerden vergund te mo gen herinneren, dat aan Ulieden niet ter bekragtiging is aangeboden eene gunftige dispofitie van de eerfte Kamer op het Adres van den eenen of anderen Tiendpachter, welke, uit hoofde van den letter of den zin zyner Pacht conditien, van die der overige verfchillende, wegens de meergemelde calamiteit aanfpraak zonde kunnen maaken op eene remissie van rechten, noch ook op het byzonder verzoek van eenen enkelen Suppliant, die, fchoon by zich in het evengedagte geval niet bevind, echter genoegf

Hh a

bewyst, dat by door dienzelfden ramp groote fchande ge Jeden heeft, en, ten einde niet onherstelbaar geruineerd te worden, de Hoogstgeftelde Macht adieert, op dat hem een gedeelte van de uitgeloofde Pachtpenningen uit loutere gunst worde kayg fchulden, maar dat hier de vrage is, of deeze Verga ering zoude moeten fauctioneeren (enen algeme Den incare, ul door de eerfte Kamer voorgefteld op de on dersch idene Adre:fen van zo veele Tiendpachter, welken aben eene remissie van rechten op grond der Pachtconditien

vorderen.

Ht Vertegenwoordigend Lichaam daar toe in voege voo f. naar rechten ongehouden zynde, heeft ook naar de gedagten van Uwe Gelastigden geene vryheid, om daarop eene algemeene remisfie van gratie aan de verzoe. kers geheel of gedeeltelyk te vergunnen, gemerkt de bekende gevolgen van den meergedagten vorst niet flegts door de Requ stridten, maar ook door zo veele andere Ange zetenen in cene meerdere of mindere mate zyn ondervon• den, dat wel direct in derzelver te velde flaarde vrugten, en byzonder in de Boekweit, of wel indirect, uit noofde van den ongewoonen prys, waar toe dat product geklom. men is, en de daarby komende meerdere gelding van an⚫ dere foor en van Graan; terwyl zy boven dien, zoo deeze kwytch Iding geaccordeerd wierd, tot herstel of vergoeding van het gemis daar door aan 's Lands Kas veroorzaakt wordende, bet huone zouden moeten bydra gen.

Nie s zoude toch meerder met eene waare Gelykheid Stryden, dan dat de Tiendpachters, over het algemeen, door eene geheele of gedeeltelyke remissie van het geen zy san den Lande deugdelyk verfchuldigd zyn, zonder dat daar toe, uit hoofde van de Pachtcondi ien, eene wettige verplichting beftaat, bevoordeeld worden boven zo veele anderen van hunne Medeburgeren, welken door nationa. le of byzondere ran pen, in de tegenwoordige tydsomftandigheden byna orherstelbaare nadeelen in verschillende op zich en gel-den hebben, doch deswegens geene vergoeding hoegenaamd ten kosten va 's Lands uitgeputte Kas, kunnen erlanger. Ja de eerfte Kamer heeft zelve begrepen, geene vermindering van Verpording of andere 's Lands Lasten, uit hoofde van geledene fchaden door den voorfz. Tellen vorst te mogen verleenen.

weit direct na dien buitengewoonen Vorst tot eene ir por. tante hoogte geftegen zynde, een groot aantal der Requ tranten in de evenredige vermeerdering der waarde van het geen nog van dit product was overig gebleven, eene gedeeltelyke vergoeding der geledene tchade gevonden heeft, waar toe onder anderen door het Bewind als een Bewys is aangevoerd dat verfcheidene Tienden, welke eerst na deeze calamiteit verpacht zyn, zo veel als ce bevorens ver. pachte hebben opgebragt, zelfs in Gemeentens, daar vry“ wat Boekweit geteeld wordt,

Hier by komt, dat (gelyk reeds bevoorens reeds in het voorbygaan is opgemerkt) de Tienden van verfcheidene zoorten van Veldvruchten ter ge'yker tyd, en op die zelf e Conditien in de respective Districten verpacht zynde, verre de meelte Riquestranten dezelven niet flechts van de Boekweit, maar ook van andere foorten van Graan hebben gepigt, en dus nog het geen zy aan het eerstgemeld product hebben verlooren, gebeel of ten deele hebben kung men terug bekomen, door een voorseelig gewas van ang dere onbeschadigue, of weinig geleden hebbende Veldvrug. ten, of wel uit hoofde dat de prys van deeze taaiften insgelyks zeer merkelyk boven de gewoone Markt is gekłommɩn.

Het is toch eene bekende zaak, dat in het Jaar 1800 de gelding der Rogge by voorbeeld, onaangezien daar van het gcwas in veele Districten voordeelig was uitgevallen, byna een Capitaal meerder is geweest, als in voorige jaaten.

De taugatien van de schade, aan de Borkweit door de zo dikwils gemelde calamiteit toegebragt, welke de Re questranten nevens hunne Adressen hebben overgelegd, kunnen dan ook geenzins voor eene remisfie van gracie, althans over het geheel genomen, in aanmerking komen, dewyl daar uit niet bewysbaar is dat de gemelde schade, zo verre dezelve naar den toenmaaligen prys van dat product, in geld of geldswaarde ftaat uitgetrokken, met de daad zo veel zoude hebben bedragen, (het welk ook in dat tydftip ondoenlyk waste bepalen) en nog minder, dat zy met opzicht tot de door hun respectivelyk gepichte Tienden, mede over het geheel berekend, voor zodanige Sommen zouden zyn benadeeld.

Uit dit alles volg: dan ook van zelfs, dat de Tiendpachters geenzins gelyk ftain met de Grutters of Gɔn Uwe Gecommitteerden maken voorts geene zwarigheid maakers in het voormaalig Gewes Faesland, aan welken om zich te vereenigen met het geremarqueerde door het onlangs, onder anderen op grond van de schaarsheid en Uj voerend Bewind by deszelfs voorfz. bericht, cat het enorme duurte van de Boekweit is verleend zekere modifipachten der Tienden behoort onder ci: dagelyksche han catie in de betaaling der Belasting, aldaar van denzelven delingen, welken meestal ondernomen worden op hoop, onder den naam van Paardengeld geheven wordende gemerkt, en vooruitzicht van winst, waario de Pachters niet zelden deeze laaiften geene gelegenheid hebben, om hunne fenade. bun oogmee.k bereiken, zonder dat het Land in dat geval of verliezen op zodanige wyze te verhaalen, als de gemel. jets meerder dan de uitgeloofde Pachipenningen geniet de Pachters; - en daarenboven het besluit van het Verte doch dar de zodanigen zich daar door ook vrywillig aan alle genwoordigend Lichaam, met opzicht tot die Gor:makers mooglyke schade blootstellen, zonder eene berekening te genomen, alleenlyk ten oogmerk heeft, om eenen impost, kunsen maken op eene vergoeding van dezelve, (zo verre welke in dier voegen was ingericht, dat men voor een ge die by de Pachucondaien tiet uitdrukkelyk is becorgen:)-heel jaar daar van aangifié en betaaling moest doen, herzy en dat daarenboven in maniere vopríz, de prys der Boek. 1er door decze Trafikanten gemaslen wierdt of niet, inde

tegenwoordige fchaarsheid van Boekweit zodanig te wy zigen, dat dez Ive evenredig blyve aan de hoeveelheid van het gemalene of aan het belaste, en alzo overeenstemme met het oogmerk, hetwelk die belasting in haaren oorfprong gehad beeft.

[ocr errors]
[ocr errors]

By het geen tot dus verre is aangevoerd, moet uwe Commissie nog ten overvloede doen opmerken, dat het middel, door de eerfte Kamer in maniere voorfz. voorge. field, om van het provenu der Tienden en van de schade, die fommige Pichters zouden geleden hebben, te doen blyken enz., niet alleenlyk aan het verlangen van verfcheide. Be Requestranten geenzins voldoet, als welken reeds verklaard hebben daar mede niet te vreden zyn, maar ook als nu aanleiding zoude kunnen geeven tot verkeerde en bedrieglyke opgaven van baatzugtige menschen, en bovendien veelal onuitvoerlyk zal bevonden worden, als zynde zelfs by cen Adres, van wegens eenige Tiendepachters aan de eerfte Kamer overgeleverd, naar waarheid ter nedergefteld, dat veele Linolicden de gewoonte hebben het Tiendgraan reeds by den Oogst met hunne overige Veldrachten te vermengen, anderen wederom, om hetzelve niet te Gelde te maaken, maar met hunne Huisgezinnen te confumeeren, en dat mitsdien langs deezen weg de hoegroot heid der vergoeding veelal afhangelyk zoude worden ge ́maekt ́van de meerdere of mindere nauwkeurigheid, en Daauwgezetbeid der belanghebbenden, enz.

zodanig geval vooraf moet gaan, namelyk het namptisfe ment der bedongene Pachipenningen.

Uwe Gelastigden hier mede hunne confideratien bellut. tende, neem n de vryheid van op de aangetogene grod. den, der Vergadering, onder de gewoone fubmisie, te advifeeren tot het uitbrengen van het volgend beffuit van weigering.

De tweede Kamer.

Overweegende, dat geenzins is gebleken, dat de Pachters der Tienden, aan het gemeene Land behoorende, die remisfie van de door hun deswegens in den Jaare 1Rob uitgeloofde Pachipenningen verzogt hebben, althans over het algemeen, daarop naar rechten, of zelfs naar billyke beid eene gegronde aanspraak zouden kunnen manken.

Overweegende, dat ook het voorgeftelde middel, om van de fchade der Tiendpachters te doen confteeren, als nu in deszelfs executie aan zeer veele zwarigheden zoude onderhevig zyn, en alzo ter bereiking van het bedoelde oogmerk onvoldoende is, Bekrachtigt het nevensgaande befuit niet.

dende mitsdien het Befluit der eerfte Kamer, met En wordt dien conform geconcludeerd; wor• de door de Commissie voorgeftelde redenen van weigering, aan dezelve Kamer onbekrachtigd te ruggezonden.

Eindelyk is het aan uwe Gelastigden toegefcheenen, dat, Choezeer verfcheidene Requestranten daarop hebben aan. gedrongen, dat, byaldien huone verzoeken om remissie, Nog wordt in deliberatie gebragt een tegen hede 1 zo als die leggen, niet wierden geaccorceerd, de gegrond aan de orde an den dag gesteld Rapport van den heid of ongegrondheid van deeze vorderingen in Juftitie Burger Reprefentant Ploos van Amfiel en zoude onderzogt en gedecideerd worden,) roghans het Gecommitteerden, en examen van een Befunder Vert genwoordigend Lichaam geene Rechtbank behoort eerfte Kamer van den 5 Maart 11., genomen op de santewyzen of te machugen, om daar over op een korteequeste van Calden, en van zyne Huisvrouw of femmiere wyze te erkennen en te bellisfen, invoegen als zy Ichynen te verlangen.

[ocr errors]

Immers zoude men uit een dusdanig besluit welligt als een gevolg afleiden, dat by het gem. Ide Lichaam eenige twyffel of bedenking was ontitaan, of de fustenuen dier Requestranten niet zouden kunnen bevonden worden in rech en gefundeerd te zyn - doch dit kan uit hoofde der ongenoegzaamheid van de gronden en bewyzen, welken zy voor eene remisfie van rechten, die het eenig obje& van onderzoek in Juftitie zoude mogen opleveren, hebben aangevoerd, over het algemeen geene plaars hebben.

--

Integendeel zyn uwe Gecommitteerden van gedachten, dat men aan de Ŕequestranten den weg, om met het Gemeene Land te procedeeren, niet gemakkelyker moet ma ken, als zy met reden kuruen vorderen, gemerkt uit de refpe&ive Pachtconditien genoegzaam blykt, dat, wan -neer zy vermeenen grond te hebben, om wegens gelede De schade van den Verpachter kwytstag der Pachtpennin gen te pretendeeren, de deur van de Justitie voor hun niet is toegelloten, mits ay alvorens voldoen aan het geen in

4. 7. la Maire, verzogt hebbende, dat aan hun uit de revenaen van de nalatenfchap van wyle 4. van Meerwyk worde afgegeeven eene Somma van zes honderd Guldens en wordt conform het geadviseerde der Commissie gedecreteerd het Belluit der eerfte Kamer onbekragtigd terug te zenden, vergezeld van de volgende redenen van weigering door de Commissie geconcipieerd:

De tweede Kamer:

[ocr errors]

Overwegende, dat aan des Requeftrants Huisvrouw A driana Johanna la Maire geese uitkeering behoort te wor den toegekend, waar door zy boven andere behoeftige ep wenige Afstammelingen van de zes Zusters des Testateurs, die wellicht een gelyk regt zouden kunnen hebben, tegen de intentie des Testateurs en duidelyken letter der ufu fructuaire Eritelling zoude kunnen worden begunstigd.

Overwegende, dat door eene jaarlyksche uitkeering van alle Revenaen het geval zoude bunen exteeren, dat er geene genoegfaame Penningen voor handen bleven, om in 3 Hh 3. baje

« 이전계속 »