dan, Burgers Rep.æfentanten, die dagen der zalige on fchuld beleven wy niet. Hoe zeker het ook zy, dat het Bataaffche Volk, zo in het handhaven der goede trouw, als in het naarkomen zyner beloften, en met één woord, in alle zyne handelingen, alle andere Volkeren der wae. reld overtreffe, kan het echter niet ontkend worden, dat dit zelfde Volk zich in onderfcheiden Partyen, die in po. litieke denkwyze verfchillen, verdeelt; dit te willen bewy zen, zoude uwe menschenkennis en onderving te kort ge. daan zyn. fastenue is het geheele Rapport grootendeels doorzaait. als zeer onbetaamelyk zoude kunnen aangemerkt worden; Zo hier in geene contradictie te vinden is, dan weet ik uier meer wat het zeggen wil zich ongelyk te blyven,en in éénen adem zich zelven tegen te fpreeken. Ook ben ik ten hoogsten verwonderd, dat die zelfde Burgers, welke, zo veel eerbied voor de ftem des geheelen Volks fchynen te bezitten, by hunne zittingneeming in deeze Vergadering geene zwaarigheid maakten, om de legaliteit der keuze, op hen uitgebragt, te refpecteeren, welke ook alleen door de Stemgerechtigden was gefchied, en dat zy, zonder eenigen tegestand, zoo bereid waren, om de gevorderde verklaringen af te leggen, daar zy wisten dat de Staatsre. geling ook alleen door Stemgerechtigde Burgers was goed. gekeurd. Het is, dunkt my, ou, na een verloop van 3 Jaaren zeer ontydig deeze zo gewigtige bedenking te opperen, indien dezelve geene andere bedoeling had. Of was deeze fustenue ook noodzaaklyk ter voltoying en zekere invoering van dat Ontwerp, en ten einde hec niet moge mislukken, daar toe kon voorfz. eene ftemming des geheelen Volks dicnftig zyn, en wanneer 'er dan nog een tap verder wierd gedaan, met de niet geftemd heb bende te confidereeren, als hunne toeftemming of goed keuring te hebben gegeven tot het ontworpen Plan, dag was de zekerheid voor de aanneming ontwyffelbaar te verwagten. Zo ras dan ook deeze twee poiacten onvoorzichtig genoeg by het Vertegenwoordigend Lichaam doorgingen, dan had men vooraf byna de volkomen zekerheid, dat, wanneer het ontworpen Plan ter goed- of afkeuring des Volks was gebregt, het getal van hun, die 'er voor, en in 't geheel niet geltemd hadden, te famen genomen, een meerderheid zoude uitmaken, en dat dusdanige aanneming niet konde misfen. Ik ben hetia zo verre met de meerderheid der Commissie eens, dat een Maatschappelyk verdrag of liever de eerfte gondwet van den Staat, dat is de Regeeringsform, welke met een Maatschappelyk verdrag niet altyd één en hetzelfde is, eigentlyk en naar zynen waaren aart, niet bet werk eener factie of van een gedecke des Volks, maar van het gehee. le Volk behoorde te zyn; en het is even zo zeker, dat piet cene Commsfie uit het Vertegenwoordigend Lichaam des Volks wil kan bepalen, of ongequalificeerd zocanig, een Ostwerp eener Grondwet opitellen, zo als ik meermalen beb bewezen, maar ik ben ook van gevoelen, dat men hier de zaak niet in het afgetrokkene en met overore. venheid moet befchouwes, welke men op elkeblad zyde van, het Rapport 20 afkeurt. Indien bet Bataafiche Volk zo pas uit den natuur-ftaac in die der Maatschappy overging, het begin fel der onbe-, dorvenheid met zich voerde, de zuivere onfchuld zelfs was, en, zonder met eenige factiezucht befmet te zyn, een Maa fchappelyk verdrag of wel Staatsregeling wilde daarftellen, dan geloove ik, dat iemand daar van uit te fluiten, 't Vervolg van dit Advis en Zitting, in ons volgend Nummer.) de Burgers Reprefentanten Appelius en verdere tot de By refumtie gedelibereerd zynde over het Rapport van zaaken der Financien Gecommitteerden, op onderfcheiden in hunne banden geftelde ftukken, betreklyk de converfie van vermiste Obligatten, op vertoon van bewyzen van port conformeerende, tot eene generaale maatregel in dee. eigendom, heeft de Vergadering, zich met hetzelfde Rap-' zen beflooten, met alteratie voor zoo veel des noods der Publicatie van den 24 October 1799. prefentant Steyn Parve c. f., betreklyk eene vervroegde De deliberatien over het Rapport van den Burger Re revifie der Staatsregeling wederom hervat zynde, bragten de Burgers Reprefentanten Huber, Pompe van Meerder uit; zynde de ecrite en derde tegen het Ontwerp zo als voort, Queyfen en Steyn Farvé daarover hunne Advisen het is liggende, en de tweede voor hetzelve, gelyk ook de vierde, welke, by een zeer ampel advis het Rapport der Commisfie, en het door haar overgelegd Ontwerp, tegen de daar tegen uitgebragte Advifen verdeedigde. En daarmede werden de overige deliberatien over dit onderwerp uitgefteld tot morgen. ochtend ten elf uuren. Waarna de Vergadering wordt gefcheiden tot morgen Ter Drukkerye van J. I. STUERMAN, in de Is dit nu zo, dan is het ook eene zekere waarheid, dat, zo lang een algemeene Vreede, welke 't Republikeinsch stelfel alleen op zekere gronden vestigen kan, niet daade. lyk aanweezig is, en een einde van alle partyfchappen zal gemaakt hebben, het invoeren eener algemeene ftemming des geheelen Volks, niets anders is, dan zich ten prooi geeven aan elke party, welke de meerderheid van stemmen zal weeten te, bekomen, en dus in der daad de eene factie tegen de andere te verwisfelen. Dit is de waare applica tie en het zeker gevolg van dat afgetrokken denkbeeld. Maar behalven dat de tegenswoordige Staatsregeling, die wy allen bezworen hebben, dit ook expresfelyk verbiedt, wat moet dan uit dit aangevoerd gevoelen der Commissie volgen? wat anders dan dat wy onze eigen däaden tegen XII. DEEL. fpreken? dan immers is onze zitting op deeze plaats, met al het geene federt de Revolutie is verrich, onwettig; dan zyn alle Decreeten, Befluiten en Vonnisfen, door de Wergeevende, Uitvoerende en Rechterlyke Machten, fe. dert dien tyd genomen of gearresteerd, nul, krachteloos en van onwaarde, met al het geene daaruit is gerefulteerd, en wy leeven in een staat van compleete verwarring. Neen, Burgers Reprefentanten! het zyn de ftengerechtigde Burgers, met welken wy hebben gecontracteerd, door welken wy zyn gekozen, en aan welken wy ons by de Staatsregeling hebben verbonden: het zyn de Republikeinfche Burgers, die by de Revolutie over het toenmalig Bestuur hebben getriumpheerd, die het Bestuur van zaken hebben opgenomen en aan ons gedemandeerd, en wanneer deeze ophouden te werken, dan hebben wy ook de vryheid om ons van onze gedane belofte ontslagen te reke nen. Men voere hier niet tegen aan, dat het Republikeinsch ftelfel, waartoe de ftemming zich zoude moeten bepalen, ten waarborg strekt dat het nie zal verlooren gaan dit ontken ik, om dat het ontwerp geen waar Republikeinsch fysthema is: maar al ware dit zo, wie geeft ons dan nog de macht, om het Volk in zynen Souvereinen wil, paal en perk te stellen, daar dit geheel buiten ons bereik is? en wanneer men op de gelegde gronden der Commissie wil argumenteeren, dan moet men veel verder gaan, dan moet de vraag zich niet alleen bepaalen, of het Volk deeze eigendunkelyk ontworpen Staatsregeling goed of afkeure maar dan zoudé de veel grooter en belangryker eerste vraag moeten voorafgaan, welk foon der onderfcheiden Regeer Ggg rings. ringsformen het Bataaffche Volk zoude verkiezen? of op welke wyze het de oppermacht zoude willen uitgeoeffend en bestuurd hebben? dan ik verkieze my niet langer met deeze afgetrokken en overdreven denkbeelden zonder applicatie bezig te houden. En wat eindelyk de computatie der stemmen, of de famenvoeging derzelven, van hun die het ontwerp zouden aanneemes, en die geenen, welke hunne billietten oningevuld, of in het geheel niet hebben terug gegeeven, be treft, en welke de Commissie als aanneemers van het ont werp wil geconfidereerd hebben; dan op moet ik aanmer ken, dat 'er in de daad nimmer een gereeder middel kan pitgedacht worden, om zich van de aanneeming der one werps te verzekeren, en zo volkomen gerust te fteilen, dat deeze maatregel niet zoude misfen, als immer coot fchranderheid en wys overleg kon berekend worden, ik zai (daar ik my reeds te lang bezig hield met het Rapport der Coma isfie) van de onbehoorlyke wyze der flemming niet fpreeken; maar is het waar dat een filzwygen genoeg is, om daaruit op te maken dat zy, die uit verschillende redenen en oogmerken een zaak niet willen, maar met fil. zwygende verachting daarop neder zien, daaraan, door dat filzwygen hunne toestemming geeven? Is het ftilzwygen dan waarlyk eene goedkeuring, uit welken hoofde dit ook gefchiede? indien onwil genoeg stot eene bevestiging is, dan kan men van, eene zaak matten wat men wil en goedvindr, en de ftem van die brave Borgers, welke zich de zank des Va›derlands vender (Vryheid aantrekken; zal moeten wyker woor hun, die beider ondergang door zwygen kunnen „bewerken, wanneer zy, flegis een meerder getal uitmaa• ken. gementen, contracten en verbintenis means legalitet worde En hier mede zal ik van myne aanmerkingen #app-a. waar mede het Volk Ul. had bekleed grootsch op het Neen, Burgers Rep whentanten! tot het fremmen over sher sanguan van en wettig ontworpen Maatschappelyk ver drag, of wel eener Staatregeling, wordt geenestilzwygen. de, mahr éene openlyke goed- of afkeuring vereischt, waar En hoeplechtig was deeze opwekking en bemoediging, door cuidelyk en klaar bewezen kan worden, welke de wil ter getrouwe handhaving der gevestigde Conflitutie, by eene →der meerderheid zy, of indien eengale de Stemgerechtig volgende Proclamatie, vervat in deeze woorden: Het is de Burgers niet verkozen hunne ftem uit te brengen, overthaus viet meer een Tusfchen-Bestuur, hetwelk & ene vaste een Ontwerp, het welk hun zoo maar b indelings wordt beginfelentengrondflag hebbende, door willekeur of eigen. woorgelegd, zonder dat zy, die alleen het recht hebben belarg kan vernietigd of gewyzigd worden; het is de Stantsom hetzelve te ontwerpen, daar in waren gekend, (zoals regeling welkers handhaving en bescherming wy plechtig g‹• hier het geval is) zoude men dan, dær biemand gestemd swooren hebben, welke in deeze oogenbakken zou worden shad, het befluit opmaken, dat het door allen was good aangevallen. Datwy aan alle openbaare widerforevers a gekeurd? En hoe klaar is het te voorzien, cat veelen van geheime belagers der Staatsregeling leeren zullen, dat wy Bun, die het Vaderland een kwaad hårttoedragen, zolang het Vaderlanden de Staatsregeling niet willen zien verlooren zy dog eenige hoop woeden op de herstelling unner vori - gaan, zonder tevens met dezelve om te komen. Eaten b ge zogenaamde Confticatie, zich met de tegenwoordige wyze, dat dit alles wel rypelyk was doordacht, worit 'T arde van zaken niet bemoeyen zullen, en kunnen dan ook die volgen leby evo gi: Deeze verzekering, deez: plech. dezen gerekend warden, voor een Ontwerp te hebben ge. - sige verklaaring, welke wy niet onheraden, waar in een nemd, tot welkers vernieling zy den wel gefcherpien duik oogenblik doen, dat ons de hoegrooth id onzer verplichting, in het verborgenronddragen. en het gewigt van den Eed, door ons gezworen, levendig voer Hoe belachlyk is dit in het oog onzer› vyanden, boe, den geezt is, bemoedige Ụ allen, Groat, Baranvent werachtetyk in het hart van het wel en kend gedeelte des Be⋅ is de verklaaring, die wy by deezenden, gewichtig de ver iTchon Volksy daar hier door sen alle vonwenige enga. -bindtenis, welke wy op dit aagenblik vernieuwen, maar wy 1 1 hebben, onder den Gaidelyken zegen, de middelen in han den, on onswoord geftand te doen; de groote begin feler uwer Staatsregeling zyn te eeuwig waar schig, om voor een korten poos op den Bataaffchen grond hunnen zetel te vestig gen.om voor altyd weder van denzelven verbannen te worden; te veel is er red gebeurd,dan dat wy het felfelvan burgeri. en Staatkundige Vryheid zo maar aan deszelfs noodlot zouden overlaaten. En het was op all deeze gronden, dat het BaLaaffche Volk zo krach ig by de Proclamatie van 20 October 1799 wierdt opgewekt, om mede te werken, ten einde het cerwaardig Gebouw onzer Staatsregeling, cen dcorn in het oog or zer / yanden, meer en meer te ve.tigen. zoude gepaard gaan, en bevestigt niet met woorden, moar door fpreekende dnáden, dat gy die Staatsregeling niet wilde zien verlooren gaan, zonder met dezelve om te komen, Dichebik gemeend, Burgers Reprefentanten Į rot mynej verantwoording te moeten zeggen over deeze zaak,ten einde ik meteen vry geweten altyd zoude kunnen bewyzen, boeik over dezelve heb gedagt, en dat ik geen deel heb aan de ram. pen en ellende, welke daar uit zouden kunnen geboren worden. Ik zal voorts myn Vaderland dan eerst waarlyk gelukkig rekenen, wanneer de Vryheid en de Deugd der Burgers, wan. neer de onafhangelykheid en welvaart van den Staat on wan kelbaar gevestigd en aanwezig zyn, en nimmer eenig gevaar Ipopen, dat zy aan eene verachtelyke factie ten roef verstick• ken zullen. Ik concludeere op dit alles tot rejectie van het Rapport en de Byiage, als mede van het Voorstel, door het Uitvoerend Bewind tot eene vervroegderevifie der Staatsregeling, 20 on. gepast als ontydigen geheel tegen de Vryheid van den Staat, tegen alle Republikeinfche principes en tegen de Staatsrege Van den Braak zegt: Dit waren uwe gevoelens, dit was 'uwe verzekering, Bur gers Reprefentanten! oit hebt Gyl., dit heef het Uitvoe rend Bewind, welberaden gezworen, en met eenen plech. tigen Eed, voor het oog des Bataaffchen Volks, teb aan. hooren van het alziend Opperwezen, hetwelk wy eerbiedi gen, bevestigd, in een tydstip toen het gevaar groot en ge ducht, ja zeer groot was. En zoudt Gylieden, zou het Uitvoerend Bewind, in deeze dagen van meerdere kalmte, dien Eed kunnen overtreden? zouden wy, zou het Uitvoeling zelve, gedaan. rend Bewind olen plechtigen Eed niet geftand doen? Zo die immer mogelyk, immer doenlyk ware, dat dan alle verbind. tenisfe, alle belofte, bet fteunpact der Maatschappy, in een eeuwig niet wegzioke en verga: Dat dan alle verzeke ring, alle gezworen Eed, niet meer het kenmerk der waar." heid, niet meer het onveranderlyk bewys der Bataafiche on wankelbaare trouwe en ftandvastigheid, waar aan dit Ge meeneoest zyne grootheid, zynen luifter verfchuldigd is, uitmaake. - j dat dit Gemeenebest niet meer befla. Maar neen, Burgers Reprefententen! nooit zut Gylieden duld p, dat het groote werk der Revolutie, dat uwe be kende braafheid, dat uw eerlykheid tot wankelen gebragt, en in ontrouw zoude veranderd worden; maar uwe daaden, uw gedrag zullen ook thans het eeuwig kenmerk dragen van dien moed, van die cordaatheid, van die onuitwischbaare ftandvastigheid en onverzettelyke verkleefdheid aan uw eens Welberaden gegeeven woord, waar door onze Voorvaderen bet Siasffche juk hebben afgefchud, dít klein Gemeenebest over alle zyne Vyanden doen zegevieren, en, hetgeen alles zegt, vry en onafhanglyk gemaakt. Aangezien de taek welke ik my had opgelegd, door de uitgebragte, en welberedeneerde Advifen myner Mede,,, Leden reeds is bewerkt, zal ik de Vergadering niet lastig vallen met herhaalingen, die alroos onaangenaan zyn den Aanboorder; ik heb dus, het geen ik meende anders verplicht te zyn te zeggen, voor een gedeelte achter ge lasten, en zal my vergenoegen met een enkel woord, dat geene aan te ftippen, dat myn plicht vordert. Io ho ver de Commissie aan derzelver opg draagen last heeft vol jaan kap elk beoordeelen, die het besluit deezer Kamer van den 20 Maart, by het overgelege Rapport en Bylagen van den 19 Mey vergelykt. Immers de Vergadering gat de Commişlie in last, om met het Uitvoerend B wind te con ferceren, over de wyze en daar telling van cene eventueele herziening der Staatsregeling, en de Conmisfie produceert by haar Rapport eene Bylage.niets minder bebelzende dan het ontwerp eener nieuwe Staatsregeling. Her uit conftgere dan al ias, dat de meerderheid der Commissie eene byzon En gy, Balaaven! die gevoelt wat het is waarlyk vry te dere lust fchynt te hebben, om eene Staatsregeling, door zyń, vereenigtu met uwe Vertegenwoordigers en Bewinds het Bataafiche Volk, dat wy vertegenwoordigen, aange lieden, dieuw geluk, uwe welvaart tot hun eenig doelftel nomer, en aan ons ter handhavicg en bewaring gegeeven, len; die, in de dagen der voorige overh erfching, reeds uwe en waarby dat Volk, baar myn inzien, wel en te recht, zo leidslieden waren; die uwen moed, uwen Vryheidszucht veel aan zich zelve behouden heeft, te doen veranderen aanvuurden en deeden optolammen, en door vile workeling in eenen inderep, die het volkomenst bewys van heersch. gen en heen, aan hunnen Eeden Plicht getrouw bleven. Blyft zuch; oplevert; waarin al wat naar Vryheid of Volks-inOnveranderlyke aanklevers van uwe Staatsregeling, dien vloed zweemt, is weggelaaten; waario, aan eenige weini doorn in het oog uwr Vyapden; werkt eenpaarig terverbe gen een recht words to gekend, dat aan af en behoort; tering van gebreken, die Gyl, duidelyk zout mogen ontdek waarin wel voo bedagtelyk gezorgd wordt, dat hy, welke ken, door het itemmen in wer gepaste, wel deurdagte en is eenig Beur geraakt, de houp kan voeden, van yoo voorzigtige maatregelen, die ienbewyze Drekken, nachweakens to contingeren, waarin de beflisfleg der voornaam. wil rechtvaardig, car hy bitlyk is; dat Gyl. by vooruuasing gerechten, dan bes oordeel van anderen, dog a gleant. pier blyk willen fers, waar mede uw bederf, uw oudergang werpaucalden, Nordi uparseleten, waarin, wanneer men GRE 3 oordeelde vryheid te hebben over de deelen van het ont werp zelfs te fpreeken, een aantal tegenstrydigheden te vinden zyn. Het zal na dit alles genoeg zyn, te declareeren, dat ik her Rapport en Bylage van dien aart be. fchouw, dat wy ons aan ontrouw, meinëed, veraching en verfinading zouden bloorstellen, wanneer wy durfden onderneemen, ons in zo verre te vergeeten, dat wy, met verzsaking onzer heiligste plicht, het werk der meerder, heid van de Commissie als het onze aannamen; immers, wanneer wy tot zulk een stap in ftaat waren, dan rekende ik ook ons bevoegd, om het vernietigd Orangebeluur we der in te voeren, dat voor veelen verkieslyker zyn zoude, terwyl men dan het verdriet niet had, van beweezen to zien, dat geene, dat weleer anderen voo: fpelden, dat na. men lyk veelen van die, welken te vooren anderen aan fpoorden, om het voorig Beftuur te helpen vernietigen, geen ander oogmerk hadden, dan om zich binnen weis nig tyd boven hetzelve te verheffen, en in hun te doen overgaan, dat geene, dat zy in anderen als hatelyk en ondragelyk befchreven, om, na da: zy in dit hun oog. merk geflaagd waren, als dan het zelfde Volk, be welk hen tot de hoogte, daar zy op verlangden te zyn, gebragt had, te veragten, en het als eene facie, als verachtelyke wezens af te fchilderen. Na dit g premitteerde, en na Ul. kortelyk herinnerd te hebben, myn advis, op den 20 Maart laatst, uitge. bragt, en waarby ik klaar en duidelyk heb betoogd, dat het Vertegenwoordigend Lichaam niet bevoegd is, om eene verandering in de Acte van Staatsregeling te maaken, als mede dat 'er geene genoegzaame redenen Voorhanden zyn, om to zulk een gewichtigen en belangryken ftap over te gaan, concludeer ik, dat Rap port der Commissie zal worden beschouwd, als onge fchikt en buiten ons vermogen om 'er over te delibe. Jeeren; houde alle deliberaten over de Bylage ftry. dig met onzen plicht, met den ons opgedragen last; verklaar hen, die de vernietiging onzer tegenwoordige Staa sregeling willen, fchuldig wegens ontrouw, en zal alles wat in my is, helpen daarftellen, om de Staatsre geling, dat heilig pand, aan onze zorg toevertrouwd, en door ons bezwooren, te zullen hadhiaven, te bewan, ren, en my zorgvuldig wagten, van de zo dikwils aan het Volk gedaane verzekeringen aftegaan. Galje zegt: Burgers Repræfentanten! daar het gras, zoals men ge. woon is te zeggen, voor het grootte gedeelte voor my is weggemaayd, zal ik de Vergadering met geene redites ophouden, dan maar kortelyk nog iets zeggen: — het gewrogie van weg, wanneer deszelfs voortbrengende en onderhoudende oorzaak ophoudt te zyn, en om gekeerd dat voortgebragte jets, het geen men het gewrogt noemt, blyft noodzaaklyk bestaan, zo lang deszelfs oorzaak bestaat, en zyne kragt behoudt dit is een hoofdregel, welke de natuur in alle zaaken volgt. Het gewrogt te willen vernietigen, zo lang de orde en ftroom der geheele natuur inwerken. Die zulks doen, zyn gelyk aan die onkunnige, en voor hunne lyders zo gevaarlyke geneesheeren, die voor yder toeval der ziekte een byzonder geneesmiddel vooríchryven, en de oorzaak der zi-kte onaangeroerd laaten; onder zodanige behinde. ling koomt den lyder noodzaaklyk om, zo niet de kragti ge natuur des lyders præ raleerd over de mishandelingen van zynen geneesheer. Het is op deezen grondregel dat ik myn advis bouwe en rede nu ter zaak. De verloorene Bataaffche Vryheid, wierd door de zege vierende wapenen der Franfchen (heil zullen zy altyd heb ben) aan ons terug gegeven de oorzaak, welke de' berkryging onzer Vryheid bewerkte, was dus alleen de overwinnende arm der Franfche Republikeinen; dit kan of zal niemand ontkennen. Is nu die oorzaak, welke onze verlooren Vryheid aan het Vaderland heeft terug ge. geeven, opgehouden te beftaan? of is derzelver veer. kragt tot eenen genoegfaamen trap van verzwakking ge daald, naar welke de Anglomaanfche Ariftocraat zo reik halzend heeft ziuen wagten, om de pas weder opgebeurde Bataafiche Vryheid te kunnen vernielen?im.' mers neen, Burgers Repræfentanten! het tegendeel is waar, het vermogen der Franfchen, de eerfte oorzaak der herkryging onzer Vryheid, is federt zodanig toegenomen en bevestigd, dat de listige Aristocraat daar nu zeer wel uit kan berekenen, dat hy zyne misdadige hoop, om onze Staatsregeling, welke de Vryheid waarborgt en verzekert, door wegneeming van derzelver oorzaak of ge noegzaame verzwakking van derzelver kragten, te kunnen vernielen, geheel moet opgeven; en langer voor hem op zien komen te blyven zitten wagten, raaden de politieke ge beurenisfen en tegenwoordige toeftand der zaaken in Eu. topa geheel af; de Vrede op het vaste Land, die de onsterfelyke Buonaparte bewerkt heeft,doet ieder met reden. gevoelen, dat alles in Europa een vast en duurzaam bellaan zal erlangen, en dat ook dien ten gevolge onzer Staatsre geling vast en duurzaamheid (fchrikkelyk vooruitzigt voor den Vryheid-hatenden Ariftocraat) hierby zullen be vestigd worden, by welker inftandblyving de Vryheid nimmer kan verloorer gaan, en de Aristocraac, FamilieRegeerder en overheerfchende Religiezugt hunne hoop en hoofden eindelyk zullen moeten nederleggen, - beo. bende tot hier toe die Staatsregeling door hunne verder felyken invloed buiten haare voornaamste werking weeted. te houden. De zaaken dus ftaande, moet Gyl. Uniet verwonderen dat de Anglomaanfchen Aristocraat in die tydstip, daar het Water hem nu aan de lippen Taar, nog een uiterte pooging waagt, om onze Staatsverordening, waarin hy zyneu val, in wat bochten by zich ook kromme, zeer ge. |