nietalomme het gerief der Ingezetenen tot het bekomen van goed recht genoegzaam was in acht genomen: het dienvolgende by het onderzoek van het nader voortel der gemeide. Kamer daarop zal aankomen, of, en in hoe verre aan uwe gemelde rede van weigering is voldaan?

Om dit in eene g piste orde te volvoeren zal het nodig

Uwe Gecommitteerden zouden aan u ven streeds lange hebben voldaan ware het niet, dat zy vermeend hadden het uitbrengen van hun Rapport dieaaangaande te moeten uitft-llen, tot dat deeze Vergadering zich zoude hebben verklaard omtrent de bepaling der Tra&tementen van de Le den der Burgerlyke Rechtbanken, en derzelver Ministers, gemerkt naar hunne gedagten uwe beslisfing wegens dat on derwerp inzonderheid op het meerder of minder aantal der Rechtbanken eenen onmiddelyken invloed moest hebben, (zo als ftraks nader zal blyken.)

Het besluit van de eerste Kamer, met betrekking tot die Tractementen genomen eenige dagen geleden door Ul.geLanctioneerd zynde, zo hebben uwe Gelastigden zich aan ftonds beyverd, om aan Ulieder Decreet Cominisforiaal te gehoorzaamen.

Het is hun wel toegefcheenen, dat de verdeeling der De partementen in Burgerlyke Rechtbanken enz. niet geheel en al tot stand kan gebragt worden, voor en aleer de verdee ling der Departementen en Ringen van de Bataaffche Re. publiek in Gemeenten, ingevolge het voorfchrift van het zevende Articul der Afte van Staatsregeling zal zyn vasc gefteld, uit hoofde, dat dit een en ander in verband staat; terwyl omtrent dat laatste door de eerfte Kamer nog ver fcheldene veranderingen in de Publicatie van den 9 Juny des Jaars 1800 zyn voorgesteld, waar over by deeze Vergadering deliberatien aanhangig zyn. Maar zy vermee nen echter, dat Gyl, daar door niet zult verhinderd wordea, om het nader voorftel der eerfte Kamer, ten opzichte van de Rechtbanken immiddels te beoordeelen, sizo men op de veranderingen, die uit hoofde der verfcaikking van zommige Gemeenten ook hier in zullen moeten gemaakt worden, by het daarfteilen van eene permanente wet het vereischt reguard zal kunnen neemen: ja zelfs zal door een Spoedig befluit van deeze Kamer omtrent dit onderwerp misschien aanleiding worden gegeeven, om de verdeeling der Gemeenten, en die der Rechtbanken te gelykertyd ten - einde te brengen.

§. 1. Als nu ter zake tredende moeten zy vooraf herin neren, dat het vorig besluit der eerfte Kamer door Ulieden niet bekragtigd zynde, uit hoofde, dat by de verde.ling der Departementen ia Burgerlyke Rechtbanken, met de be. paling van hun Rechtsgebied, en de plaatfing derzelven

§. 2. I. Met opzichte tot het Departement van de Eems, is by het nader befluit der eerfte Kamer te gemoet gekomen aan de bedenking Uwer Commissie vervat in haar gedrukt Rapport van den 2 den July 1800. (bladz. 5.) wegens de combinatie der Gemeente van Sapmeer met de Rechtbank van Winschoten, zynde dezelve Gemeente by het onder, hevig befluit onder de Rechtbank der Stad Groningen ge rangfchikt.

Intusfchen zyn Uwe Gecommitteerden door een hunner waardige Medeleden, welke met het locale in dit Departe. ment byzonder bekend is, nader onderricht geworden, dat voor het belang der Ingezetenen, en ter voorkoming van alle verwarringen uitdrukkelyk zoude behoren bepaald te worden, dat zekere Streken, of Gebuurfchappen de Bor. ger en Trip Compagnien genaamd, in den zevenden ring niet verre van Spaeer gelegen, mede zullen moe en resforteeren onder de Rechtbank van Groningen, op welke informatte zy dan ook vertrouwen, dat de eorite Kamer,. wanneer dezelve door middel van dit Rapport ter bare kennis zal gebragt zyn, bet nodig reguard zal worden genomen.

Uwe Commisle kan Uliede niet even gunftig voordragen een foor gelyk verzoek van het Gemeente Bestuur van Slogteren, het welk zich aan deeze Kamer heeft vervoegd by eene Misfive den 30 October laatstleden alhie ingekomen, daartoe ftrekkende, dat drie plaatzen onder deszelfs Resfort, met namen Stogieren, Schildwol. da, en Hellum, niet zouden mogen gerangschikt worden onder de Burgerlyke Rechtbank van Winfchoten, (zo als door de eerie Kamer was voorgefteld, maar onder die van, Groningen, uit hoofde dat de pasfage van Slogteren, enz. naa! Winfchoten zeer moeyelyk, ji ook in den Winter by aa ondoenelyk, en in allen gevalle zeer kostbaar zoude zyn: terwyl de reize van daar naar Groningen met minder ongemak, en kosten zoude kunnen verricht worden, zo wegens eene reguliere Trekvaart, als in aanmerking, dat de wegen derwaarts, leidende byna altoos gebruikbaar waren, enz.

Doch, behalven, dat de bezwaren, die men door dus. danige adresfen ter uwe kennis tracht te brengen, zonder dat dezelven bevorens by de eerfte Kamer zyn ingeleverd, geene gronden, of motieven voor Ulieden kunnen, of be horen opteleveren, om de befluiten van die Vergadering on bekragtigit rug te zenden, zo is aan Uwe Gecommitteer-.. den gebleken, dat Siogteren, Hellum, en, Schildwolda, (welke Plaatzen met elkander drie Grondvergaderingen uit;

G&

ma:

maken, benevens Veendyk, en het Veen, Oostwold, en Wagenborgen, Siddeburen, Opwierda, Wetwert, en Meerhuizen, uit een gelyk getal van Grondvergaderia gen beftaande, ingevolge de Publicatie van den 9 Juny 1800. allen te zamen zyn gerangschikt onder eene Gemeen, te in den 6 Jen Ring, waarvan de Hoof plaats te Siddebu ren is bepaald, en welke te Winfchoten zoude moeten te recht staan.

Dar nu door de Inwooners van den Veendyk en verdere Plaarfen geene verandering in dit opzicht begeerd wordt, en het ondertusschen de grootste verwarring in de admini. Atratie der Juftitie zoude veroorzaaken, byaldien de Inge zetenen, tot die zelfde Gemeente beboorende, by onder fcheiden Rechtbanken, moesten te recht gefteld worden, 20 zonde aan het verzoek van die van Slogteren, Hellum, en Schildwolde niet gevoegelyk kunnen voldaan worden, al is het, dat de reize naar de Refidentie der Rechtbank in den Winter.yd voor dezelven eenig ongemak ten sevol ge zal hebben, hetwelk ook met geene mogelykheid alom. me kan worden voorgekomen.

Het is, naar het inzien van uwe Gelastigden, meer woodzaaklykaihier uwen aandagt te vestigen op de plaatzing der Rechtbanken in den voorfz. zesden Ring van dit Departe ment; wasromtrent wy vooraf moeten herinneren, dat by het vorig onbekragtigd befluit der eerfte Kamer was voor gefteld, om eene Rechtbank te vestigen te Middelftum, welkers Rechtsgebied zich zou de uittrekken over de Ge meentens van Leens, Eenrum, Winfum, Middelftum, Unbuizen, Zeeryp, ten Boer, Godlinfe en Appingadam, allen onder den gemelden Ring, volgens de Publicatie van den 9 Juny 1800 zullende behoren.

Aan uwe Gecommitteerden, voor en aleer zy hun voorfz, Rapport op den 2 July des gemelden Jaars hebben uitge bragt, geene bedenkingen ten dien opzichte zynde voorge komen, zo is deeze fchikking door bun destyds onaange roerd gelaaten. Doch de Bestuurers en Ingezetenen van verfcheidene Plaatfen, die onder de gemelde Rechtbank zouden resforteeren, daar van (zo het fchynt) naderhand - kennis hebbende bekomen, zo zyn door die van Appinga. dam, het Zand, Oosterwytwert, Lopperfum, ten Boer en Farmfum deswegens Adresfen by de eerfte Kamer inge diend, allen daar toe ftrekkende, dat in den zesden Ring in plaats van alléén te Middelftum, ook eene Burgerlyke Rechibank te Appingedam mogte gevestigd worden; terwyl die verzoeken niet flechts berusten op den merkelyken af ftand der evengedagte Plaatfen van Middelftum, maar ook op de onbruikbaarheid der Wegen in den Winter, ja zelfs in het Voorjaar en in den Herfsttyd, waar toe zy zich on der anderen beroepen op deeze omstandigheid, dat verfchei den Leden der Commissie van onderzoek naar den richtigen opbrengst der Geldheffingen uit dien hoofde in de onmoge lykheid zyn geweest, van zich naar Middelftum te begee

redenen van een genoegzaam gewigt geoordeeli, `om nan die Vergadering voor te ft en het bepaalen van cene Regt, bank te Appingedam voor de Gemeentens van Z eryp, ten Boer, Godlinfe en Appingadam; en eene andere te Mid delftum, voor de Gemeentens van Leeus, Eenrum, Winfum, Middelftum en Uuhuyzen.

De gemelde Kamer heeft echter dit denkbeeld van haare Commissie niet overgenomen, maar integendeel geoordeeld, dat alle die Gemeentens onder eene en dezelfde Rechtbank zouden behooren gezangfchikt te worden, evenwel met die onderfcheid, dat de Refidentie van dat Collegie niet re Middelfium, maar te Onderdendam zoude bepaald wor den.

De laatst gedagte plaats, zoude zekerlyk, uit hoofde van haare fituatie den voorrang verdienen, althans, zoo deeze Vergadering zich zoude willen vereenigen met het Voorstel van de eerfte Kamer, om niet meerder dan eene Rechtbank in dien Ring te vestiger,

Maar, wanneer men in aanmerking neemt, dat de eerste Kamer daar toe reeds had beflooten, voor en al eer by dezelve was vastgefteld, dat de Tractementen van de Leden en Ministers der Rechtbanken naar mate de Grondvergade. ringen zullen geregeld worden, en alzoo waarfchynelyk heeft willen zorgen, dat door eene vermeerdering dier Recht banken buiten eene hoogstdringende noodzaakelykheid 's Lands Financien niet zouden bezwaard worden; doch day, de nadere fchikkingen, ten opzichte dier Tractementen by her Vertegenwoordigend Lichaam onlangs gearresteerd wel gedoogen, dat dienaangaande, zonder de gemeene zaak te belasten, eenige meerdere faciliteit tot gerief der belang. hebbenden plaats hebbe: zo vermeenen uwe Gecommitteer den, dat zoude kunnen en behooren voldaan te worden aan de verzoeker der Ingezetenen in de hier bovengemelde Adresfen vervat, om in deezen Ring twee Rechtbanken te bepaalen, als een te Middelftum voor de Plaatzen, die aan de Westzyde, en een te Appingadam, voor dezulken, die aan de Oostzyde gelegen zyn.

Indien men omtrent Middeltum, (alwaar echter gefchik. te Localen gezegd worden voorhanden te zyn,) eenige zwa, righeid mogt maaken, en voor de Westzyde aan eene an. dere plaats de voorkeuze wil geeven; zo wordt evenwel Appiugadam voor de Refidentie van eene Rechtbank aan de Oostzyde vry algemeen aangepreezen, uit hoofde van haare ligging aan eene zo wel des Winters, als des Zomers gebaande hoofdpasfage, namelyk het Damfter Disp, en het Trekpad van Delfzyl naar Groningen, waarheen van alle zyden de kleinere weegen of paaden t'zamenloopen, eater oorzaak van een zeer gemakkelyk en gefchikt Locaal; ter wyl de bier boven opgegeevene Gemeenten te zamen ag envyftig Grondvergaderingen uitmaakende genoegzaame ftoffe voor twee ouderfcheidene Rechtbanken fchynen ope leveren,

Eindelyk gaven Uwe Gecommitteerden, ten opzichte van dit Departement by hun vorig Rapport der Vergadering in bedenking, of het om de aldaar breder aangetogene rede.

nen

Men niet meer gepast zoude zyn, dat de Burgerlyke Recht. bank, die volgens het voorstel der eerfte Kamer te Har lingen zoude refideeren, binnen het nabuurig Franeker geplaatst wierdt, als zynde de Academie Stad van het voormaalig Gewes Friesland, doch deeze reflexie geen byval gevonden hebbende, en de Stad Harlingen wegens haaren handel ook op den zetel van eene Rechtbank aanspraak kunnende maaken, zal men dezelve niet nader aandringen, maar liever den aandacht der Kamer op een volgend De. partement vestigen,

S, 3. II Dat van den Ouden Isfel komt derhalven als nu in aanfchouw; doch ten opzichte van de plaatzing en verdeeling der Rechtbanken in dit Departement, zyn aan uwe Gecommitteerden onder de hun ter hand geftelde stuk ken geene andere bezwaaren tegens het befluit der eerfte Kamer voorgekomen, dan die van Steenwyk, Hasfelt, Har um, Elburg, Campen, Almelo en Ootmarsfum, we gens derzelver combinatien met de Rechibanken van Mep pel, farderwyk, Zwolle en Oldenzaal respective, van welken zy reeds by hun voorig Rapport hadden gewaagd. Zy hebben echter destyds geenen genoegzamen grond gevonden, en vinden even weinig als nog gepaste termen om Ul, uit dien hoofde de bekragtiging van het Besluit der eerfte Kamer te ontraaden, uitgezonderd alleen ten aanzien van Elburg, gemerkt het verzoek van de Ingezetenen dier Stad, en van andere Plaatfen in den 5den Ring van dic Departement gelegen, als Epe, Vaasfen, Oen, Oldebroek, Doornfpyk, Camperveen en Heerde, dat aldaar een Recht bank mogt gevestigd worden, naar hun inzien, om rede men by het voorfz. Rapport bladz. 11 en 12 breder aanges togen, eene gunflige reflectie verdiende, en dit nog te meerder, uit hoofde dat de onderfcheidene Gemeenten, die, volgens het Befluit der eerfte Kamer onder eene en dezelfde Rechtbank te Harder wyk gebragt zyn,te famen uit 53 Grond, vergaderingen beftaande, gevoegelyk tot genoegen en ge: rief der belanghebbende in twee Rechtbanken zouden kun nen verdeeld worden zodanig, dat tot de eerfte, welke haare refidentie zoude hebben binnen Elburg, behalven de Gemeente dier Stad zelve, vier Grondvergaderingen uit makende, nog zouden behooren die van Oldebroek 8, die van Epe 9, en eindelyk de Gemeente van Heerden 6, en dus allen te famen 27 Grondvergaderingen, of 13 599 Zielen bevattende, terwyl het voor de twee laatstgemelde Gemeenten, die nu onder Zwolle zyn gebragt, ook meer gerieflyk zoude wezen te Elburg aan deeze zyde van den Ysfel, dan in de eers gemelde Stad,welke althans opgeenen minderen afstand van beide die Piasi fen aan den anderen kant der Riviere gelegen is, te recht staan,

De Commissie van de eerfte Kamer heeft daaromtrent bladz. 2 van haar Rapport hoofdzaaklyk opgemerkt:,, dat zy eerst had voorgedragen, om den geheelen vyfden Ring te brengen onder eene Burgerlyke Rechtbank: welke baas re Zitting zoude houden te Elburg, dan dat de gemelde Kamer te recht begrepen heeft, dat den afstand tu fchen

Nykerk met de omliggende Plastfen, en de Stad Elburg, zo groot was, dat daar door een merklyk ongerief aan de Ingezetenen van Nykerk zou le toegebragt worden) →→→→→ Dat uwe Gecommitteerden hebbende toegeflemd, dat 'er een Rechtbank te Harderwyk behoorde gevestigd te wor den, de Ingezetenen van Elburg niet meer dan drie uuren daar van verwyderd zynde, en door geene onbruikbaare wegen verhinderd wordende, om zich derwaards te bege. ven, genoegfaame gelegenheid zouden hebben: om hunne twistgedingen aldaar voort te zetten."

Doch, behalven dat de afstand tusfchen de Steden Elburg

en Harderwyk. niet op drie, maar op vier uuren gaans moet gefchat worden, zo zyn, naar bet iazion va Uwe Gelastigden, de gronden hy het vorig Rapport voor hun gevoelen, with t gerief en h gemanifesteerd verlangen der daarby belanghebbende Ingezetenen niet legis van Elburg, maar ook van de andere hier boven op enoemde Plaatfen in het midden gebragt, geen fins uit den weg geruimd; terwyl voor het overige de regeling der Tractementen van de Leden en Ministers der Rechtbanken, naar mate van 't getal der Grondvergaderingen, zo als reeds is opgemerkt, het Vertegenwoordigend Lichaam in ftaat teit, om, zonder de gemeene zaak te benadeelen, het getal der Rechtbanken te vermeerderen; wanneer daar toe ge. poegzaame ftoffe gevonden wordt, gelyk. alhier het geval is,

By gelegenheid der deliberatien van Uwe Gecommitteer. den over dit onderwerp is aan dezelven nog deeze beden. king voorgekomen:,, of het voor het gerief der Ingezete. nen riet raadzaam, en nodig zoude zyn, om in den derden Ring van dit Departement mede eene Burglyke Rechtbank daarteftellen, en of in dat geval het niet best gefchikt zou de zyn dezelve te plaatzen te Hardenberg, zodanig, dat onder deeze Rechtbank, behalven de evengemelde Gemeente, în allen gevalle zouden behoren die van Hasfelt. Ommes, den Ham, Dalffen, Almelo, Vriefeveen, Tubbergen enz." Doch het is hun na gedaan onderzoek toegefchenen, dar in geene Gemeente, onder den gemelden Ring resforterende.de zetel van eene Rechtbank zoude kunnen gevestigd worden. welke voor de Ingezetenen dier Diftricien over het algemeen gerievelyker zoude zyn, dan die van Asfen, Zvolle, Alep pel en Oldenzaal, hun respectivelyk naar mate van de ligging der onderfcheidene plaatfen by het besluit van de eerfte Ka. mer aangeweezen terwyl inzonderheid de refidentie van eene derzelven te Hardenberg Bechts tot gerief van decze Gemeente, en mi fchien van die van den Ham zoude kunnen ftrekken; doch welken met bun beiden daar tog geene geDoegzaame ftoffe opleveren,

§. 4. III. Met betrekking tot het Departement van den Rhyn nebben Uwe Gecommitteerden reeds by her Rapport van den 2. July de bezwaren van die van Kulemborg, en van Wageningen, wegens derzelver combinatien met de Rechtbanken van Thiel, en Arnhem, respective overwogen, doch naar hunne gedagten geen wezenlyk onge:def G 3

voor de Ingezetenen dier plastfen in de door de eerfte Ka mer voorgeftelde fchikking gelegen zynde, zo heeft hun deeze confideratie wederhouden van Ulieden tot de niet bekrachtiging van dezelve te adviseeren.

Meerder gegrond fcheenen hun de klagten der Befturers, en Ingezetenen van de Stad Grol, of Groenlo over het voor ftel der eerste Kamer, om derefidentie van eene Rechtbank voor onderscheidene plaaifen, gedeeltelyk onder den zes den, en gedeeltelyk onder den zevenden King van dit De partement behorende, te Winterswyk te vestigen, gemerkt het, naar de gedagten Uwer Gelastigden, voor de Inwoners van Grol, en andere Gemeenten, die onder dezelve gebragt waren, zeer ongerie velyk zoude weezen, zo zy verplicht waren terecht te ftaan in het gemelde Dorp verre van hunne woonplaatfen verwyderd, en daarenboven palende aan het Munstersch tenitoin, op eenen groten aift nd der refidentie van het Departementaal Gerechtshof: waar by kwam, dat de weegen derwaarts leidende, vooral in het winterfaifoen onbruikbaar zyn, of altans derzelver pasfage ten hoogten moeylyk is.

Zy gaven deswegens in confideratie, of het aan de cene zyde voor het belang en gerief der Ingezetenen, en aan den anderen kant voor eene goede, en richtige administratie der Justitie, in aanmerking, dat de Gemeenten, die, volgens het Voorstel van de eerfte Kamer onder eene Rech bank op de aangeweezene plaats zouden behoren, te zamen uit makende 49 Grondvergaderingen, verre van elkander vespreid liggen, gedeeltelyk ook op de grenzen van een ander gebied, (zo dat in die Districten de waak zzaukeid, en het toezicht van meer dan eenen Bailliuw, wellicht zoude gevorderd worden.) niet gevoegelyk zou de zyn twee Rechtbanken te bepalen, in deezer voege, dat onder de eene zoude behooren de Gemeenten van Win. terswyk, Aalten en Dinxperlo, te zamen bevattende 22 Grondvergaderingen, het zy dan dat het Dorp Winterswyk, als het meest volkryke, of het Dorp Aalten, als het best getegen, en van gefchikte Locaalen voorzien, tot de Re. ficentie van dezelve bepaald wierdt; en onder de andere de Gemeente van ter Borch, Grol, Lichtenvoorde en Ey. bergen, te zamen nog beftaande uit 27 Grondvergade. ringen, welker Zetel zoude kunnen gevestigd worden te Grol, als het meest in het middenpunt van die Plaatfen gelegen zynde.

De Commissie van de eerfte Kamer heeft daar tegen by haar Rapport van den 2 September 1. hoofdzakelyk aan. gemerkt, dat zy wel moest toeftemmen, dat het gebruik der Wegen ia dat gedeelte onzer Republiek in den Wintertyd zeer moeilyk was, en dat de ligging der gemelde Praatfen naby de Grenzen, de toeziende zorg van meer dan eenen Bailliuw fcheen te vercifchen; maar dat zy was terug gehouden van zich met het denkbeeld van uwe Gelas igden geheel en al te vereenigen, uit hoofde dat het, (zo zy vreesde) moeilyk zoude weezen 14 gequalificeerde Perfoonen atdaar te vinden, welke nodig waren, om twee Burgerlyke Rechtbanken te vervullen; en dat deeze veronderstelling gegrend zynde,

het algemeen belang der Ingezetenen zoude vorderen, dar dezelven zich eenen meerderen afstand der Refidentie, en eene eenigzins moeilyker reize ge roosten, ten einde de Rechtbank uit gefchikte Leden zoude kunnen te zaam. gefteld worden; terwyl zy echter vermeende de eerste Kamer te moeten aanraaden, om haar Beguit in zo verre te veranderen, det de Rechtbank, in plaats van te Winters⚫ wyk, zal geplaatst worden te Groenlo of Grol, ais zynde die Stad meerder in het midden van het aan dezelve toege. dagt Rech:sgebied gelegen; met welk denkbeeld die Ka mer zich dan ook heeft geconformeerd.

Uwe Gelas igden deeze tegenbedenkingen overwogen hebbende, vinden zich verplicht, om de gegron keid van dez Iven te erkennen, en daar bovendien aan de hier voren gemelde zwarigheid in zo verre is te gemoet gekomen, dat volgens het onderhavig Befluit der eerfte Kamer de Residen. tie van die Rechtbank te Gral of Groenlo zal gevestigd wor den, zo zoude naar hunne gedagten deeze Vergadering daar in kunnen berusten.

§. 5. IV. en V. Het Departement van den Amstel leveri geene ftof op voor eenige confideratien; en derhalven kun. nen uwe G committeerden dadelyk overgaan tot dat van Texel, waaromtrent aan onderfcheidene bedenkingen, by hun Rapport van den 2 July in het midden gebragt, door het onderhavig Belluit is voldaan; als voor eerst met be. trekking tot de Gemeente van Spanbroek, welke by het voorig Befluit tot de Rechtbank te Alkmaar, maar thans tot die van Hoorn gebragt is, onder welke laatstgemelde men de Gemeente van de Beemster nu insgelyk gerangschikt heeft; doch, volgens onderrigtingen, die aan uwe Commis fie zyn medegedeeld door een baarer geachte Medeleden, welke byzondere kennis heeft van de Plaatfelyke omftan digheden in dit District, zoude tot gerief der Ingezetenen onder de laatstgemelde Rechtbank mede behooren gebragt te worden eene andere Gemeente in den tweeden Ring wel. ker Hoofdplaats by de Publicatie van den 9den Juny 1800 te Schermerhorn, doch by een nader Voorstel der eerfte Kamer te Avenhorn is bepaald.

Ten tweeden, door het daarstellen van eene Rechtbank binnen Enkhuizen voor die Stad, en de naby gelegene Piaaife, behoorende onder den eerften en tweeden Ring van dit Departement, zynde langs oien weg aan de bezwa. en van Edam en andere Noore hotlandfche Steden, regen het Voorstel der eerfte Kamer van den den 15 Mey 1800, te gemoet gekomen.

Ten der den moet alhier in aanmerking worden genomen, dat de lawooners van Maarsfin en aangrenzende Plaatsen, behoorende tot den zevenden Ring van die Departement, by onderfcheidene Adresfen verzogt hebbende, dat de Rechtbank, die volgens het voorig Beluit te Naarden zou. de gevestigd worden, in het Dip Maarsfen moge refideeren, op grond van bet ongerief, hetwelk door de bepaaling der refidentie te Naarden aan de Ingezetenen van verfcheidene Districten zoude veroorzaakt worden ter oorzaak der fitua

te van de gemelde Stad aan eenen uithoek van deezen Ring, zodanig, dat zommige Gemeenten op eenen afstand van tien of elf uuren van dezelve zouden verwyderd zyn, door de eerfte Kamer is begreepen, dat zy aan die verzoe. ken in zo verre moest voldoen, dat als ou het Dorp Loe nen, het welk meer in het middenpunt gelegen is, daar toe zoude worden voorgedragen.

Naar de gedagtea van uwe Gecommitteerden zoude de ze Vergadering in dit gedeelte van het onderhevig befluit kunnen berusten, zo in aanmerking der gunstige ligging van het laatstgemelde Dorp, als, ten einde aan een groot aantal van onze Medeburgeren genoegen te geven, en te. vers in de voorstellen van de eerfte Kamer de minst moge lyke veranderingen te maken.

Billyk heeft de eerfte Kamer, naar het inzien van uwe Gelastigden het verzoek van de Municipaliteit der Stede Be verwyk, om aldaar mede een Rechtbank te plaatfen, by aanhoudenheid afgewezen, dewyl daar toe geene genoegzaame redenen voorhanden waren, (blykens ons Rap port van den 3 July bladz. 18.) maar ten opzichte van dit Departement, moeten zy Ul, nog verder doen opmerken, dat by het onbe kraggd Vootel der eerfte Kamer, van den 15 Mey 1800, de refidentie van eene Rechtbank was be paald geworden in het Dorp den Burg, op het Eiland Texel voor de Gemeente, behoorende onder dat Eiland, als mede onder Vlieland en Wieringen, en eindelyk nog voor de Gemeente van den Helder, allen uit den eerften Ring van het zelfde Depart., waar tegen Uwe Commissie by haar voorig Rapport ook geene bedenkingen heeft in. gebra gr.

Ondertusschen heeft de gemelde Kamer by het onderhe. vig befluit de Gemeente van den Helder onder de Recht bank van Alkmaar, en de overige zo evengenoemde Plaat. zen, onder die van Enkhuizen gerangschikt, het welk naar alle waarfchynelykheid al wederom is gefchiedt met een oogmerk, om door eene vermeerdering der Rechtbanken in het D.partement van Texel, 's Lands Financien niet te belasteu.

Deeze zwaarigheid zoude echter om de te meermalen sangetoogene reden nu grootendeels vervallen, en het fchynt deswegens aan uwe G.committeerden, toe, dar, onverminderd de Rechtbank van Enkhuizen voor deeze. Stad, en de verdere daaronder gebragte Plaatzen, die nog altoos 37 Grondvergaderingen in zich zal bevatten, en dus groot genoeg blyft, een billyk reguard behoort te worden genomen op het gerief der Ingezetenen, inzonderheid, van het Eiland Texel, hetwelk ongetwyffeld vordert, dat aldaar de zetel van cene Rechtbank worde gevestigd, (zo als van oues heeft plaats gehad) waar onder dan de Ge. meentens van Vlieland en Wie ingen, die te zamen fichts vier Grondvergaderingen uitmaaken, zouden kunnen res förteeren; terwyl met betrekk ng tot de Gemeente van de Helder, als aan den vasten wal gelegen, het Voorstel van de eerfte Kamer zoude kunnen gevolgd worden.

6. VI. Belangende het Departement van de Delf zuller nwe Gecommitteerden deeze Vergadering alleenlyk behoe ven te herinneren, dat de Gemeente van Zoetermeer en Zegwaard, gelyk mede die van Zoeterwoude by het voorig befluit der eerfte Kamer onder de Rechthank van Gouda waren gerangschikt; doch dat hetzelve onbekrachtigd teruggezonden zynde, de Bestuurers der gemelde Plaa fen zich aan die Verg. hebben vervoegd, met verzoek, dat zy liever on. der de Rechtbank van Delft mogten gebragt werden, zo wegens den minderen afiland van de gemelde Sad, als uit hoofde dat het voor hunne Ir gezetenen veel gemaklyker en gerieflyker zoude zyn, om zich derwaards te begeven, ea hunne twist gedingen aldaar voort te zetter..

Deeze gronden zyn, naar de gedagten uwer Gecommit. teerden, van dien aart, dat de eerfte Kamer aan dezelven te recht een gunflig gehoor heeft verleend, en zy vinden zich over zulks verplicht, om deeze Vergadering teadvi feren, dat zy zich behoort te vereenigen met dat denk beeld, zo als ook om gelykheid van redenen met een ander voorstel, daar toe ftrekkende, dat de Gemeente van Haastrecht, welke te vooren mede onder de Rechtbank. van Gouda gebragt was, onder die van Schoonhoven zal worden gerangschikt.

S. VII.7. By het voorig Rapport, bladz. 20 en 21, heb.. ben Uwe Gelas.igden, met betrekking tot de plaa:fing der. Rechtbanken in het Departement van den Dommel, Ulie. den bekend gemaakt met de bezwaaren van die van Zaltar Bommel en den Bommelrewaard, over derzelver Combi. natie met de Rechtbank van Heusden, waartge de eerfte Kamer, den 15 Mey 1800, had beflooten, als mede met het verzoek der Bestuurders en Ingezetenen van 't gemeld District, dat in de Stad Bommel eene afzonderlyke Recht! bark zoude gevestigd worden.

De daar toe aangevoerde gronden zyn aan de eerfte Kai mer en aan haare Commissie tot de Rechterlyke Mach: zo overtuigend voorgekomen, dat by het onderhevig Befluit is voorgesteld het plaatfen van eene Burgerlyke Rechtbank binnen de Stad Bommel, welke het Rechtsgebied zouden uitoeffenen over de Gemeente van Braket, Bommel, Driel en Wel, allen uit den tweeden Ring, waar door aan Uwe reden van weigering in dit opzicht, is genoeg ge daan.

By de zo evengemelde gelegenheid' is door uwe Gecom. mitteerden censgelyks overwogen het verzoek van de Mu◄ nicipaliteit der Gemeente van Oosterhout, gelegen in den derden Ring van dit Departement, (welke gerangschiktis onder de Burgerlyke Rechtbank, volgens het voorstel der eerfte Kamer zullende refideeren te Tilburg) daar toe strekkende, dat het Vertegenwoordigend Lichaam den Zetelvan de gemelde Rechtbank te Oosterhout zoude vestigen, of in allen gevalle aldaar voor een gedeelte van den voorfz, derden Ring mede een Rechtbank plaarzen,

Zy hebben ech er zwaarigheid gemaakt, om Ut, dac

"

ver