페이지 이미지
PDF
ePub

verder door de atmosfeer vermogen door te dringen dan de violette stralen. Aangezien deze beide kleuren de uiteinden van het zonnespectrum vormen en alle andere als oranje, geel, groen, blauw en indigo tusschen deze beide in gelegen zijn, neemt het doordringingsvermogen

van

[graphic]

een kleur af, naarmate zij dichter bij het violet gelegen is.

Het spectrum van de booglamp met gewone koolspitsen ligt vrijwel geheel aan den violetten kant, d.w.z. de intensiteit van de kleuren neemt van rood naar violet toe.

De roode straling van een booglamp is dus betrekkelijk gering. In de intensiefkoolspitsen bezit men echter een middel om dit bezwaar op te heffen.

Een nadeel van de booglampen is, zooals we hierboven reeds gezien hebben, altijd, dat voor een constante lichtsterkte de afstand tusschen de spit

Fig. 4.

sen voortdurend bijgeregeld moet worden. En alhoewel er zeer goede inrichtingen bestaan om deze regeling automatisch te doen geschieden, verhoogt de noodzakelijkheid van deze manipulatie de bedrijfszekerheid van de lamp toch niet.

Om aan dit bezwaar te ontkomen, heeft men in den allerlaatsten tijd getracht gloeilampen te fabriceeren, die voor zoeklichten bruikbaar zijn. De hierboven opgegeven tabel met brandtemperaturen der verschillende soorten

lampen doet reeds direct verwachten, dat na de koolspitsenlamp de halfwattlamp voor zoeklichten het meest geschikt is. Inderdaad is dit ook bewaarheid geworden. De hoofdeisch voor deze constructie was een zoo klein mogelijk gloeilichaam. Hieraan heeft men kunnen voldoen door de gloeidraad op te hangen in den vorm van een W.

Fig. 4 toont ons een dergelijke lamp, zooals die door de N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven wordt gefabriceerd. Om het nuttig effect van de lamp te verhoogen, is de achterzijde van de ballon verzilverd. Deze lampen worden gemaakt tot 5000 H.K. toe.

Zooals bij het beschouwen van de optische inrichting van een zoeklicht reeds gebleken is, is de meer of minder goede afwerking van de parabolische reflectoren een zeer voorname factor. In de eerste plaats moeten de reflectoren zoo zuiver mogelijk den parabolischen vorm bezitten. Om na te gaan of de kromming van de parabool overal gelijkmatig is, brengt men hierop een blad papier waarop in twee richtingen loodrecht op elkaar lijnen getrokken zijn. In het midden van

Fig. 5.

het papier wordt een opening gemaakt. Door dit gat bekijkt men het beeld, dat de parabolische spiegel van de lijnen geeft.

Onregelmatige plekken in den glaswand blijken uit plaatselijke vervorming van het spiegelbeeld. Hoe het beeld er bij een goeden vorm der parabool uit

moet zien, toont fig. 5. De spiegels worden in

[graphic]

twee soorten gemaakt t.w. glas en metaalspiegels. De glasspiegels zijn de oudste. In navolging van de groote lenzen, die men reeds in de 18de eeuw kende, goot men de parabolen van

glas, om ze daarna zuiver bij te slijpen en te polijsten, waarna de verzilvering plaats vond. De zilverspiegel wordt op den concaven kant neergeslagen, omdat hierbij kleine fouten in het glas geen nadeeligen invloed uitoefenen en bovendien de lichtstralen niet door het glas behoeven heen te gaan, alvorens zij worden teruggekaatst. Want wanneer een lichtstraal door een glaswand heengaat, wordt een groot gedeelte van het licht geabsorbeerd. De hoegrootheid van deze absorptie is afhankelijk van het metaal waarmede de reflector is bekleed of waaruit hij vervaardigd is. Bij voorkeur kiest men hiervoor zilver of goud. Bij de keuze van metaal speelt, behalve het reflexievermogen ook het weerstandsvermogen tegen mechanische invloeden een rol.

Onder het reflexievermogen verstaan we het quotient van de hoeveelheid teruggekaatste en invallende stralen. De grootte van dit getal is afhankelijk van de golflengte van het licht. Zoo is b.v. voor:

[blocks in formation]
[graphic]
[blocks in formation]

0.68

[blocks in formation]

0.92

[blocks in formation]

0.83

We zien uit deze tabel, dat speciaal voor goud en koper de reflexiecoefficient sterk toeneemt, naarmate we de roode zijde van het spectrum naderen. Deze waarneming heeft Cowper er toe gebracht om voor de zoeklichten der Engelsche marine parabolische goudspiegels te maken, waarvan hoofdzakelijk het voordeel was, dat de teruggekaatste stralen een hoog gehalte aan rood bezaten. De zoeklichten met dit soort reflectoren toegerust, functioneerden dus op verren afstand ook bij mistig weer nog zeer goed. Bovendien verkrijgt men met goudspiegels een meer gelijkmatige verlichting, terwijl de kleuren der waargenomen voorwerpen beter te onderscheiden waren. ().a. was een duikboot goed op het omgevende wateroppervlak te herkennen. Ten slotte heeft de

ondervinding geleerd, dat goud minder dan zilver door klimatologische en chemische invloeden wordt aangetast.

Het groote gevaar voor mechanische beschadiging door warmte, breuk, e. d. waaraan de glasparabolen steeds zijn blootgesteld, heeft de firma Sautier en Herlé te Parijs er toe gebracht, voor zoeklichten metalen parabolen te fabriceeren. Het is hun inderdaad gelukt deze metaalspiegels zoo te maken, dat zij optisch even goed waren als de glasspiegels. De spiegels worden uit een stuk metaal in den gewenschten vorm geforceerd en daarna gepolijst.

De werkingssfeer van een zoeklicht wordt voor het grootste deel bepaald door de lichtsterkte van de lamp en door de diameter van den parabolischen reflector.

Zooals we hierboven reeds hebben gezien, neemt de lichtsterkte van de lamp toe met de temperatuur van het gloeilichaam en deze laatste stijgt bij electrische lampen, naarmate de stroomsterkte grooter wordt.

Hoewel de keuze van een bepaalden parabooldiameter bij een gegeven stroomverbruik van de lamp empirisch is vastgesteld, zoodat tusschen deze beide grootheden geen mathematisch verband bestaat, wil ik, om een idee te geven van de samenhang van deze beide factoren, hieronder een opgave laten volgen van deze waarden bij de zoeklichten der Siemens Schuckert Werke.

[merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][ocr errors][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small]

Over het algemeen neemt men aan, dat een parabooldiameter van 1.5 meter voldoende is om op een afstand van 5 K.M. waar te nemen.

Het omhulsel waarin het zoeklicht wordt ondergebracht, is van plaatijzer. In sommige gevallen, waarin het zoeklicht

gemakkelijk getransporteerd moet kunnen worden kiest men aluminium, omdat dit metaal het lichtst is, en plaatst het zoeklicht dan op een drievoet. Het spreekt vanzelf, dat zoowel de betrekkelijk geringe lichtsterkte van de lamp als de eenvoudige inrichting, het gebruik van deze transportabele zoeklichten alleen voor kleinere afstanden mogelijk maken. Voor oorlogsdoeleinden en wel speciaal te land, zijn deze zoeklichten echter zeer bruikbaar.

Doordat een man het zoeklicht, dat met een dunnen kabel met de stroombron verbonden is, gemakkelijk kan dragen, kan het, na op een plaats gefunctionneerd te hebben, direct weggedragen worden om een oogenblik later op een geheel andere plaats weer te schijnen. Op deze wijze is het voor den vijand vrijwel onmogelijk, de toestel door schieten te vernietigen.

Het huis van de grootere stationaire zoeklichten is voorzien van een lichtdichte ventilatie om de warmte, die door de lamp wordt ontwikkeld, af te voeren. Op zij in het huis bevinden zich eenige openingen, die door gekleurd glas zijn bedekt. Hierdoor kan men te allen tijde de lamp waarnemen. Bovendien bezitten de grootere zoeklichten nog een vizierinrichting, waarmede het zoeklicht op een bepaald doel kan worden ingesteld. Voor deze vizierinrichting wordt een gedeelte van de hoofdbundel met behulp van een prisma afge

nomen.

Het geheele zoeklicht kan in horizontale en verticale richting bewogen worden, zoodat men het naar willekeur op elk doel kan richten.

Aan de grootere zoeklichten wordt een jalouzieinrichting vóór het glas aangebracht, om de werking van het zoeklicht plotseling te kunnen doen ophouden zonder de lamp te dooven. 1)

De meeste toepassing vinden zoeklichten aan boord van schefen en wel in hoofdzaak op oorlogsschepen. Ook wor

1) Bij de grootere typen booglampen, die zeer dikke kolen bezitten duurt het altijd eenige oogenblikken voordat de lamp na het inschakelen van den stroom op volle kaarssterkte is.

« 이전계속 »