페이지 이미지
PDF
ePub

De uitspraak was, dat de brand is ontstaan door de ontbranding van den salpeter, waarvan de oorzaak niet is vast te stellen, en waarop ontploffingen zijn gevolgd.

Er is aanleiding om te besluiten dat de ontploffingen veroorzaakt zijn door het in contact komen van alcoholische vloeistoffen met den salpeter in gesmolten toestand.

Het vuur, in verband met de ontploffingen is oorzaak geweest, dat het schip gezonken is.

Tijdens den brand zijn alle beschikbare middelen aangewend om door te blusschen.

(LI. L.).

De radiorichtingzoeker aan boord van de,,Johan de Witt".

De sedert geruimen tijd verkregen betrouwbare resultaten door middel van radiopeilingen van vaste walstations, wijzen er hoe langer hoe meer op, dat mettertijd dit hulpmiddel voor de navigatie haast onontbeerlijk zal worden.

Het blijkt evenwel niet altijd even gemakkelijk in druk bevaren wateren (en daar juist is het 't meeste noodig) een radiopeiling van den vasten wal te verkrijgen.

Na oproepen van het betrokken kuststation moet men eerst zijn beurt afwachten, daarna overschakelen op de vereischte golflengte en vervolgens is er nog een geruime tijd van seinen noodig voor het schip zijn peiling heeft.

Al deze bezwaren vervallen bij gebruik van een radiorichtingzoeker aan boord van het schip zelf.

Hiertoe ontwierp de Marconi Mij. een uiterst handig en gemakkelijk te bedienen toestel; uitgezonderd batterijen en telefoons bevinden zich alle hoofdonderdeelen, zooals de richtingzoeker, zelfinductiespoelen en afstemcondensator in een klein teak-houten kastje.

In het bovengedeelte hiervan is de versterker (een van het nieuwste type) gemonteerd, bestaande uit 6 lampen, zoodat de reikwijdte bij het werken met gewone kust- en scheepsstations ongeveer 300-400 zeemijlen bedraagt.

Daar het gebruik van bovengenoemd instrument aan boord hier te lande nog vrijwel tot de nieuwigheden behoort, is het wel interessant de resultaten na te gaan, verkregen door het s.s.,,Johan de Witt", hetwelk op zijn eerste reis den ,,direction finder" ter beproeving had.

De twee, voor het z.g.,,gerichte" systeem benoodigde onafhankelijke antennes waren aan het schoorsteenstag bevestigd en bestonden uit twee driehoeken met hun horizontale bases langs- en dwarsscheeps.

Door een schakelaar, waarmede tegelijkertijd de marconist gewaarschuwd werd (door een roode lamp) om op te houden met seinen en het groote luchtnet af te schakelen, verbond men het,,gerichte" luchtnet aan den radiorichtingzoeker.

Het losmaken van de gewone antenne was noodzakelijk ter vermijding van den storenden invloed, die ze uit zou kunnen oefenen op de richtingbepaling der radioteekens.

Ongeveer ter hoogte van Ouessant werd de richtingzoeker voor het eerst ,,daadwerkelijk" in gebruik genomen.

De marconist werd opgemand en een der officieren bij het standaardkompas geplaatst om op het moment van de peiling den koers af te lezen.

De resultaten waren van het begin af bevredigend, ofschoon voor ieder aan boord het toestel nieuw was.

Het peilen op zich zelf vereischt natuurlijk eenige routine in draadloos werken; de richting van een seinend station af te lezen en min of meer nauwkeurig te bepalen levert weinig moeilijkheden op voor iemand met normaal gehoor; lastiger blijft het, vooral in wateren met druk radio-verkeer, voor een niet,,draadloos" geoefend waarnemer uit te maken welk station bezig is; daarom zal ook in den beginne het peilen zelf wel aan de marconisten moeten worden toevertrouwd.

Menig gezagvoerder zal zich misschien aanvankelijk op een tamelijk sceptisch standpunt plaatsen tegenover waarnemingen, die van invloed kunnen zijn op de navigatie en verricht worden door een feitelijk niet nautisch opgevoed persoon; doch wanneer deze waarnemingen bij herhaling blijk geven

nagenoeg correct te zijn, dan zal dit min of meerdere wantrouwen langzamerhand wel wijken.

De telegrafist bepaalt met de richtingzoeker feitelijk alleen de richting ten opzichte van de midscheepslijn. Het nautische gedeelte, n.l. herleiding tot een rechtwijzende peiling, wordt gedaan door den officier van de wacht.

Het eerste vermeldingswaardige resultaat gaf de peiling van Kaap Finisterre. Daarna kwam Gibraltar aan de beurt. In de Straat was het mistig, maar aangezien Gibraltar een druk radio-station is, hadden we gelegenheid diverse radiopeilingen te nemen. Toen naderhand de mist optrok, bleek de laatste peiling op een afstand van ongeveer 20 mijlen. genomen, een,,kwart" mijl uit de richting te zijn.

Denzelfden avond seinde Kaap Palos en Oran al Turck tegelijkertijd, de radiokruispeiling van beide stations gaf bijna geen verschil met bestek.

Twee dagen later werd Kaap Bon èn per radio èn per kompas gepeild, beide klopten precies.

Men bemerkte toen aan boord dat deze nieuwigheid toch wel,,iets" was, onze richtingzoeker begon zich,,erin" te werken.

Den daaropvolgenden dag werd de nauwkeurige werking van het instrument duidelijk bewezen.

Malta werd ten 3.30 p.m. draadloos gepeild en gaf

[blocks in formation]

Beide peilingen verschilden dus slechts 0.5°. Vittoria radio, dat ook juist bezig was werd ook genomen.

De kruispeiling hierdoor verkregen gaf aan, dat we iets noordelijker stonden dan gegist werd; naderhand bleek dat het ,radiobestek" niet ver mis was geweest.

Drie dagen later bij Port Said werd de richtingzoeker wederom benut. De peiling op ongeveer 50 mijl afstand genomen leek den gezagvoerder zóó betrouwbaar dat hij er geen bezwaar in zag hierop koers te veranderen.

Toen we naderhand peiling van den vasten wal hadden bleek de peiling van de,,richtingzoeker" correct geweest te zijn.

In de Roode Zee bestond niet veel gelegenheid tot het doen van proefnemingen. Meermalen moesten tengevolge van de buitengewone hitte de manillabrassen van de,,gerichte" antennedraden stijf gehaald worden, immers het strak staan der antenne is een vereischte voor de goede werking van het toestel.

12 September des avonds werd Aden gepeild met . . . ongeveer 4 graden fout. Eenigszins verwonderd stonden allen te kijken (er was altijd belangstelling bij het radiopeilen) nochtans gaven meerdere waarnemingen steeds

dezelfde fout.

Of deze afwijking nu te wijten was aan het z.g. „night effect", men zou het,,onstandvastigheid" der radio-teekens kunnen noemen, een toestand die meermalen optreedt vooral des avonds; of dat het moet toegeschreven worden aan,,screening" den hinderlijken invloed die bosschen, gebergten, soms uitoefenen op de ,,draadlooze" kon niet nagegaan worden.

De ligging van het kuststation Aden stond ook niet erg nauwkeurig opgegeven, noch in de nomenclatuur, noch in het,,Wireless Yearbook".

Aden zou volgens deze opgaven in zee liggen.

De peiling van Colombo, 19 September op ongeveer 70 mijlen genomen, gaf bij herhaling weer 4° fout, het stoomschip,,Ternate" dat toevallig in zicht was, werd meerdere malen gepeild en per kompas gecontroleerd. Deze peilingen gaven steeds nauwkeurige, juiste resultaten.

Gedurende de kustreis werd, uitgezonderd eenige demonstraties aan Marine en andere autoriteiten gegeven, het toestel weinig gebruikt.

De 8 October genomen peilingen van het Marine radiostation Soerabaia gaven 1 à 2 graden verschil.

Eigenaardig was het dat de waarnemingen met het kuststation Sabang op ongeveer 6 mijlen afstand verricht op stuurboordsboeg voortdurend een fout gaven, terwijl de bakboordspeilingen steeds correct waren, een merkwaardig verschijnsel dat nòch te voren, nòch op de verdere thuisreis werd opgemerkt.

Wij ontmoetten op 7 November het s.s.,,Vondel", en de radio- en de kompaspeilingen gaven wederom een verschil, terwijl de waarnemingen alle over stuurboord verricht werden. De kruispeiling, 17 November verkregen van Malta en Vittoria-radio, verschilde 4 mijl met het gegist bestek.

De peilingen op Ouessant genomen bleken nauwkeurig. Twee dagen later hadden we onzen richtingzoeker werkelijk,,noodig". Slecht zicht in de Noordzee. De drie, met ongeveer een uur tijdsverschil genomen peilingen met de verzeiling gaven goed bestek, zoodat de brulboei voor IJmuiden werd aangeloopen en zonder lang wachten de loods kon worden opgepikt.

Dit waren over het algemeen de resultaten van het radiotoestel, en voor een eerste reis mag men deze uitkomsten zeker niet onbevredigend noemen.

Vermeldingswaard is ook nog, dat met de moderne ontvanger van de gewone installatie het tijdsein Parijs op de thuisreis op 4 November weder werd gehoord, afstand onveer 4000 mijl.

De Nederlandsche onderzeeboot,,K III", juist in de buurt, konden wij per draadlooze aan een tijdsein helpen.

O. KRAMER.

De Redactie van .,De Zee" teekent hierbij aan, dat zij inzage heeft gehad van het rapport, dat door den gezagvoerder van de,,Johan de Witt" aan de Maatschappij „Nederland" is ingediend omtrent bovengenoemde peilingen; dit rapport stemt in onderdeelen overeen met de mededeelingen in het ingezonden stuk, dat afkomstig is van een der ambtenaren der Nederlandsche Telegraaf-Maatschappij „Radio-Holland”.

« 이전계속 »