페이지 이미지
PDF
ePub

10 DR. W. R. VAN HOËVELL, UIT HET INDISCHE LEVEN.

wat men aan Jeronimus, den vroegeren Christenleeraar, of aan onzen waardigen volksvertegenwoordiger te danken heeft; want ofschoon beide zich in één persoon vereenigen, hebben zij wel wat van eene tweeëenheid. (Zie zoo! weder een nieuw woord in onze taal gecreëerd, en daarmede op nieuw Bilderdijk weêrsproken, als hij beweert, dat de zelfde vocaal slechts tweemaal achtereen kan voorkomen!) Intusschen vindt men bij ieder stuk het jaartal, waarin het geschreven is, vermeld. Bij gebrek aan een inhoud, die aan dit boek ontbreekt, zullen wij de onderscheidene artikelen of schetsen, die het bevat, opgeven. Zij zijn: I De Pedatie (d. i., kar), II De Japansche Steenhouwer, III Eene Slaven-vendutie, IV Een togtje van duizend voet hoog, V Veertien dagen (de oude bekende uit het Leeskabinet). VI Het voorregt eener Europeesche opvoeding, VII Natuurtafereelen van Java, VIII De tiger op Java, IX De Inspecteur in Indie (dit heeft nog in geen tijdschrift gestaan, en draagt dan ook de dagteekening 1858), X Een dorp en een berg, XI Gaarbek Moeloed, (dit is eene viering van Mohammeds geboortedag, waarbij door den sultan van Djokjokarta n. b. wijn wordt rondgediend), XII Een oproer in Probolingo.

Wij hopen dat onze lezers zich met deze korte opgave zullen tevreden stellen, te meer, daar een ander tijdschrift in een meer uitvoerig verslag ons is voor geweest.

Alle deze schetsen intusschen zijn schilderachtig en waar, en de lezing en herlezing overwaard, terwijl de uitgevers. door fraaije uitvoering, vier platen in kleurendruk en een prachtband het werk nog meer aanlokkelijks hebben bijgezet.

N. T.

Schaduwbeelden van den voortijd. Viertal historische Novellen van Johs. H. Jonckers. Arnhem, Is. An. Nijhoff en Zoon. 1860. 206 bladz. in gr. 8°. Prijs ƒ 2.50. De historische Novellen van Jonckers, die wij nu en dan in onze tijdschriften aantreffen, worden steeds met genoegen gelezen. Zij onderscheiden zich gunstig van zoovele andere dusgenaamde historische verhalen, omdat zij werkelijk beelden uit het verledene voor onzen geest terugroepen, en ons wezenlijk verplaatsen in den tijd, dien de Schrij

JOH3. H. JONCKERS, SCHADUWBEELDEN UIT DEN VOORTIJD. 11

ver ons afschilderen wil. Blijkbaar zet hij zich niet aan het werk dan na eene naauwgezette studie, eene studie evenwel, die niet doorstraalt in eenig vertoon van geleerdheid of wetenschap, maar in de zeldzame trouw, waarmede hij ons met de voorvaderlijke zeden en gebruiken bekend maakt, zonder dat de losheid of levendigheid zijner verhalen daarbij eenige schade lijdt. Een uitgelezen viertal is in dit boekdeel bijeen verzameld. Zij zijn getiteld: De Alkmaarsche Drinkhoorn. Een schets uit de aêloude Batauwe. Meinhard en zijne wijk. Een verhaal uit de onheilsdagen der felle Noren. De Beeldstormer van Leiden. Eene Episode uit de groote Nederlandsche Volksbeweging der zestiende eeuw, en Eene andere Preciosa. Een Zigeuner-vertelling uit het begin der voorgaande eeuw.

Onze lezers zullen zich denkelijk sommige dezer novellen uit een of ander tijdschrift herinneren, maar ze ook zeer waarschijnlijk de herlezing wel waardig keuren. In allen geval verdient dit viertal ruimschoots aanbeveling, en vestigen wij gaarne de aandacht van beminnaars van dergelijke lectuur op deze verhalen, die niemand voorzeker onbevredigd uit de handen leggen zal.

A. M.

Hamlet, Prins van Denemarken. Treurspel, naar het Engelsch van William Shakspere, door A. S. Kok. Onder toezicht van Dr. J. van Vloten, Hoogleeraar te Deventer. Haarlem, A. C. Kruseman. 1860. VI en 225 bladz. in post-8. Prijs f 1,50.

Orlando en Rosalinde. (As you' like it.) Landspel van William Shakspere. Uit het Engelsch vertaald door A. S. Kok. Haarlem, A. C. Kruseman. 1860. VI en 194 bladz. in post-8°. Prijs f 1,50.

Shakspeare's naam is bij ieder bekend, en ieder weet ook. dat die naam aan den letterkundigen hemel van Groot-Brittannië eene star is van de eerste grootte. Toch, zelfs onder het beschaafde publiek, zijn er velen, die van zijne werken weinig anders kennen, dan zeker treurspel Hamlet, dat van tijd tot tijd wel eens vertoond wordt, en dat zij wel eens gezien hebben, somtijds zonder te vermoeden, dat

12

WILLIAM SHAKSPERE, HAMLET.

dit stuk, voor Shakspere's werk doorgaande, slechts de vertaling is eener Fransche navolging van den echten Hamlet, die met het oorspronkelijke weinig andere overeenkomst heeft, dan de namen van sommige der daarin optredende personen. Shakspeare was, behalve voor enkele ingewijden, tot hiertoe voor het groote publiek meestal een gesloten boek. Maar het was voor onzen tijd bewaard, en wij mogen daar dankbaar voor zijn, om de meesterstukken van een ongeëvenaard genie ook toegankelijk gemaakt te zien voor ieder, die slechts zijne oogen wil openen voor het schoone, dat in zoo zeldzame eu zoo overvloedige mate valt op te merken in de geestvruchten van een dichter, wiens roem door geen latere dichters verduisterd is, of ooit verduisterd worden kan.

Er bestonden, wel is waar, reeds vertalingen van Shakspere, ook in het Nederduitsch; maar die waren zeer onvoldoende om ons den grooten man regt te leeren kennen. Men heeft begrepen, dat de tijd gekomen was om geheel nieuwe en bruikbare vertalingen het licht te doen zien. Onder toezigt van Prof. v. Vloten werden een viertal stukken door J. Moulin bewerkt, en bij Kruseman uitgegeven. De heer Kok heeft het werk van Moulin vervolgd, en ons Shakspere's Hamlet en Orlando en Rosalinda bezorgd.

Waarlijk, het is geene gemakkelijke taak zulke stukken in onze taal weder te geven, wanneer zij werkelijk zijn zullen, wat zij behooren te wezen, en wij er den oorspronkelijken dichter wezenlijk in zullen herkennen en begrijpen. Het zal wel in de eerste plaats noodig zijn, dat de vertaler zelf het oorspronkelijke kent en begrijpt, en er behoort heel wat studie toe om tot zulk eene kennis te geraken. Men moet zelf dichter zijn om in den geest van Shakspere door te dringen, en nog is dat niet gemakkelijk, omdat onderscheiden plaatsen in zijne stukken tot een gedurigen strijd aanleiding geven, ten gevolge van de verschillende lezingen, die er van bestaan. Men dient wijders den tijd te kennen, waarin de dichter geleefd heeft; want vele ons zonderling klinkende gezegden en uitdrukkingen, in zijne stukken voorkomende, vinden alleen eene verklaring, maar dan ook eene zeer juiste en verrassende verklaring, hetzij in de zeden en gewoonten van dien tijd, hetzij in spreekwijzen of spreekwoorden, toenmaals in gebruik, maar later in vergetelheid

WILLIAM SHAKSPERE, ORLANDO EN ROSALINDE.

--

[ocr errors]

13

geraakt. Nog meer andere zwarigheden zijn aan eene vertolking van Shakspere verbonden, en er behoort, nevens eene groote mate van kennis, ook moed en zelfvertrouwen toe, de taak te aanvaarden, om de werken van hem, dezen meester in de kunst, voor onzen tijd en ons geslacht genietbaar te maken. Wij verheugen ons intusschen, dat er van verschillende zijden pogingen in het werk worden gesteld, om ons met Shakespere in kennis te brengen, en om ons bij den heer Kok te bepalen wij vinden alle reden om hem dankbaar te zijn voor de beide stukken, aan het hoofd dezes genoemd, en zeer verdienstelijk overgebragt. Niet, dat wij er in het geheel geene aanmerkingen op zouden hebben; in tegendeel, wanneer wij aan het uitpluizen wilden gaan, zouden wij verscheidene bladzijden kunnen vullen, met onze bedenkingen in het midden te brengen; maar wij onthouden ons daarvan vooreerst, omdat het hier de plaats niet is, een strijd aan te vangen over verschillende punten, die zich niet zoo gemakkelijk in weinig woorden laat uitmaken; en ten anderen, omdat deze vertolking voor het oogmerk wezenlijk zeer voldoende is. Het beschaafde publiek toch vindt hier wat het noodig heeft om Shakspere te leeren verstaan en waarderen. De aanteekeningen hier en daar hadden wij verspreiden veel licht over

er eenige meerdere gewenscht het geschrevene, en werken er zeer toe mede om den waren zin en de bedoeling des dichters in het licht te stellen. Wij twijfelen niet, of de lezer, die Shakspere nog niet mogt kennen, zal hem uit deze stukken reeds leeren bewonderen, en zich niet ligt met eene vlugtige lezing vergenoegen, maar dikwijls nog eens tot hem terugkeeren, om telkens een nieuw en vermeerderd genot te smaken.

C. P.

Belangrijke Tafereelen uit de geschiedenis der Lijfstraffelijke Regtspleging. Twaalftal verhalen door J. B. Christemeijer. Vierde druk. Volksuitgave. Amsterdam, Wed. J. C. van Kesteren en Zoon. VI, 216 en 200 bladz. in gr. 12. Prijs ingenaaid ƒ 2,-; gebonden ƒ 2,80. Niet ieder auteur bij ons te lande, vooral wanneer hij zich bepaalt tot het vak, dat wij gewoon zijn het romantitische te noemen, heeft het voorregt eenig werk van hem

14

J. B. CHRISTEMEIJER, BELANGRIJKE TAFEREELEN.

ten vierden male gedrukt te zien. De heer Christemeijer is een van die gelukkigen; maar het is dan ook eene welverdiende hulde, die hem door ons publiek te dezen opzigte gebragt wordt. In aanschouwelijke voorstelling van hetgeen de Duitschers Criminal-Geschichten noemen, heeft hij dat genre ten onzent als het ware gecreëerd. Nadat een paar er van in het tijdschrift Euphonia waren opgenomen, zag de geheele verzameling in 1818 bij den boekhandelaar J. C. v. Kesteren in twee Deelen het licht; beide collectiën werden weldra herdrukt, en later eene derde editie in 1830 in één deel uitgegeven. Daar de laatste druk sedert lang uitverkocht was, hebben de tegenwoordige uitgevers gemeend eene zoogenaamde volksuitgave in twee deeltjes voor een goedkoopen prijs het licht te doen zien, en het is deze, die wij thans aankondigen. Over de verzameling zelve zullen wij niet behoeven te spreken, aangezien het publiek daaromtrent sedert lang en herhaaldelijk hoogst gunstige uitspraak gedaan heeft. Voor zooveel des noods echter geven wij hier de titels op van de Tafereelen uit het Strafregt, die in deze twee bundeltjes geschetst worden:

Het Oponthoud, De vier Lepels, de Galerij van twintig Schoonheden, De raadselachtige Vreemdeling, de Hand der Vergelding, De koetsier Jacob, de arme Schrijnwerker, De stem van de godsdienst, De Oud-tante te A., De Jonker van Roderycke en De blaauwe Ruiter en zijn huisgezin.

Wij vernemen, dat nu ook van de Nieuwe Tafereelen des zelfden Schrijvers een herdruk het licht ziet, waarop wij later hopen terug te komen.

N. T.

De Nachten van Parijs. Naar het Fransch van Pierre Zacone, door Hubertus. Te Dordrecht, bij J. P. Revers. 1861. 350 bladz. in gr. 8'. Pr.js / 3,50.

Die zijn geld en zijn tijd lief heeft, koope en leze dit boek niet. Het is een allerongelukkigst product van de moderne Fransche school, en mist zelfs misschien ten deele door de schuld des vertalers het losse, levendige en geestige, dat soms nog eenige aantrekkelijkheid geeft aan die overigens zoo zinledige en dwaze verhalen, die dagelijks

« 이전계속 »