페이지 이미지
PDF
ePub

PIERRE ZACONE, DE NACHTEN VAN PARIJS.

15

voor het Fransche publiek worden opgedischt. Dat een ver haal als dit, vol ongerijmde akeligheden of akelige ongerijmdheden, ten onzent een vertaler en uitgever heeft gevonden, verwondert ons en doet ons leed. De uitgever verkoope het voor misdruk; dat is het beste wat wij hem kunnen raden. A. M.

De Twee Voogden, door Miss Yonge, Schrijfster van de Erfgenaam van Redclyffe, enz. Uit het Engelsch. Te Deventer, bij A. ter Gunne. 1861. 292 bladz. in gr. 8. Prijs f 3,05.

De te regt zoo gevierde schrijfster van de Erfgenaam van Redclyffe, Violette enz. handhaaft ook in dit eenvoudige, maar zaakrijke verhaal haar reeds sinds lang gevestigden goeden naam. De hooge waarde der godsdienst in de practijk des levens, dat is wel de grondtoon in al hare werken; en ook in de geschiedenis der beide weezen, Marian en Gerold Arundel, die onder voogdij staan van den wereldsgezinden heer Lyddell, en den wel jeugdigen, maar door en door regtschapen Edmund Arundel, leert men op onwedersprekelijke wijze inzien, hoe gemis aan godsdienstzin den mensch on vatbaar maakt om waar geluk te smaken, en onder de stormen des levens tot diepe ellende voert, terwijl integendeel godsvrucht en deugd ons den tegenspoed gemoedigd doet dragen, en den mensch tot de edelste zelfopoffering in staat stelt. Dat alles nu is wel niet nieuw, maar wij weten uit hare vroegere werken, hoe bevallig Miss Yonge zulke waarheden weet in te kleeden, en hoe zij tot het hart harer lezers weet te spreken. Ook dit verhaal zal niet nalaten een weldadigen inkruk achter te laten op ieder die het leest, en wij bevelen het gaarne aan.

A. M.

Nora. Een Levensbeeld. Ottilia Wildermuth nageschetst, door C. van E. van der Bilt la Motte. Te Amsterdam, bij P. M. van der Made. 1860. 185 bladz. in kl. 8°. Prijs f 1,25.

In hoeverre dit boeksken door de zeer vrije bewerking" gewonnen heeft, kunnen wij niet beslissen, daar wij niet

16

OTTILIA WILDERMUTH, NORA.

in de gelegenheid zijn deze navolging met het oorspronke lijke te vergelijken. Waarom het juist noodig was het een en ander in Wildermuths uitmuntende geestvrucht" te wijzigen, het eene gedeelte wat breeder uit te werken, en het andere wat in te korten, is ons niet regt duidelijk. Maar hoe het daarmede zij, wij zijn tevreden met hetgeen ons de heer van der Bilt la Motte heeft geschonken; want het boeksken ziet er niet alleen zeer goed nit, maar verdient ook om den inhoud alle aanbeveling.

In Nora zien wij het beeld eener echte Christinne, met een hart vol liefde voor hare medemenschen, door de rampen des levens neêrgedrukt, maar nimmer ontmoedigd; onder ligchaamssmarten gebogen, maar vol vertrouwen op de liefde des Vaders, die ook door lijden zijne menschenkinderen zegenen wil. Voor eene, die door het leven wandelt als zij, is aan het einde de kroon der heerlijkheid weggelegd, en een sterfbed, als het hare, is het benijdenswaardigste wat men zich kan voorstellen. Och, mogten vele vrouwen zich aan haar spiegelen, en door haar voorbeeld worden opgewekt, om, even als zij, geluk om zich henen te verspreiden, in den huiselijken kring van echtgenoot en kinderen in de eerste plaats, maar ook in den ruimeren kring van vrienden en goede bekenden, ook in den ruimsten kring van medemenschen, van medekinderen Gods! Daartoe kome dit voortreffelijke boekje in veler handen, en de Vader der Liefde gebiede er zijnen zegen over!

[ocr errors]

A. M.

Portretten Kees Springer in en buiten de kerk door J. J. Cremer te Leyden bij A. W. Sijthoff 1861. [Oef! Eindelijk een punt, die wij er echter nog maar bijzetten!] 191 bladz. in gr. 16. Prijs f 1,90.

Als wij van onze naburen iets overnemen, laat het dan toch iets goeds wezen! Of Nederlandsche heeren en dames, ten opzigte van zich te kleeden, zich naar hunne Fransche naburen schikken, doet eigenlijk weinig ter zake. Men noemt zoo iets mode, en geen verstandig man zal er iets tegen heb. ben in te brengen, dat aan ieder in deze vrijheid wordt gelaten. Maar nu heeft, weinige jaren geleden, de een of andre Fransche boekverkooper of boekdrukker, die in het ge

J. J. CREMER, PORTRETTEN.

17

sticht Meer-en Berg verdiende opgesloten te worden, het in zijn hoofd gekregen om van de titels der boek werken, die bij hem het licht zien, alle comma's en punten geheel weg weg te laten.

-

Wie bij het tegenwoordige werkje de navolger van buitenlandsche dwaasheid is schrijver, uitgever of corrector weten wij niet; van den uitgever zouden wij het niet kunnen denken, omdat hij al dadelijk in de war is geweest met hetgeen de boekdrukkers gewoon zijn een Franschen — eigenlijk voorhandschen titel te noemen; deze luidt hier Kees Springer, enz. Intusschen bevat het bundeltje zelf twee verhalen, waarbij wij thans zullen stilstaan.

--

Portretten getiteld

Het eerste is hetgeen de schilders noemen een krabbel, d. i. de aanleg tot een schilderstuk. De heer Cremer verraadt in deze Portretten weder zijn bekend genie als schilder van maatschappelijke toestanden, vooral uit het leven der mindere klasse. Jammer, dat hij deze luchtige schets niet afgewerkt heeft; want zij bevat inderdaad te veel uitstekends om niet eene meer uitvoerige bewerking te verdienen. Wat wij nu vinden zou men, om met vader Cats te spreken, een verhaal vol jammers en bedrog kunnen noemen, daar de lichtpunten ontbreken. Intusschen was ons ook welkom wat wij hier ontvingen; maar hoe anderen er over denken, mogen anderen onzentwege beslissen.

Het tweede tafereel in dit bundeltje zal minder aanmerkingen uitlokken, daar het meer afgewerkt en ook meer in den ouden, bekenden trant van den heer Cremer is. Hebben wij minder vrede met de eerste schets, Kees Springer is alleen het geld waard, dat het boekje kost. Wij zouden nu wel in een regel of wat den inhoud er van kunnen mededeelen; maar daarmede zou zoo min het publiek als de uitgever gediend zijn. Men koope en leze het boekje zelf, en men zal zich kunnen overtuigen, dat de schrijver in zijn gedachtenbeeld zoo als hij bladz. 187 zijn Kees Springer in

[ocr errors]

de kerk gelieft te noemen zich een bepaald soort van lezers voor oogen heeft gesteld, die hij denk lezers noemt, terwijl hij, gemelden Kees buiten de kerk latende handelen, aan lees-lezers gedacht heeft, zijnde menschen, die eene uitspanning, of althans geen inspanning zoeken.

ALBUM 1861.

2

18

J. J. CREMER, PORTRETTEN.

Wat ten slotte de typographische uitvoering van dit werkje betreft, deze verdient allen lof.

N. T.

Het Draaiorgel en de Viool, door Gust. Nieritz. Met platen. Te Haarlem, bij de Erven F. Bohn. 104 bladz. in post-8°. Prijs f 1,30.

Reeds de naam des schrijvers alleen is voldoende om dit werkje een meer dan gewoon succes te bezorgen. Immers Nieritz, de bekende schrijver van het Tooverfluitje, en zoovele andere voortreffelijke kinderwerkjes, heeft reeds te vele. en herhaalde blijken van zijn talent als kinder-novellist gegeven, om niet iedere aanbeveling overbodig te maken. Het Draaiorgel en de Viool zal dus, wij kunnen er niet aan twijfelen, in iedere kinderbibliotheek een regt welkom geschenk zijn; en ofschoon de vertaling over het geheel wel wat losser en bevalliger had mogen wezen, wordt dit aan den anderen kant wederom vergoed door het sierlijke bandje en de fraaije uitvoering, waarvoor de uitgevers hebben zorg gedragen.

A.

ALMANAKKEN VOOR 1861.

(VERVOLG.)

MAGDALENA,

Evangelisch Jaarboekje; uitgegeven ten behoeve van het Asyl Steenbeek, onder hoofdredactie van D°. O. G. Heldring.

Om de degelijkheid van zijnen inhoud, komt aan dit Jaarboekje eene eervolle plaats toe onder de periodieke voortbrengselen onzer pers, en het is niet alleen om het doel der uitgave, maar ook om de belangrijkheid der bijdragen, dat wij het gaarne aanbevelen. John Knox, de Schotsche Hervormer, eene redevoering door M. Cohen Stuart, en Eene wandeling in Rome, door Dr. L. R. Beynen, ziedaar een paar stukken, die ons bij uitstek voldaan hebben. Verre van oppervlakkigheid verwijderd, hebben de schrijvers in een aangenamen vorm veel leerzaams weten mede te deelen. Men leest zulke stukken met genoegen, en bevordert er zijne kennis mede. Eene profetische studie, door Chantepie de la

[blocks in formation]

Saussaye, is ongetwijfeld zeer verdienstelijk, maar vereischt meer inspanning en nadenken. Allerliefst is het kleine stukje van J. J. Cremer, Wat vader Harmen vertelt; en Talitha Kumi, door E. J. Veenendaal Jz., zal niet nalaten belang. stelling in te boezemen voor de stichting der liefdadigheid, waaromtrent hier eenige bijzonderheden worden medegedeeld. Onder de gedichten verdienen in de eerste plaats vermeld te worden de Toonen van geloof, liefde en hoop, nagezongen door J. J. van Oosterzee. Naar Krummacher, von Eichendorf, Knapp, Freiligrath, Geibel en een ongenoemde vinden wij een twaalftal gedichten tot een schoonen krans bijeengegaard. O heb toch lief, naar Freiligrath, verdient inzonderheid genoemd te worden om den heerlijken toon en treffenden inhoud. Voor het overige vindt men hier gedichten, en daaronder zeer lezenswaardige, van H. J. Koenen, J. P. Hasebroek, J. J. L. ten Kate, Elise van Calcar, Dr. E. Laurillard, Nicolaas Beets, en den nu reeds in jeugdigen leeftijd ontslapen C. des Amorie van der Hoeven, aan wien het Leeskabinet zoovele belangrijke bijdragen, nu eens S. W. I. V. en dan weder Sw. geteekend, te danken heeft. Dit naamcijfer, waaruit men Swiveller kan lezen, is ontleend aan The Old Curiosity Shop van Dickens, met welken schrijver v. d. II. altijd dweepte. Een verslag eindelijk van den staat van het Asyl Steenbeek, dat veel wetenswaardigs bevat, besluit het boekje, dat net gebonden en versierd is met het portret van de directrice van Steenbeek, en twee zeer goed uitgevoerde platen, waaronder eene photographie.

CHRISTELIJKE VOLKS-ALMANAK.

Ook dit Jaarboekje verdient wederom ruime aanbeveling. Echt geestige opstellen, als die van H. de Veer, Een koude dag en Blij zijn, vol Christelijken humor, kunnen niet anders dan een weldadigen indruk te weeg brengen. Door eene zekere Mary" zijn een drietal stukjes geleverd, getiteld Het Jodenkind, Vrijheid-Blijheid en Veel veranderd, alle drie klein van omvang, eenvoudig, maar regt lief, inzonderheid Vrijheid-Blijheid, in zijn soort een wezenlijk juweeltje. Een ongenoemde schreef een paar bladzijden, onder het opschrift Gelooven, kort maar zakelijk, en voor onze dagen regt gepast. Verlichting, mede door cen ongenoemde (of het

« 이전계속 »