페이지 이미지
PDF
ePub

20

CHRISTELIJKE VOLKS ALMANAK.

niet van de zelfde hand afkomstig zou kunnen zijn?) is vooral niet minder lezenswaard. J. Herman de Ridder verplaatst ons Op en bij een kerkhof, en wel het kerkhof te Herrnhut, waar hij ons aan het graf brengt van Erdmund Dorothea van Zinzendorf, en ons de verdiensten dezer Christinne op waardige wijze in herinnering brengt. Een zeer belangrijk opstel is dat van C. P. Tiele: De enge weg, de naauwe poort. Evenwel is de hoog ernstige toon hiervan wat al te zeer in den preektrant, en daardoor afwijkende van den meer lossen en bevalligen toon, waaraan wij van lieverlede in den Christelijken Volks-Almanak zijn gewoon geraakt. Voor sommigen intusschen is zoo iets welligt eene aanbeveling te meer. Wat de bijdrage van A. Pierson betreft, Eene overdenking (Matth. VII: 1-5), die zal wel ieder met genoegen lezen, hij moge voor het overige omtrent den Christelijken Volks-Almanak denken zoo hij wil. Ons voldoet Pierson beter in zijn proza dan in zijne poëzy, waarvan hij in dit jaarboekje ook een paar proeven geeft, Medelijden namelijk en In Rouwe. Onder de overige dichtstukken munten die van de Génestet vooral uit, maar ook Hofdijk, Estella Hertzveld, S. J. van den Bergh en Erica. leverden verdienstelijke bijdragen, terwijl de berijmde Proeven van een populaire kommentaar, door II. de Veer, ons evenzeer bij uitnemendheid bevielen. De laatste verjaardag, door G. J. de C., vonden wij minder gelukkig; maar er is te veel waarlijk goeds in dit bevallige boekje, met zijne vier lieve plaatjes, om niet gaarne een enkel min gelukkig geslaagd versje over het hoofd te zien.

PRAKTISCHE VOLKS ALMANAK,

De titelplaat stelt voor: het gebouw de Toevlugt voor behoeftigen" op de Passeerdergracht te Amsterdam. Wie met die hoogst weldadige inrigting niet, of niet genoegzaam, bekend is, vindt dienaangaande in het Mengelwerk door W. M. Logeman eenige bijzonderheden medegedeeld, waaruit men kan zien, hoe deze instelling in waarheid genoemd mag worden een der meest verstandig weldadige van de vele, waarop ons vaderland roem mag dragen. Over de Verbetering der woningen in de steden, geeft Dr. H. J. Broers eenige wenken, die aller overweging waardig ziju. Moge het

PRAKTISCHE VOLKS-ALMANAK.

21

echter niet slechts bij overweging blijven, maar hier en daar aanleiding geven om in practijk te brengen, wat in overweging gegeven wordt, en blijkens de in Utrecht reeds ver. kregen resultaten voor verwezenlijking allezins vatbaar is. Zelfregering, door Mr. J. T. Buys, is een zeer leerzaam opstel, met warmte geschreven. Och! dat het dezen en genen, dat het velen de oogen openen mogt voor een gebrek aan warmte voor onderscheidene groote voorregten en belangen, onder ons helaas nog steeds maar al te weinig gewaardeerd! Buitenslands werken, door Dr. D. Lubach, ge. schreven naar aanleiding van de bekende Novelle Moeders Pappot, door A. J. de Bull, bevat menig behartigingswaardigen wenk voor jeugdigen handwerkslieden. De zelfde schrijver vestigt in Eene Boekaankondiging de aandacht op een in dit jaar verschenen Praktisch Handboek om kinderen van 2 tot 8 jaar, al spelende, gemakkelijk en leerzaam bezig te houden, volgens de ontwikkelingsmethode van Fröbel. Men herinnert zich ongetwijfeld, dat over die ontwikkelingsmethode in den vorigen jaargang van dezen almanak gesproken is, en kan deze boekaankondiging als een vervolg en eene aanvulling van dat opstel beschouwen. Iets over de metalen, in verband met de geschiedenis van den mensch, door Prof. J. van der Hoeven, behoeft slechts genoemd te worden, om terstond. aan iets degelijks te doen denken. Van echt praktisch nut zijn de bijdragen over de Aanwending van het lichtgas als beweegkracht, en over de Middelen om het vlamvatten van geweven stoffen te voorkomen, beide door J. A. van Eyk; Plant boomen in het najaar, door Prof. van Hall, en Over het voorstellen van waarnemingen door kromme lijnen, door D. Zeer belangrijk is ook het opstel van Dr. Staring: Over het ontbosschen van landstreken. Maar het zelfde is eigenlijk van toepassing op al wat wij verder in dit wezenlijk nuttige jaarboekje aantreffen, en zoo moge dan ook weder deze jaargang in veler handen komen, en alom het nut stichten, dat zich van zulke geschriften denken en verwachten laat!

[ocr errors]

GELDERSCHE VOLKS-ALMANAK.

Eene zonderlinge drukfout is over het hoofd gezien in de genealogie van het Koninklijke Huis, in dezen almanak voorkomende. Wij lezen daar namelijk, dat het huwelijk der

22

GELDERSCHE VOLKS ALMANAK.

tante des konings met den prins van Pruissen, in Sept. 1830 gesloten, den 4den October 1809 ontbonden is. Weinige lezers zullen er zich echter waarschijnlijk aan ergeren, en de meesten meer waarde hechten aan het Mengelwerk, dan aan hetgeen daaraan voorafgaat. Met den inhoud van dat Mengelwerk hebben wij alle reden om tevreden te zijn. Het paart, als naar gewoonte, eene aangename verscheidenheid aan degelijkheid. Door Mr. I. A. N. werd eene levensbeschrijving gegeven van Maarten van Rossem, waarin hij doet zien, dat deze oorlogsheld nog wel iets anders was dan een gevreesd krijgsman, wiens naam veelal slechts met een soort van afgrijzen wordt vermeld. Nevens de krijgmansdeugden, die hij bezat, onderscheidde hij zich ook, zoo als hier wordt aangetoond, als mensch, was hij een vriend van regt en billijkheid, en betoonde zich zelfs zachtmoedig jegens weerloozen en onderdrukten. Eenige schetsen uit de huishouding van een Geldersch armgesticht, door P. Nijhoff, behelst een welgeschreven overzigt der geschiedenis van het weeshuis te Nijmegen, welks driehonderdjarig bestaan in Mei van het. afgeloopen jaar op zeer gepaste wijze is gevierd. B. ter Haar Bz. leverde eene uitmuntende historische novelle, getiteld Geurt van Leeuwen. Episode uit den strijd tusschen de Hekerens en de Bronkhorsten (1354). De Nijmeegsche Kornalijn. Een schets uit de zeventiende eeuw, door Johs. Hk. Jonckers, lazen wij met genoegen; maar meer dan eene schets is het ook niet. De schrijver had dat stukje wel wat meer mogen uitwerken. Welligt heeft het hem aan tijd ontbroken; de taak was hem anders wel toevertrouwd. Ons Krummeltjen, door A. de Visser, is weder eene soort van Betuwsche novelle in den trant van Cremer; maar, schoon het goede er van erkennende, geven wij verre de voorkeur aan hetgeen de schrijver in den vorigen jaargang heeft geleverd. Een warm en welverdiend woord van hulde wordt door J. M. E. Dercksen gebragt aan Edmond Willem van Dam van Isselt, den verdienstelijken krijgs- en staatsman, wiens dood het vaderland in het afgeloopen jaar te betreuren had. Het portret, dat bij dit herinneringswoord is gevoegd, is, wat de gelijkenis betreft, oneindig veel beter dan dat, hetwelk het tijdschrift Europa onlangs heeft opgenomen, en gevolgd had naar de afbeelding, die men twaalf jaar geleden in de Tijd heeft kun

GELDERSCHE VOLKS-ALMANAK.

23

nen zien, welk tijdschrift weder eene kopij had genomen van een portret, vóór 25 jaren reeds in den Muzen-Almanak te zien geweest. Geven wij echter aan het nu geschonken portret de voorkeur, toch dienen wij er bij op te merken, dat de uitvoering wat te veel herinnert aan de wijze, waarop Punch portretten van staatslieden geeft. Iets over een nachtpitje, door den ouden heer Smits, is vrij satiriek, maar zeer lezenswaardig, en waar menigeen een lesje uit halen kan. Onder het opschrift Revenzie, wordt ons een brief in den Gelderschen tongval medegedeeld van H. Snook, die zijne verontwaardiging te kennen geeft, dat Meneer nijhoff te arem u vleen joar en breef" in zijn # Almblak” heeft gehad, met Snooks #name der onder." De lezer zal zich dien brief wel herinneren, en ongetwijfeld dit protest daartegen met evenveel genoegen lezen. Onder de vier dichtstukjes, die ons dit jaarboekje schenkt, achten wij dat van Ramondt, getiteld de Kabouters (naar Kopisch), het beste. De anderen beteekenen niet veel. Wij vergaten nog te vermelden, dat een flink portret van Maarten van Rossem den almanak versiert. Goede portretten bij historische stukken verdienen, naar ons inzien, verreweg de voorkeur boven onbeteekenende plaatjes, als b. v. dat bij De Nijmeegsche Kornalijn.

ALMANAK VOOR HOLLANDSCHE BLIJGEESTIGEN.

Een Kermis-pleidooi, door Orang Bahroe, voldeed ons. minder dan de bijdrage van den zelfden auteur in den vorigen jaargang. Evenwel laat het stukje zich met genoegen. lezen. Een miskende, door Gerard Keller, is een waar sieraad van den Blijgeestigen Almanak, en om deze bijdrage alleen mag men zich gerust het boekje aanschaffen, zonder dat men reden zal hebben zich over de daarvoor uitgegeven 60 cents te beklagen. De overige inhoud bestaat uit berijmde. blijgeestigheid van v. Zeggelen, van den Broek, Meys, de Regt, Dercksen, Westerman en onderscheidene anderen. Aardig en minder aardig wisselen elkander af. Wie niet al te veel eischt, zal over 't geheel met den inhoud tevreden zijn.

ALMANAK VOOR LANDBOUWERS EN VEEHOUDERS.

Dit verdienstelijk jaarboekje, bij Eekhoff uitgegeven, gaat steeds voort den landman voor te lichten in allerlei zaken,

24

ALMANAK VOOR LANDBOUWERS EN VEEHOUDERS.

die van groot belang voor hem zijn. Kort en zakelijk zijn de berigten en mededeelingen, die men er in aantreft. Vooruitgang is de leus der zamenstellers, en al wat daaraan bevorderlijk kan zijn, vindt hier eene goede plaats. Moge de uitgever zich weder in een groot debiet verheugen! Bij geen landbouwer, die er prijs op stelt met zijn tijd mede te gaan, mag zulk een nuttig en tevens onkostbaar boekje ontbreken.

ALMANAK VAN DE NEDERLANDSCHE VEREENIGING

TOT AFSCHAFFING VAN STERKEN DRANK.

DE GOEDE RAADGEVER. ALMANAK VOOR VRIENDEN

VAN ORDE EN WELVAART.

N. 1 kost 10, No. 2 slechts 7 cents. Beide zijn bestemd, om in groote getallen onder het volk verspreid te worden, en de groote zaak der afschaffing bevorderlijk te zijn. In N. 1 vinden wij eene voorlezing van Dr. Mac Culloch over Het wetenschappelijke gezigtspunt van de afschaffingsbeweging, een zeer verdienstelijk stuk ongetwijfeld, en waarin met warmte alle mogelijke gronden vóór de afschaffing worden uiteengezet. De opname echter van dit stuk in zulk een boekje kwam ons minder gepast voor. Het woord toch wordt daarin gerigt tot tegenwoordige en aanstaande geneeskunst-oefenaren, en uit den aard der zaak volgt daaruit, dat de toon geacht kan worden meer wetenschappelijk te zijn, dan voor de bestemming van dit boekje wenschelijk is. Voorts vinden wij een aantal opstellen, waarin natuurlijk dronkaards de hoofdrol spelen, doch zonder dat er veel nieuws uit te leeren valt. Eenige aardige versjes van Witsen Geysbeek, de Decker en anderen dienen meestal tot bladvulling. Het spreekt van zelf, dat daarin ook van dronkaards, jenever of kroeg sprake moet zijn. De jenever wordt er soms met de haren bijgesleept, vooral in de Goede Raadgever, waarin onder anderen een opstel van Elise van Calcar, getiteld de Jeugd de ware zaaitijd des levens, waarvan de strekking schijnt te zijn, aan te toonen, dat de hoogste bestemming van den mensch eigenlijk slechts is -- afschaffer

te worden.

C. P.

« 이전계속 »