Pompe van Meerdervoort zegt: ook ik zou misschien het aangevoerde van den Burger van Galen appuieeren, in dien niet de nader geenaneerde Wet, omtrent de voldoe Ding deezer Requifitien, aan het Vertegenwoordigend Lig. haam de verplich ing oplag, om in deezen anders te handelen. Het is toch maar buiten tegenfpraak, dat eer An. terieur Decreet niec kan derogeeren eene posterieure Wet; derhalven kan ik niet concu reeren tot die onrechtvaardig beid, om de voldoening van deeze Requifitien te weigeren, om dat voorige Requifitien niet voldaan zyn geworden.

Van Galen zegt:

Het geen de Burger Pompe van Meerdervoort advifeert, is vlak oppofiet aan het fustenue dat men by het Rapport van den Burger van de Kasteele heeft gefoveerd, aldaar wordt pag. 9. declinatoir geadviseerd, om dat de Gelder. fche Publicatie van 1797. (die in allen gevalle een wet van den tydelyken Souverain is) pofterieur was aan de schadens, in 't laatst van 1794 en begin van 1795 geleden; doch al waare het, zegt de Commissie verder, dat, of eenig Commandeerend Officier, of eenig Gewestelyk Bestuur, kort voor, of op den tyd van de fchaade eenige vergoeding beloofd hadde, zulks zou geene verbintenis van 't gemeene Land kunnen effe&ueeren: het geen juist het geval is met die van Asperen en Spyck, die vergoe ding van haare fchadens by een anterieure Publicatie van den tydelyken Souverain, in 1793. en nog nader by een posterieure in 1797. waren toegezegd.

En op dien zelfden grond adviseert men thans favorabel, zonder dat men het onrecht, dat men hier door aan de In gezetenen van de andere Districten aandoet, wil bete.

ren.

Pompe van Meerdervoort zegt: al het geene de Burger van Galen daar aanvoerr, zou ik kunnen toegeeven, en zou in aanmerking hebben kunnen komen toen de Verga dering ten tyde der Landing der Engelfchen en Rusfen, de libereerde over de Wet, waarby zy aan de Ingezetenen van Noord-Holland voldoening voor Requifitien toezeide. Iatusfchen is die Wet daargesteld, het Vertegenwoordigend Lich am heeft daarby plegtig eene fchadevergoeding beloofd, en die belofte kan men nie.ittrekken, zonder zich aan onrechtvaardigheid fchuldig te maaken. Daar dos deze zaak van een geheel anderen aart is, als die, waar over de Burger van Gaien fpreekt, moet ik al nog conform het Rapport concludeerec.

Indien het nogthans gebeuren mogt, dat'er gevallen wa ren van deuze fden aart, kan men zich aan 't Vertegen woordigend Lichaam adresfeeren, en als dan zal voorzeker de billykheid in acht genomen worden.

Van Galen zegt:

gedeeltens, zo zy zig adresfeéren, en in het zelfde geval verfeeren wil toeftaan, waarom maakt men dan nu zo veel zwaarigheid om dit Befluit algemeen te maaken?

Lewe ondersteunt echter het gevoelen van den Burger van Calen; verklaarende zich voor de schadevergoeding, indien ze algemeen gemaakt wordt.

De Prefident wil het Rapport by appel nominal in omvrage brengen.

Verhoyfen geeft in bedenking, om eerst het Rapport en gros in omvrage te brengen, vermits by, boven het geene by ten opzichte van het Rapport in 't algemeen heeft ge. zg, nog eene bedenking op het 5 Articul, betreklyk de voldoening der Tollen, heeft.

Is bekragtigd een onverwyld befluit der eerfte Kamer ̧ waarby, met berusting in de reden van weigering, omtrent een voorig dien aangaande genomen befluit, het Uitvoe rend Bewind wordt geautorifeerd, om te mogen disponee, ren oves eene fomma van f50,000. ten behoeve der twee Regimenten Bataaffche Cavallery, in mindering van zoda. danige Gatificatie als aan dezelven in der tyd zal worden geaccordeerd.

Nog is bekragtigd een befluit der eerfte Kamer, verlee neude aan Benedictus en Mozes Lehman Jacobs, Kooplie den te Amfterdam, permisfi tot den uitvoer in onderfchei. den partyen van 200,000 Ryksdaalders.

Druman proponeert, om, uit aanmerking var het voor.. g.vallene op heden, wanneer de Kamer, uit hoofde haarer onvoltalligheid, buiten flaat was, om te delibereeren, bet Reglement van orde te amplieeren, en eene pœnaliteit te bepaalen, op het zonder permisfie weg blyven van de Le. gefteld in handen van de Burgers Reprefen.ang ten van Haeften, van Andel en Pertat. Waarna de Vergadering wordt gefcheiden, en geadjour

den:

EERSTE KAMER.

Voorzitter: J. F. BAESTEN.

VERVOLG van Woensdag, den 22 April 1801.

federt 15 Augustus, maar ook die, welke in den loop van den Zomer, ter gelegenheid van de defenfie tegen de gevrees⚫ de attacque, mogt gedaan hebben, in rekening zou brea. gen, het geen merkelyke fommen meer aan den Lande zou kosten.

Hy zou dus in confideratie geeven, expresfelyk die tyds bepaaling uit te drukken.

De Leeuw zegt:

Aangaande der tyd, fpreekt het van zelfs dat de Publicatien

den Burger Reprefentant de Leeuw en verdere Gecommitteerden, betrekkelyk de te doene betaaling aan de Ingezetenen van Noordholland voor gele verde Paarden, Wagens, Schuiten enz., tydens de invafie der Anglo-Rusfen in den Jaare 1799. De Prefident brengt het eerfte Articul in om. vrage.

H. H. Vitringa zegt:

Dat by de tydsbepaaling, van welke men alle die betaa lingen zou beginnen, veel te vaag en ongedetermineerd vondt.

De Commissie trouwens deduceerde de verplichting der Vergadering, tot voldoening, uit het Placaat van 15 Au gustus 1799, waarby die beloofd zou zyn: en dus kon die verplichting alleen geoordeeld worden ingegaa ntezyn op en mei de promulgatie van die Publicatie ;en daar men die nu be. paalde in 'generaal tot dertyd der invafie van den vyand, zo vreesde by, dar, wyl mep gewoon was, dergelyke reke bingen steeds te extendeeren, men niet alleen de diensten XIL DEEL.

alhier fpeciaal bedoeld wordt, zo als uit het 5 Articul dui. delyk blykr.

merking te blyve.

De Leeuw zegt:

Uwe Commissie had ook bedenkingen over de betaling va Tollen, maar is deswegens geïnformeerd, dat, wanneer Trouren van den Staat marcheeren, alle Tollen in het geheel beraald worden even eens als door particulieren gefchiedt, en vermits het Uitvoerend Bewind maar voordraagt een vierde der gewoone Tollen te voldoen, zo heeft uwe Commissie vermeend, ook dit uit den voordragt van het Bewind te moeten overnemen, vermits de Tollen firek ken tot onderhoud der Bruggen en Wegen waarop dezelve zyn gelegd, alle welke Wereu en Bruggen, door de Artil lerie-train en Bagage er eene Armée veel komen te lyden.

Steyn Parvé oordeelt, dat 'er onderscheid behoort gemaakt te worden tusfchen Tollenaars en Veerlieden, vermits de laatften diensten beweezen hebbende, en de eerften niet, de laatsten en niet de eersten voldoening behooren te erlangen.

Van Galen zegt:

Dat 'er Tolgeld betaald wordt by ordinaire marschroetes wil ik toegeeven, maar niet by eene daadelyke in vafie des Vyands; want indien men dan de fchadens, die daar toe, aan den weg zouden werden toegebragt, wilde vetgoe den, zou men nog veel eerder moeten vergoeden de fcha. dens aan het Land, dat de troupes occupéeren om te Campeeren, veroorzaakt, en dan komt men weder in het moeijelyke, om te bepalen welke fchadens al of niet zullen vergoed worden; en zo 'er by voorbeeld te Scheveningen gens iets gebeurde, dat 'er een Armée ginds en weder moest pasfeeren, wat zou daar door de ftraat lyden, en zoude men dan toch een vierde van de Tol betaalen, waar voor de Pagter niets anders behoeft te doen als het hekken open te maken, en byaldien hy daar in zulk een geval huiverig mogte weezen, zullen de troupes hem daar van wel dispenfeeren en gemakkelyk middel weeten, hun een weg

daar door te baanen.

de meeste gevallen wegviel, daar zy zeer zeldzaam daar mede iets te doen hadden.

Verhoyfen avoueert de reflexie door den Burger Steyn Parré, omtrent de Veerlieden en Tollenaars, en het onderfcheid tusfchen dezelven, ook deeze had hy voor zich gemaakt, maar terwyl 'er in Art. 1. reeds voor Rydtuigen en Schuiten een zeker tantieme is toegelegd, kwam het hem voor, dat het welke reeds eenmaal in com putatie is gebragt, dáár van andermaal zoude behoren weg. gelaten te worden: concludeerende tegen dit Articul. Pompe van Meerdervoort verklaart zich tegen het nader Commisforiaal maaken van dit Articul, vermits 'er geene meerdere elucidatien kunnen gefuppediteerd worden, dan nu gefchied is, als zyude het de intentie om aan de Veer lieden en Tollenaars een vierde te voldoen van het geen zy anders van de pasfage volgens de exteerende We genoo

ten.

Van Galen zegt:

De Burger Pompe van Meerdervoort beroept zig wel op een wet, maar haalt dezelve niet aan, het geen ik ook geloof, dat hem by eene daadelyke invalia des Vyand, moeijelyk zal vallen.

Eenige Leden het idée, dat de Tollenaars niet behooren voldaan te worden, geappuyeerd hebben. de, wordt het Articul, met weglaating der woor'den en Tollenaars gearresteerd, en tot de verdere voorgedragene aanfchryving aan 't Uitvoerend Bewind geconcludeerd.

Het in advis gehouden. Rapport van den Barger Repra fentant van den Braak en verdere Gecommitteerden, uitgebragt den 9 Maart laatstleden, op het gedaan ver zoek, door Hendrik Schutz, Chirurgyn Detist, van den Vorst van Nasfau, ten einde by van het aan hem in voor zegde qualiteit toegelegd Penfioep van 100 Ducaten moge blyven jouisfeeren.

De Prefident doet de nadere Misfive van 't Uit voerend Bewind, houdende het nader gerequireerd bericht op dit verzoek, aan de Vergadering voorleezen, waarby het Bewind by deszelfs voorig declimatoir advis blyft perfifteeren.

Van den Braak geeft in confideratie, om, uit hoofde van de, by de vorige gelegenheid, pleats gehad hebbende discusfien, het Rapport flegts by appel nominal in om vrage te brengen; dat hy eenvoudig moest inhæreeren het geen hy te vooren gezegd hadt, naamlyk, dat, offchoon hy het Rapport had uitgebragt, hy zich met hetzelve niet had geconformeerd, en 'er dit alleen zou byvoegen, dan zyn Medelid in de Commisfie, de Burger, Repræfentant Verbeek, op het nader bericht van 't Uitvoerend Bewind geen grond had gevonden, om by zyn gunstig gevoelen, ten opzichte van dit verzoek, te blyven volharden.

.

.

De Prefident ftelt voor, om, met rejectie van tRapport, het verzoek van den Requestrant te declineeren: en concludeert conform.

Uit hoofde van het Decreet des Vertegenwoor digenden Lichaams van den 10 Aprill., houden. de eene bepaaling, dat alle Ambtenaaren in het voormaalig Gewest Holland, welke vermeenen bezwaard te zyn met de betaaling van 8 pCt., waarop hunne Ambten, by de lyst van den jaare 1727 of vervolgens zyn aangeslagen, zullen mogen doleeren, worden thans in deliberatie gebragt de na volgende op den 11, 18, 24 en 26 November, en 15 December 1800, mitsgaders 9 en 25 Maart 1. in advis gehoudene tien Stukken, als:

Primo, Eene Missive van het Uitvoerend Bewind, ge - deeltelyk favorabel adviseerende op de Requeste van Flo. ris Abraham Vaillant, Hoofd Officier der Stad Enkhuy zen, verzogt hebbende, dat de tweemaalhonderdften Pen ning, waarop zyn voorfchreven Post op 't Quohier was aangeslagen, uit hetzelve Quohier mogt worden geroijeerd.

Secundo, Eene Misfive van hetzelve Bewind, favorabel adviseerende op de Requeste van Jan van Dyk, Schout en Secretaris van Zwyndrecht, verzogt hebbende te mogen worden gelibereerd van de betaling van zodanig Ambtgeld, als waarop zyne voorschreeve Ambien waren aangeslaa

gen.

Tertio, De Requeste van Dominicus Costerus, Bailluw der Stad en Lande van Woerden, verzogt hebbende om van de betaaling der tweemaalhonderften Penning, waar mede zyn voorfz. Ambt is bezwaard, te mogen worden vrygesteld en gelibereerd.

Quarto, De Requeste van Ryn van Vierhouten W., Convoymeester te Purmerend, verzogt hebbende ontheven

Vergne, beide Commisfaristen van de Leydfche en Delfiche Veeren, alle hoofdzaaklyk verzogt hebbende, te mogen worden gelibereerd van de betaaiing der 8 per Cent Jair lyk, waarop hunne voorfz. Posten, ingevolge eene by de voormalige Staaten van Holland genomene Refolutie van 13 Maart 1727, waren aangeslagen geworden.

Septimo. Eene Misfive van hetzelfde Bewind. gedeelte. lyk favorabel advifeerende op de Requeste van Petrus Drie. Sprong, Ontfanger der Convoyen en Licenten te Dordrecht, verzogt hebbende dat mogte worden verklaard, dat hy Requestrant, als ten jaare 1795 in voorfz. qualiteit aangesteld, naderhand uit hoofde van zodanige meerdere bezwaaren, als uit de verandering van zaaken zyn ontstaan, even min geobligeerd was eenige twee honderdite penning jaarlyks aan den Ontfangerte Dordrecht te voldoen, als hy verplicht was ge weest eenig Gewestelyk Amptgeld by zyne aanftelling te voldoen enz.

Octavo. Eene Misfive van hetzelfde Bewind, favorabel advifeerende op de Requeste van Dirk Willem Mibbelink, Schout van Papendrecht en Marena, houdende verzoek, om te worden gelibereerd van de voldoening der van hem in voorgemelde qualiteit gevorderd wordende Amptgel

dep enz.

Nono. Eene Missive van hetzelfde Bewind, gedeeltelyk favorabel adviseerende op de Requeste van G. 4. M. van Bom• mel, verzogt hebbende ontheven te mogen worden van de betaling van 8 per Ct. van den taux, zynde f3000, waarop zyn Ampt als Rentmeester van het Hoogheemraadfchap van Rhynland in het Amptgeld was bepaald geworden, bedrag gende jaarlyks de fumma van ƒ240 enz. Ea

Decimo. Eene Missive van hetzelfde Bewind, favorabel advifeerende op de Requeste van Willem van den Broek, Schout van Ridderkerk, verzogt hebbende te worden vry (verklaard van het Amptgeld tot 8 ten honderd, van hem als Schout en Secretaris aldaar gevorderd wordende.

En worden alle deeze Stukken, op préadvis van

Reprefentant van Leyden c.f., om te dienen van confideratien en advis.

Vervolgens worden geleezen en in delibe. ratie gebragt de navolgende ingekomene stuk

ken:

Eenige Missives van het Uitvoerend Bewind als:

Eene, daarby de Vergadering herinnerende, dat zy by Mistive van 11 February 11, had voorgedraagen, om den termyn tot mortificatie van het Bureau van liquidatie der oude fchulden der Armée totultimo Juny ce prolongeeren, en ook nader om redenen voordraagende, het mortificeeren van hes voorfz. Bureau tot den laatsten Aug. aanstaanden te verfchui. ven, met inftantie op eene fpoedige dispofi ie: - gefteld in handen der Financieele Commisfie, om te dienen van confideratien en advis. Eerie,

Na

Eene, favorabel berichtende op de Requeste der Municipaliteit van Beugen, verzoekende renovatie van het Decreet des Vertegenwoordigenden Lichaam van 21 Maart 1800, relatief het verzorgen van de nagelaaten Kinderen van den overleden Lieutenant Bechers: de 2de lezing bepaald op aanstaanden Dingsdag.

Eene, favorabel advifeerende op de Requeste van Pieter Brand, Jan Adriaansen en Johannes Minderhot, Molenaars te Agterkerke, Meliskerke en Grypkerke; ver zogt hebbende te gemoetkoming in de fchadens, door den Storm van den 9 November 11. aan hun toegebragt, door de ontheffing van den 200ften Penning: dezelfde dispofitie.

Eene, favorabel advifeerende op de Requeste van Jaco bus van Dort, te Voorburg, verzogt hebbende autori fatie op den Agent van Financie, on des Suppliants gratificatie, àf3's weeks, ten laste van den Vorst van Nasfau, alnog ten fine van registratie aan te neemen en de agterstallen te voldoen: dezelfde dispofitie.

Eene, declinatoir adviseerende op de Requeste van Regnier la Homme, Grenadier by het derde Bataillon der eerite halve Brigade, zich beklaagd hebbende over het Committe van Justitie te Rotterdam, het welk den Requestrant voor den tyd van eenige Jaaren die Stad had onizegd, verzoekende voorziening deswegens : conform gecor cludeerd.

Eeae, favorabel adviseerende op het verzoek van het Gemeentebestuur, Predicant en Kerkenraad van Zwarte Waal, om autorifatie tot het verkoopen der aan den groo. ten of Heiligen Geest Armen aldaar toebehoorende twee !: perceelen Lands: de tweede leezing bepaald op aan

Raanden Dingsdag.

Eene, ten geleide der Requeste van C. Vleyshouwer c.f., waarop het Bewind reeds den 29 November 11. gunftig had geadviseerd, en ook dien conform op den 17 December was befloten, welk Request destyds in des Bewinds Archiven niet te vinden en nu voor de hand gekoomen was:aangenomen voor No ificatie.

Eene, verzoekende dat op deszelfs Misfives, houden. de inftantien tot ftyving der Departementaale Kisfen, ten fpoedigsten moge worden gedisponeerd, vermits uit 't verwyl der dispofitien aanmerkelyke ongelegenheden voort. spruiten: gefteld in handen van de Financieele Commisfię.

Eenige andere Mis fives, als: Eene van Commisfatisfen tot de Nation ale Rek ning, verzoekende eene fpordige dispofitie op 1unne M fives van 9 September 1799 en 28 Mey 1800, waarvan Copie een deezen wordt overgelegd, ftrekkende om by of door

Eene van 't Hof van Juftitie over de voormalige Ge westen Holland en Zeeland, favorabel adviserende op de Requeste van M. C. Goudhuys, Weduwe Willem Roofen. daal, in leven Notaris te Amfterdam, verzogt hebbende ligitimatie van zekere ten Requeste vermelde Actens, door baar overleden Man gepasfeerd: de tweede leezing be paald op aanstaanden Dingsdag.

Eene van 'c zelfde Hof, declinatoir adviseerende op de Requeste van Adolph Palland van der Mast,te Gorinchem, en Adriaan Cornelis van der Mast, in de Hage by Breda, houdende een zeer ampel verzoek, daarby vermeld: conform geconcludeerd.

Eene Missive van 't Committé van Juftitie der Stad Ame fterdam, daarby ter kennisfe der Vergadering brengende, hoedanig hetzelve zich in de onzekerheid gebragt zag om• trent de latentie van het befluit van den 16 deezer, houden. de aanfchryving aan het Uitvoerend Bewind, om te zor gen, dat Reyer Schermerhorn het effect moge genieten, van de provifioneele fürchear ce van betaaling, welke op den 11 October 1800, ten behoeve van denzelven is ver leend geworden: gehouden in advis tot dat de tweede Kamer zich over het besluit op het laatfte verzoek van gemelden Schermerhorn zal hebben verklaard.

Eenige Requesten als:

Een van Haage Verburg, verzoekende dispofitie op zy. ne in de maand Maart 1800 gep:afenteerde Requeste, waarby by verzogt hadt, de teruggave van zekere door den Ontfanger van Teylingen te Gouda, ingehouden Recepis:

gezonden aan het Uitvoerend Bewind, zo tot informatie, als om ten spoedigsten te dienen van bericht.

Een van James Murray Junior, Koopman en Factoor te Terveere, geweest zynde Medelid van het geëxteerd hebbend Schotze Court, op voorgedragen motiven, ver zoekende verklaring van ongehouden te zyn, om als Ge wapend Burger dienst te doen, en dat inmiddels, har. gende de deliberatien daar over, mag worden verleend furcheance van alle mefures to: constrainte: aan het Uit. voerend Bewind, om te dienen van confideration en advis.

Een van Johannes van den Hoofde, onder de Jurisdic tie van de Hooge Zwaluwe, verzoekende, dat aan hem mag worden geaccordeerd 12 Quadraat Roeden Lands van de Nationaale Domeinen op Erf Chyns, of tegens beraat ling van een Jaarlyks canon, ten einde daarop een Huisje te kunnen zetten : aan Uitvoerend Bewind, om ad

vis.

be